„Met werken aan problemen van vandaag basis leggen voor de toekomst" Goed opgeleid personeel onmisbaar De heer J. van Meerclirekteur De lieer Ir. H. Glazenburg, licl Raad van Bestuur: Reorganisatie Samenwerking Lijn Niveau Informatiebron Gestalte Verwarrend Proces Édl De heer Ir. H. Glazenburg. De goede bedoeling van de directie is nodig als rich tingwijzer, maar dan begint het pas. Deze hogere omzetten ontstaan niet vanzelf. Er wordt door verkoop volgen^ uitge dachte plannen aan gewerkt. Ook van de productie-zijde kan alleen door tijdig voorzieningen te treffen aan een toenemende vraag voldaan worden. Bovendien is er een wenspro- 11 Cr is meer verkocht dan vorig jaar. Dat hebben we kunnen lezen in de „grote" pers. Dat er ter dekking van die grotere hoe veelheid verkochte goederen ook meer geproduceerd is, willen we dan wel niet aan de grote klok hangen, maar in onze AH-familie toch even memoreren. Want het is goed en ook volgens de bedoeling van de direktie, dat een hogere omzet in de winkels ook een hogere produktie in onze eigen productie- en distributiebedrijven met zich meebrengt. gramma door de productielei ding opgesteld, waarin van de verkoop bijzondere aandacht wordt gevraagd voor het sti muleren van de verkoop van zeer bepaalde artikelen, die het financiële resultaat van het produktiebedrijf extra verbete ren. Bij het maken van productie- plannen gaat het niet alleen om beschikbare machineca paciteiten en vierkante me ters opslagruimte, maar vooral om te kunnen be schikken over goed opgelei de mensen, die ieder voor zich hun taak kennen en be reid zijn deze taak tegen een in eigen oog redelijke belo ning goed tot zeer goed te vervullen. Dat zijn betrekkelijk weinig woorden, waarin zowel de ach ter ons liggende als de toe komstige activiteiten van allen die in de productie- en distri butiebedrijven werkzaam zijn samengevat zijn. De basis werd o.a. gelegd in de Zandvoort- bijeenkomsten, waarin behan deld werd de taakvergroting van de hoofdchef, de sys tematische kwaliteitscontrole; alle gevolgen van de wil van de directie om de uitvoerder van de deeltaken verantwoor delijkheid te kunnen laten aan vaarden voor de hem opgedra gen taak. De toekomstige aktiviteiten omvatten ten eerste een ver dieping van wat reeds in eerste aanleg geaccepteerd is en ten tweede een heroriëntatie van de taken en daaraan verbonden beloningen. De beloningen voor de ver schillende taken zijn onge lijk, maar niet willekeurig vastgesteld. In de gehele in dustrie en ook in de onze, valt waar te nemen, dat het een voudige werk steeds minder door mensenhanden vervuld moet worden. De te bedienen machines wor den steeds ingewikkelder en vergen van de bedienaar veel In een geografisch gespreide organisatie als Albert Heijn zijn naar mijn opvatting de volgende punten van essentieel belang; een duidelijk gemeenschappelijk doel, een strakke discipline, eenheid van gezag en een heid van gedachte. Dit is het uitgangspunt voer 1 964 in het bijzonder geweest Dit antwoord geeft de heer J. van Meer, als wij hem vragen naar de kernpunten van zijn beleid in het eerste jaar, dat hij de leiding had over het Directoraat Filiaal leiding. Ik verkondig hiermee be paald niets nieuws", vervolgt de heer Van Meer, „maar ik heb het grote voor deel gehad mij volledig te kunnen wijden aan het be heer van de filialen. Dan volgt een uiteenzetting van wat de heer Van Meer verstaat onder de drie kern punten van beleid en waar om ze zulk een grote waar de hebben. Bij discipline moeten wij altijd denken aan mili- tairisme. Wij zien dan de Duitse onderofficier voor ons staan, die de ouderen zich uit de Tweede Wereldoorlog herinneren en de jongeren misschien uit boeken als 08/15 of uit films. Van dat soort discipline heb ben wij een afkeer, die even wel vaak dreigt door te slaan naar een vorm van indivi dualisme die een goede sa menwerking bedreigen kan. Om samenwerking gaat het nu juist in elke organisatie en deze samenwerking moet nu eenmaal een gediscipli neerd karakter dragen, De kern van deze discipline is, dat ieder voor zich er voor moet zorgen een gemaakte afspraak stipt na te komen. Door de grote gespreidheid van ons filiaalbedrijf moet hier een sterk accent op ge legd worden. Wij moeten er van elkaar op aan kunnen, dat ieder doet wat afgesproken is, ook, of eigenlijk juist wanneer we elkaar weinig zien. Een plan bij ons is meestal een onder deel van een groter geheel, dat slechts slagen kan wan neer een ieder zijn taak correct afwerkt. Deze discipline behoort het gehele bedrijf te omspannen, en naarmate men een hogere plaats in de organisatie in neemt, behoort men zich ook meer bewust te zijn van zijn toenemende verantwoor delijkheid op dit punt." Het tweede kernpunt was de eenheid van gezag en dit is in feite de vraag: wie is mijn baas; van wie krijg ik mijn opdrachten; tot wie moet ik me wenden met mijn probleem; aan wie moet ik rapporteren? Hierover zegt de heer Van Meer: „Wij hebben duidelijk gekozen voor een strakke lijn-organisatie: afdelings chef - bedrijfsleider - divisie leider - directeur filiaallei ding. Langs deze lijn gaat de informatie van beneden naar boven en omgekeerd; langs deze lijn ook gaan de opdrachten van boven naar beneden. De eenheid van gezag houdt allereerst in, dat ieder slechts één baas heeft en wel degene, die in de lijn direct boven hem of haar is geplaatst. De supermart-caissière dient zich dus altijd en uitsluitend te wenden tot het Hoofd Kassagroep, die op haar beurt uitsluitend te maken heeft met de super- mart-bedrijfsleider. Omge keerd richt de supermart- bedrijfsleider zich tot het Hoofd Kassagroep en tot de andere afdelingschefs, zoals ook de divisieleider zich in de eerste plaats wendt tot de bedrijfsleider. Ook deze gedragslijn draagt een disciplinair karakter en vraagt vooral van hogere funktionarissen een grote mate van zelfbeperking. Voor een goed begrip is het nuttig nog even in te gaan op de positie van staffunk- tionarissen zoals divisiever koopleiders, divisieperso- neelchefs, instructeurs e.d. Deze richten zich n.l. wel rechtstreeks tot bijvoor- De heer J. van Meer, direkteur beeld afdelingschefs, even wel nimmer met opdrachten. Hun taak is de lijnfunktio- narissen op de verschillen de niveaus, dus zowel de bedrijfsleiders als de afde lingschef maar óók de divi sieleider adviezen te ge ven op hun eigen specialis tische terrein en zonodig in dit vlak hulp te bieden. De staffunktionaris geeft deze adviezen gevraagd of ongevraagd en draagt voor de waarde van dit advies uiteraard de verantwoorde lijkheid. De lijnfunktionaris op zijn beurt is verantwoorde lijk voor het opvolgen van dit advies. Hij dient echter altijd voor ogen te houden, dat hij voor een goede taak uitoefening moet beschik ken over zoveel mogelijk in formatie. De gespecialiseer de staffunktionaris is één van de informatiebronnen, die de lijnfunktionaris ten dienste staat." De heer Van Meer vertelt, dat er dit jaar veel ge daan is om deze twee prin cipes toe te passen of liever gezegd nog meer gestalte te geven. Voor alle funktiona- narissen in het filialenappa- raat zijn nieuwe taakom schrijvingen gekomen, die zeer uitvoerig besproken zijn in speciale bijeenkomsten en vooral ook in de cursussen in Zaandam en Hoog Soe- ren. Ieder kent nu zijn verant woordelijkheden en weet wat van hem verwacht wordt. Hij kent ook de taak van de ander, met wie hij rechtstreekse kontakten heeft. De regels van de samen werking zijn hiermee opgesteld en de discipline moet ervoor zorgen, dat het samenspel ook werkelijk funktioneert. In deze bijeenkomsten en cursussen is óók het ac cent gelegd op het derde kernpunt van beleid: de een heid van gedachte. „Een van de grootste geva ren die een organisatie als de onze bedreigt," stelt de heer van Meer, „is dat er net zoveel zinnen zijn als hoofden, die allemaal een nogal zelfstandige positie in nemen. In het werk kan dan ge makkelijk de situatie ont staan, dat er over een on derwerp vele opvattingen bestaan. Die behoeven niet allemaal verkeerd te zijn, maar het werkt uiterst verwarrend. Als je van de ene funktiona- ris hoort dat een bepaald ge val zus afgehandeld dient te worden en even later van een andere verneemt, dat het anders moet, kweekt dit onzekerheid en ondermijnt dit het vertrouwen in de lei ding. Daarom moet steeds uit een aantal mogelijke oplossingen een keuze worden gedaan, waaraan ieder zich dient te houden. Dit gaat soms in te gen privé-opvattingen, maar desondanks dient men ook in dit opzicht de getrokken lijn te volgen. Daar staat evenwel weer tegenover, dat onze or ganisatie open staat voor opbouwende kritiek van on der naar boven, en eveneens (Vervolg op pagina 7) kunde en toewijding. Is het dan zo verwonderlijk, dat de belo ning voor dit werk dichter bij die van zijn leidsman komt. De taak van de leidsman is anders dan van de machine bedienaar, maar de zwaarten naderen elkaar steeds meer. Dit is wel eens een moeilijk te verteren brok, waarvan we alleen zonder kleerscheuren doorheen kunnen komen, door er open over te spreken. Dat we deze richting opgaan is voor de directie een feit. De toekomst voor de belo ningen heb ik dus al even genoemd en nu dan de ta ken. Er is in 1964 circa 23 meer omgezet in de filialen dan in 1963. Door de assortments uit breiding en de snelle groei van de vele niet P.B.-artike len, is de totale omzetstijging van het productiebedrijf Zaandam lager geweest en wel circa 8 Dit onderstreept het belang van nieuwe artikelen ook in het PB-assortiment. Iets dat we kunnen tonen met de re sultaten van eigen afdelingen n.l. KB, CF, VF, LF en WK met stijgingspercentages van resp. 30, 24, 10, 18 en 17%. De in deze afdeling ontwikkel de nieuwe artikelen zijn debet aan deze fraaie percentages. Een verhuizing van de WK in 1965, plaatsing van een nieuwe oven en het definitief ma ken van de plannen voor een hergroepering en uitbreiding van de CF zijn van die activi teiten die lange voorbereidings tijden vergen om ook in de toekomst hun positieve bijdra ge te kunnen leveren. Het DC Zaandam heeft ge toond z'n mannetje te staan. De Paaspiek was een peuleschilletje en de december- piek wordt als geroutineerde alpinisten genomen. Dat er ondertussen heel hard gestu deerd wordt om in 1970 ook nog uit te kunnen met dit ge bouw zal geen verwondering wekken. Daartoe is de Mc Kinseygroep, gesteund door onze eigen mensen bezig met het verzamelen van nog meer gegevens dan er al aanwezig waren (en dat waren er nogal wat!). De groei moet doorgaan en dus het plannen maken ook! Een centrale Kaasverpakking staat in de kinderschoenen in de Nozemanstraat. Als het machinepark (snij- en inpak- machines) uitgedokterd is, is het de bedoeling dat de huis vesting in het DC Zaandam verzorgd zal worden. In de Nozemanstraat is hard gewerkt om de vleesproblemen onder de knie te krijgen. En het is voor een groot deel ge lukt ook! We zijn er nog niet, maar de wil en de weg om er te komen zijn er wel. Bakkerijgroep Amsterdam- Zwanenburg is na de ader lating door het overdragen van de wijkomzet weer flink aan het opkrabbelen. De banket sector groeit gestadig en het invriezen helpt ons om de weekend-piek te lijf te gaan. Zwanenburg wacht een jaar vol evenementen. Op 1 april moet de nieuwe broodlijn draaien! Geen grap! Onze verste maar oudste bui- ten-loot Waalhaven heeft dit jaar voor zware taken ge staan om kwantitatief en kwa litatief aan de verlangens van verkoop te kunnen voldoen. Het was een interessant jaar, waarin door allen enthousi ast is meegewerkt Het jaar 1965 zal nog meer van ons allen eisen, maar ge zien de fundamenten waar op we bouwen, moet dit in goede samenwerking weer tot een goed eindresultaat kunnen leiden.

Personeelsbladen | 1964 | | pagina 3