'Als je iets doetmoet je het goed doen Gesprek met de heer W. F. v. Gorcom: A.H. - HUWELIJK M* W ij heten welkom Nieuw personeel produktie- bed rij ven Distributie centrum 12\ jciar bij Albert Heijn Een „baardman"-kruikje voor antiekverzamelaar J. Aafjes iéÜËËSÈ: AH-FLITSEN „Als je iets doet, dan moet je het goed doen. Kun je het niet goed doen, dan moet je vaak met behulp van anderen gaan uitzoeken waar om niet, dus uitvinden waar de moeilijkheden liggen. Je moet je als het ware bewust worden dat je iets niet kunt en de behoefte voelen, dat gemis op te heffen. Dan ben je veel gauwer geneigd de problemen waar je je voor gesteld ziet op te lossen" „Want ook hier gaat het er om, zegt de heer Van Gorcom. dat de mensen zich bewust worden van bepaalde leemten in hun kwaliteiten en bij hen de behoefte ontstaat om deze leemten aan te vullen. Dat is een uitgangs punt van ons werk op het gebied van vorming en opleiding." De heer Van Gorcom weet waar hij over spreekt. Hij is sedert be gin 1962 in dienst van Albert Heijn en geeft leiding aan de aktivitei- ten die in het kader van Vorming mogelijke oplossing ervan waren neergelegd. Veelal lagen deze problemen op het gebied van instruktie, organi satie. communicatie en onderlinge verhoudingen. Neem nu maar eens een zeer een voudig voorbeeld: Je moet de werking van een ma chine waarmee je dagelijks te ma ken hebt aan een nieuweling uit leggen die geen verstand heeft van die machine. Hoe vaak kom je dan niet tot de ontdekking, dat en Opleiding binnen de produktie- die ander het verkeerd doet of bedrijven worden verricht. In de vragen gaat stellen waaruit blijkt, advertentie van Albert Heijn dat hij het absoluut niet heeft be- waarop de heer Van Gorcom des tijds solliciteerde stond het zo: „In het kader van een welom schreven direktiebeleid wordt ge zocht naar een funktionaris, die bereid en in staat is aan het over dragen van dit beleid mede te werken. Uitgaande van taakom schrijvingen en algemene beleids uitspraken moet de opleidings- funktionaris individuele opleidin gen en groepsbesprekingen kun nen organiseren, stimuleren en eventueel zelf kunnen leiden". Grondwet Dat direktiebeleid staat omschre ven in de grondwet van het be drijf: de grondslagen van het per soneelsbeleid. Daarin staat o.a.: „Van de medewerker die vooruit wil, wordt verwacht, dat hij zich inspant om zich verder te ontwik kelen. Naast theoretische vorming zullen inspanning en toewijding en resultaat daarvan voor het bedrijf medebepalend zijn als het gaat om loonsverhoging, resp. promotie van een personeelslid". Dat liegt er dus niet om en toont meteen het belang dat de direktie hecht aan vorming en opleiding van haar medewerkers en de af deling die met de organisatie en/of de uitvoering van een en ander is belast. N.I.P.L. Voordat de heer Van Gorcom bij Albert Heijn in dienst kwam, was hij 9 jaar lang als staffunktio- naris werkzaam bij het N.I.P.L. het Nederlands Instituut voor Personeelsleiding in Driebergen, waar hij zich o.a. bezighield met de vorming en training van het kader van die bedrijven, diensten of instellingen die zich tot het Instituut wenden voor advies. Wanneer een bepaald bedrijf om een advies vroeg, aldus de heer Van Gorcom, dan gingen wij na, aan de hand van interviews met alle chefs (en daaronder verstaan wij een ieder die ondergeschikten heeft en/of leiding geeft aan het werk van anderen) op welk ter rein zich problemen voordeden. De uitkomsten van deze inter views legden wij vervolgens vast in een rapport, waarin tevens de gesignaleerde problemen en de aan direktie en personeel voor de bewezen attenties: de heer en mevrouw W. G. Zaal (V.A.) bij de geboorte van hun zoon; de heer en mevrouw Everhard bij de geboorte van hun dochter; mevr. Hohensteijn-Duin voor de attenties bij haar 7^-jarig jubi leum; de heer H. van Eist bij zijn pen sionering; de heren Visser (Div.), A. E. de Boer (K.B.), R. J. Tang (B.A.) voor de belangstelling tijdens hun I ziekte; de heer en mevrouw Luiting-Gou- weieeuw voor attenties bij hun huwelijk. grepen. Kijk en wanneer zoiets nu in een bedrijf voorkomt, dan kan er iets fout zijn, gesteld dat het persé niet aan de capaciteiten van de nieuweling ligt; dan moet er bijv. iets gebeuren aan de manier waarop instrukties worden gege ven. Cursussen In een dergelijk geval adviseerden wij het volgen van bepaalde cursussen zoals werkinstruktie, werkmethodenverbetering, werk verhoudingen, groepsinstruktie enz. En wij gaven die cursussen zelf ook. Dat gebeurde aan de hand van standaard-programma's die op Amerikaanse leest waren geschoeid of liever alle volgens hetzelfde stramien waren opge bouwd. En daar zat hem nu juist de kneep. Want wat ik daar straks gezegd heb je kunt pas iets bereiken als de mensen zelf behoefte voe len om hun kwaliteiten op hoger plan te brengen is nog niet vol ledig. Er moet aan worden toegevoegd en wil je een bepaalde oplei ding, vorming of training succes vol laten verlopen, dan moet die aangepast zijn aan het bedrijf. En dat nu was met die Amerikaanse standaard programma's niet het Dat kon ook niet. Want ze waren bedoeld voor elk bedrijf, en niet voor één speciaal. Kans Toen ik die advertentie van Al- bert Heijn N.V. las waarin stond moet de opleidingsfunktiona- ris individuele opleidingen en groepsbesprekingen kunnen orga niseren, stimuleren en eventueel zelf kunen leiden", toen dacht ik, dat is mijn kans. Mijn eerste werk bij Albert Heijn was eigenlijk het mede voorberei den van de bijeenkomsten in Zand- voort, die ten doel hebben de be- leidsgedachte van de directie in een versneld tempo door te geven aan chefs van hoog tot laag. Dat zijn eigenlijk unieke bijeenkom sten, niet alleen om hetgeen vaak in discussievorm wordt besproken door de inleiders w.o. de heren A. Heijn, G. J. Heijn, Ir. W. A. Eggers, J. v. Meer e.a., maar voor al door het feit, dat ze er zijn. Dat getuigt van het belang dat de di rectie hecht aan de inschakeling van de chefs bij de uitvoering van het vastgestelde beleid. Een bepaalde groep Na Zandvoort volgden er spoedig andere besprekingen waaraan ik meewerkte. Bijeenkomsten, die waren afgestemd op één bepaalde groep, die tezamen één bepaald onderwerp behandelde. Samen met de heer Haeser, die met de eigen lijke uitvoering was belast, stelde ik o.a. het programma op voor de cursus Arbeidsstudie. Weer later volgde er een cursus Administra tie, welke werd gegeven door de heer G. Hoorn aan die chefs, die weliswaar niet dagelijks en recht streeks bij administratieve proble men zijn betrokken, maar die uit hoofde van hun funktie er toch wel het een en ander van af moe ten weten. In deze lijn liggen ook de „Brieven aan ons kader" waar in regelmatig problemen rond „het werk in zijn uitgebreidste zin" worden aangesneden. Uiteraard werd vroeger ook over deze en soortgelijke problemen ge sproken en geschreven, maar min der doelgericht en niet volgens een vastomlijnd plan zoals tegen woordig het geval is. In deze opzet past eveneens de vol gende stap die de direktie zich, in het streven naar een modern per soneelsbeleid voorstelt te nemen: de verdere inschakeling van alle medewerkers in de produktiebe- drijven, in het distributiecentrum en op de kantoren. Vastomlijnd plan Deze inschakeling zal plaatsvin den volgens een vastomlijnd plan: het systeem van de werkmetho denverbetering, waarin ook de ideeënbus een belangrijker rol gaat spelen en waardoor een ieder actief kan zoeken naar verbeterin gen in het dagelijks werk. Dat is een fris en bijna revolutionair plan en zegt de heer Van Gorcom enthousiast ik ben blij dat ik bij de voorbereiding en uitvoering van dit plan nauw betrokken ben. Want als er één ding is waarvan ik overtuigd ben dan is het dit: er leven onbewust misschien nog vele suggesties onder diege nen die tot dusverre nimmer de kans hadden hun aktiviteiten en kapaciteiten te ontplooien. Ontplooiing Ontplooiing van die aktiviteiten en kapaciteiten kan resulteren in beloningen bijv. via de ideeënbus; persoonlijk vind ik het belangrij ker, dat de bewuste inschakeling van allen het „plezier in het werk" kan vergroten. Deze ontplooiing van aktiviteiten en kapaciteiten nu wil de direktie met inschakeling van het gehele kader, waaraan in dit systeem een belang rijke taak is toebedeeld, doelbewust bevorderen. Nogmaals zegt de heer Van Gorcom nadrukkelijk het is een gedurfd plan, dat slaagt als iedereen bewust meewerkt. Ik hoop, dat dit zal gebeuren. Mevrouw J. E. Sauerbier-Rijzewijk (S.B.); mevr. Th. J. Verduin- Verduin (K.B.); mevr. A. Oude- jans-Broertjes (K.B.); mej. M. E. v. d. Brand (V.A.); mej. J. A. M. de Jongh (K.B.); mej. S. M. Franke (V.A.); de heer J. Prent (Lab.); de heer H. Kats (S.B.). De heer J. v. d. Weide en de heer J. M. Baayens. Op 16 juli 1951 trad de heer Aafjes bij Albert Heijn N.V. in dienst, 16 januari j.l. vierde hij dus zijn koperen jubileum. Tot 1959 was hij werkzaam op de Kaas afdeling aan de Oostzijde, maar t.g.v. een hem overkomen ongeluk kon hij zijn werkzaamheden daar niet meer verrichten en kwam hij in de administratieve sector te werken. Bevalt goed Zijn werkkring werd nu de afde ling „Filiaal-administratie-contrö- le" op het H.K. Het lange stil zitten viel hem eerst erg zwaar, maar nu is hij er wel aan gewend en het bevalt hem daar goed. Donderdag 16 januari j.l. werd hij - leder bruidspaar, waarvan zowel de bruid als de bruidegom werkzaam zijn bij een van de Albert Heijn bedrijven, mogen aanspraak maken op een extra plaats in onze AH-Flitsen. In dit nummer feliciteren wij het echtpaar J. Muller-Krikken. De heer Muller is sinds 1956 in dienst, momenteel in de reklamestudio. Mevrouw Muller-Krikken is nu zeven jaar in onze dienst werkzaam. De laatste jaren als SKB-assistente bij de verpakkingsafdelingen van onze Produktiebedrijven. ontvangen door de heren G. Hoorn, H. Koerse, T. K. Gruijs en W. v. d. Haar en werd hem namens de di rectie een fototoestel aangeboden. Thuis had de jubilaris een bloemstuk van j de directie ont- vangen. Het personeels- fonds feliciteer de hem namens het gehele kan toorpersoneel en de heer J. I Keijzer die voor I het eerst als voorzitter van De heer J. Aafjes dit fonds optrad, bood hem een enveloppe met inhoud aan. De heer Keijzer was vergezeld van mej. H. Scheepbouwer en de heer H. Lionarons. „Baardman"-kruikje Het geld denkt de heer Aafjes te besteden voor een „baardman"- kruikje, dit ter aanvulling voor zijn verzameling antiek. Namens zijn afdeling werden hem een drie tal boekjes over deze hobby aan geboden. De heer Aafjes is getrouwd en heeft 4 kinderen. Zoals gezegd verzamelt hij antiek en zijn pas sie hiervoor bezorgt hem ontzet tend veel genoegen. Hij speciali seert zich in gebruiksvoorwerpen en zijn laatste aanwinst is een ta felmes, speciaal voor een familie Klomp gemaakt. Het los uitgesne den klompje in het houten hand vat releveert aan deze naam. 40-jarig huwelijksfeest: de heer en mevrouw Blanksma (Balansafd.) op 4 februari 1964. 12'/2-jarig huwelijksfeest: de heer en mevr. H. Mulder (V.F.) op 1 februari 1964; de heer en mevr. K. op de Beek (div. S.M.) op 3 februari 1964; de heer en mevr. F. Smits (D.C.) op 9 febr. 1964; de heer en mevr. J. J. Kaay (P.M.) op 10 februari 1964. 1212-jarig zaken jubileum de heer W. Zakenman (H.K.) op 13 februari 1964. 8-1 Hendrik, Jan, Pieter, zoon van L. de Vries (D.C.); 11-1 Sandra, dochter van E. Pais (B.A.) 15-1 Inge, dochter van H. J. Ever- hard (C.F.).

Personeelsbladen | 1964 | | pagina 5