Beleggingen pensioenfonds gestegen
tot ruim 41 miljoen gulden
UIT AH's HISTORIE
Grote bedragen aan extra koopsommen gestort
1887=1967
Vijftig vissers tuurden
naar hun dobber met
prijs in t achterhoofd
Moeten kinderen en teenagers
het zeil maar uitvinden?
In de AH-flitsen van Juni 1964 werd het verslag van het pen
sioenfonds over 1963 gepubliceerd. Boven dit verslag stond:
„Beleggingen Pensioenfonds bedragen thans ruim 25 miljoen".
Nu na 3 jaar zijn deze beleggingen ruim 41 miljoen. Een toename
van 16 miljoen of meer dan 60 Deze grote toename is het ge
volg van verschillende oorzaken. In de eerste plaats komt hierin
de groei van het concern tot uiting (meer deelnemers). Vervol
gens zyn vele jaarlijkse op te bouwen pensioenbedragen door de
grote loonsverhogingen der laatste jaren sterk gestegen. De voor
naamste reden is echter wel, dat door de onderneming grote be
dragen aan extra koopsommen gestort zijn om de pensioenbedra
gen te kunnen verhogen op het peil van het laatste jaar.
Door het pensioenfonds werd
in 1966 ontvangen
9.872.900,en uitgegeven
11.838.200,—.
Een specifikatie van deze be
dragen volgt hieronder. Ter
vergelijking zijn de cijfers van
1965 er naast vermeld.
Ontvangsten: 1966 1965
1. Extra stortingen door Albert
Heijn N.V. 4.574.000,— 4.570,700,—
2. Opbrengst beleggingen, zoals
rente, huren, coupons enz. 1.805.000,1.546.500,
3. Koopsommen en premies 1.651.900,1.645.400,
4. Verkopen en aflossingen beleg
gingen 1.677.700,— 1.462.300,—
5. Diverse interest 136.300,39.100,
6. Uitkeringen verzekeringsmij. 28.000,25.400,
Totaal 9.872.900,— 9.289.400,—
Uitgaven:
1. Beleggingen
2. Uitkeringen
3. Kosten
4. Diversen
Totaal
Dit overzicht geeft alleen aan
het verloop der geldmid
delen gedurende het jaar 1966.
Dit verloop, als het ware een
geldstroom van ontvangsten en
uitgaven via kas, bank en giro
van het fonds, heeft ten ge
volge, dat er in de loop van het
jaar allerlei veranderingen in
de bezittingen en schulden op
treden. Maar ook door andere
Balans per:
Activa
Belegd in:
Huizen
Hypotheken
Leningen
Effecten
Totaal beleggingen
Vorderingen
Transitorische posten
Geldmiddelen
Passiva
Aandelenkapitaal
Algemene Reserve
Extra Reserve
Bijzondere Verplichtingen
Wiskundige Reserve
Bestemmings Reserve
Diverse nog te betalen posten
Het geld, dat ter beschikking
van het pensioenfonds ïs
gekomen, is en wordt belegd
in huizen, hypotheken, leningen
en effecten. Deze beleggingen
dienen een zodanig rendement
of opbrengst te geven, dat het
fonds in staat is aan zijn ver
plichtingen te voldoen. Om dit
te kunnen doen moeten de be
leggingen ten minste 3*4
opbrengen. Over 1966 was het
werkelijke percentage 5 zo
dat er een marge was van
1% Het jaar 1965 gaf een
rendement te zien van 4,7
in 1966 was dit dus 0,3 ho
ger. Sinds begin vorig jaar is
de rente nog steeds op een be
hoorlijk hoog peil, waardoor
nieuw ontvangen gelden op een
10.904.200,— 5.518.900,—
710.500,651.800,—
153.800,117.000,—
69.700,— 85.900,—
11.838.200,— 6.373.600,—
oorzaken ontstaan hierin ver
anderingen, zoals door afschrij
ven, mutaties in de wiskundige
reserve enz. De balans, welke
aan het eind van ieder jaar
wordt opgemaakt, geeft nu een
overzicht hoe op dat moment
de situatie is. Hieronder volgt
de balans per 31 december 1966.
Ook hierbij zijn de cijfers van
het vorig jaar vermeld.
31-12-'66
31-12-'65
7.862.000,—
7J 01.500,—
6.924.300,—
6.035.200,—
12.384.900,—
7.816.100,—
14.495.900,—
11.644.500,—
41.667.100,—
32.597.300,—
2.376.100,—
2.084.000,—
606.500,—
359.800,—
172.300,—
2.429.700,—
44.822.000,
37.470.800,—
50.000,—
50.000,—
808.100,—
659.600,—
389.000,—
406.200,—
7.214.000,—
2.236.800,—
36.202.400,—
33.995.500,—
38.300,—
10,000,—
120.200,—
112.700,—
44.822.000,— 37.470.800,—
goede rentebasis konden wor
den belegd. Het pensioenfonds
Streeft er naar de beleggingen
te verdelen over de reeds ge
noemde sectoren. Het hangt
van de omstandigheden af, in
welke sector op een bepaald
moment belegd zal worden. Bij
het nemen van een beslissing
staat altijd voorop, dat het een
belegging voor het pensioen
fonds betreft. De hoogste eisen
van zekerheid worden door het
bestuur gesteld, waardoor wel
eens met een matige rente ge
noegen moet worden genomen.
Daarom is nooit van tevoren
te zeggen hoeveel er in iedere
sector belegd zal worden.
De hoge rentestand was aan
leiding, dat er in het jaar
1966 veel in de sector leningen
gedaan is. Deze leningen wor
den hoofdzakelijk verstrekt aan
instellingen met een publiek
rechtelijk karakter of worden
door een overheidsinstantie ge
garandeerd. Ook wordt veel be-
legd in effecten, waarbij met
name geprofiteerd is van de
hoge obligatierente. Hieronder
volgt een overzicht van de ver
deling per soort belegging met
daarnaast de rendementsper-
centages:
Beleggingen
Huizen
Hypotheken
Leningen
Effecten
1966
18,8
16,8
29,8
34,6
1965
21,8
18,5
24,0
35,7
Rendement
1966 1965
4,9
4,9
5,5
4,8
4.5
4.6
5,0
4.7
100,0 100,0
5,0 4,7
Behalve de beleggingen heeft
het pensioenfonds per 31 de
cember nog beschikbaar aan
geldmiddelen een bedrag van
172.300,en staat er voorts
nog een vordering van
2.376.100,op Albert Heijn
N.V. open. Voor dit laatste be
drag moet nog een belegging
gezocht worden. Tegenover
deze bezittingen heeft het pen
sioenfonds schulden. Deze zijn
vermeld onder de „Pasiva" van
de balans. De voornaamste post
is de wiskundige reserve. Deze
bedroeg 36.202.400,—. Dit
bedrag geeft de waarde van
de verplichtingen, welke het
fonds op zich heeft genomen
met betrekking tot toegezegde
Verlies- en Winstregeling over:
Wiskundige Reserve
Uitkeringen
Afkoopsommen
Extra afschrijving
Kosten
Diverse interestlasten- en baten
Winst gedoteerd aan reserve
Inkomsten uit beleggingen:
Huizen
Hypotheken
Leningen
Effecten
Diverse interest-baten en lasten
Incidentele baten en lasten
Koopsommen en premies
Ondanks de uitbreiding van
de beleggingen en het be
tere rendement is de winst van
1966 slechts 19.300,hoger.
Dit is veroorzaakt door het feit,
dat er dit jaar meer voor de
wiskundige reserve nodig was
dan op grond van de kansbe
rekening was aangenomen. Vo
rig jaar 1965 was het voordelig
verschil van deze kansbereke
ning 112.000,— en nu een na
delig verschil van 56.000,
hetgeen 168.000,minder
winst gaf.
Per jaar kunnen dergelijke ver
schillen optreden, daar de wer
kelijkheid nooit precies gelijk
is aan de gehanteerde kansta
bellen.
Over de jaren 1961 t/m 1966 is
er totaal een voordelig verschil
bij de kansberekeningen ad
56.000,- geconstateerd,
waaruit blijkt, dat de gebruikte
grondslagen veilig zijn. Voorts
zijn voor de grotere risico's
herverzekeringen afgesloten.
Alle cijfers zijn gecontroleerd
door de Nederlandse Accounts-
Maatschap, welke volledig
accoord is gegaan met de jaar
stukken. De berekening van de
wiskundige reserve is nagegaan
en goed bevonden door de actu
arissen Brans en Co. Deze
laatste eindigen hun rapport
als volgt: „...ligt een stijgende
Qp de toonbank troonde
in vroeger dagen veel
al een bakje met vuurma
kers. Eigenlijk is de bena
ming niet juist, doch moet
van „vuuraanmakers" ge
sproken worden. Dit wa
ren opgevouwen, in hars
gedrenkte houtkrullen,
die maakten dat het vuur
sneller ontvlamde. Des
tijds een groot artikel
met een goede winstmar
ge voor de kruidenier.
jJTJen foto van het origi
nele bureau van de
'heer Albert Heijn Sr., zo
als dat nu in Zaandam te
zien is. Een zogenaamd
cylinderbureau. Erg prak
tisch, want men kon zijn
werk laten liggen, indien
plotseling een ander kar
weitje opgeknapt moet
worden. Hup, de cylinder
op slot en niemand kan
erbij. Wij hebben hier het
bureau gefotografeerd in
geopende toestand. Let u
eens op de vele laatjes en
vakjes! Er waren zelfs ge
heime laatjes bij. Hoeveel
sollicitanten van weleer
zullen aan dit bureau zijn
aangenomen?
Het bureau van de heer
A. Heijn Sr.
Veel winst op „vuurmakers"
pensioenen. Als extra waar
borg van deze verplichting kun
nen gezien worden het kapi
taal 50.000,en de algemene
reserve 808.100,De extra
reserve 389.000,is inge
houden winst en is bestemd
voor verbetering van pensi
oenen. Dit is maar een gering
bedrag, maar de onderneming
heeft nog 7.214.000,ter be
schikking om hieraan het een
en ander te doen. In 1967 is
hiervoor reeds een groot ge
deelte gebruikt bij de optrek
king, waarvan vrijwel alle deel
nemers profiteren. Een speci
fikatie van de winst vindt u in
de verlies- en winstrekening,
welke hieronder is opgenomen.
2.119.700,-
682.500,-
4.300,-
57.600,-
153.800,-
495.000i-
1965
1.909.800,-
524.900,-
20.500,-
99.100,-
117.000,-
12.200,-
475.700,-
3.512.900,— 3.159.200,-
377.300,-
318.400,-
546.700,-
596.900,-
1.839.300,-
9.500,-
57.600,-
1.606.500,-
293.700,-
272.600,-
344.900,-
543.000,-
99.100,-
1.605.900,-
3.512.900,— 3.159.200,—
tendens van het jaarresultaat
in de lijn van de verwachtin
gen. De toekomst kan onzes in
ziens voor uw fonds met ver
trouwen worden tegemoet ge
zien".
Verzekerden
De verplichtingen, welke het
pensioenfonds op zich ge
nomen heeft en welke zijn be
rekend op een geldswaarde van
ruim 36 miljoen, betreffen de
rechten van 5513 verzekerden,
mannen en vrouwen. Hierbij
komen nog de echtgenoten van
de mannelijke verzekerden, die
wanneer zij weduwe worden,
aanspraak kunnen maken op
een weduwepensioen. Het aan
tal van deze echtgenotes loopt
tegen de 5000.
De verzekerden kunnen in drie
groepen verdeeld worden:
a. de deelnemers; dat zijn zij,
die nog in dienst van de on
derneming zijn en van wie
het pensioen nog in opbouw
is.
b. degenen, die vóór het berei
ken van de pensioengerech
tigde leeftijd de dienst van
de onderneming hebben ver
laten, maar bij hun vertrek
wel pensioenrechten heb
ben meegekregen.
c. die verzekerden, die een
pensioenuitkering ontvan
gen, of een ouderdomspen
sioen of een weduwepensi
oen met eventueel een we
zentoeslag.
Thans bedraagt het aantal
gepensioneerden 600, exclu
sief wezen.
Bestuur
De Raad van Bestuur is als
volgt samengesteld:
Het dagelijks bestuur:
Dr. Mr. P. E. J. Bomli, Bla-
ricum, voorzitter.
G. J. Hermanides, Badhoe
vedorp, secretaris.
C. Kraaij, Heiloo, direkteur.
De leden:
E. den Bakker, Zaandam; R.
H. Boersma, Apeldoorn; J. aan
den Boom, Roermond; J. van
Dijk, Zaandijk; J. de Graaf,
Zwijndrecht; *C. Kromhout,
te Leiden; A. H. J. van der
Putten, Geleen; A. A. Roël,
Aerdenhout; *F. Röttger, Am
sterdam; B. H. van Tiel, Arn
hem; D. Verdonk, Zaandam; J.L.
Zomer, Halfweg (N.H.).
Benoeming
De bestuursleden worden be
noemd uit voordrachten, welke
worden samengesteld door de
deelnemers, behalve voor wiens
naam een staat, deze wor
den benoemd uit een voor
dracht opgemaakt door de
Raad van Bestuur van Albert
Heijn N.V.
Op 10 juni om 7 uur ging het
fluitsignaal en begonnen
een kleine vijftig vissers aan
hun strijd om zoveel mogelijk
vis uit de Purmerringvaart op
te halen. Het weer werkte niet
al te zeer mee, een ferme wind
en af en toe een paar spetters
regen, maar onze stoere vissers
en visters trokken zich daar
niets van aan. Het ging goed,
maar het duurde tot de koffie
(die zoals elke keer weer zeer
welkom was) tot er „tekening"
in de zaak kwam. Sommigen
hadden niets en anderen veel
gevangen en toen om elf uur
wederom een signaal klonk,
werden alle spullen opgebor
gen, de lijsten meegenomen
naar het O.G. en was het wach
ten op de prijsuitreiking. De
dames hadden' weer gezorgd,
dat er 11 verschillende prijzen
waren, die bij de heren wel in
de smaak vielen, en de visser
met het hoogste aantal, de heer
Melk van de TJD., had de eer
ste keus. Een heel geslaagde
viswedstrijd, daar was een ie
der het over eens.
Amerikaanse managers vragen zich af:
Elke maand verschijnt er een nieuwsbrief van de Ameri
kaanse „Managers" Associatie, waarin de president, Law-
rence A. Appley, het hoofdnummer schryft. In het juninum- I
mer luidde zyn bydrage, vertaald, als volgt: De opvatting,
dat kinderen en teenagers steeds grotere vrijheid moeten krij
gen, om het maar „zelf uit te vinden", wint voortdurend veld.
Steeds positiever wordt ge
meend, dat „onder druk
zetten", eisen, discipline, lei
ding en andere vormen van
opvoeding, uit het leven van
onze jeugd moeten verdwij
nen. Is er dan niets goeds
in deze wereld, dat aan ons
nageslacht meegegeven kan
worden Moeten alle nieuw
komers in deze wereld de
zelfde fouten maken als hun
voorgangers om daarvan te
leren Is er aan de zijde
van de volwassenen geen
verplichting om hun inzicht
door te geven?
HET feit, dat jeugd vol le
ven, vaart, kracht, idealis
me en ambitie is, behoeft nog
geen rechtvaardiging te zijn
om inzicht en ervaring achter
te houden en de jeugd naar
zijn eigen frustatie toe te laten
werken. De jeugd heeft nooit
geaccepteerd en zal nooit in
zien, dat ouderen iets meer
weten dan zij, waarschijnlijk
niet eens evenveel. De bescha
ving echter weet wel beter.
Daarom is discipline nodig om
de jeugd lang genoeg vast te
houden om enige lessen te
leren van de ouderen.
Op zich zelf?
Voortdurend hoor en lees
je, dat onze jonge men
sen moeten inzien, dat zij
vooruit moeten in een sa
menleving, die steeds meer
ingewikkeld wordt. Moeten
onze jonge mensen dan maar
aan hun lot overgelaten wor
den om voor zichzelf uit te
zoeken, hoe je dit moet
doen? Is er dan geen ad
vies en leiding mogelijk, die
hun ouders kunnen geven?
De opvatting wint steeds
meer veld dat, wanneer
je kinderen onderwerpt aan
de orde van een tehuis, de
school, de kerk of de ge
meenschap, hun creativiteit
en individualisme vernietigd
worden. Dit is en zal nooit
bewezen worden, omdat je
nooit kunt zeggen wat ie
mand had kunnen worden
als zijn opvoeding anders
was geweest.
Het is overigens interes
sant op te merken, dat
de meerderheid van grote
figuren in de geschiedenis
discipline en leiding van hun
ouders heben ondervonden
in hun beginjaren. Hoewel
nooit het waterdichte be
wijs geleverd zal kunnen
worden dat leiding van jon
gere mensen door ouderen
de creativiteit en het indi
vidualisme van de eersten
ondermijnt, wordt het toch
steeds duidelijker dat dit
niet het geval is.
In feite, stelt vooruitgang
in de beschaving als uitda
ging aan de mensheid, dat
het nageslacht beter en gro
ter is dan hun voorgangers.
CT\ENEINDE te bereiken, dat
je opvolger beter is dan
jezelf, moet je met alle midde
len ervoor zorgen, dat je wijs
heid en ervaring doordringt tot
je opvolger. Daarna moet hij
vrijgelaten worden en vanaf
dat moment, meedragend wat
zijn voorganger voor hem heeft
geleerd, zijn leven besteden aan
het ontdekken van nieuwe
waarheden.
In elke andere vorm van
leven plant of dier
weten we, dat zorg, aan
dacht, opleiding en toewij
ding betere resultaten ge
ven dan wanneer we plan
ten en dieren aan hun lot
overlaten. Waarom hebben
we weerstanden te overwin
nen, wanneer we dezelfde
aandacht zouden willen be
steden aan menselijk leven?
Zijn wij lui? Willen we onze
verantwoordelijkheden niet
aanvaarden Hebben we
geen moed? Waarom laten
we de opvatting burgerrecht
krijgen, dat de jeugd zich
moet ontwikkelen zonder
hulp, leiding of discipline?
Wat doen we eigenlijk voor
ons nageslacht