WERK VAN BEELDHOUWER DANNENBURG DUIDELIJK VERSTAANBARE SPREEKT TAAL Gesprek met maker van wandreliëfs Traditie doorbroken GEHUWD Zilveren jubileum in Hulst Divisie Utrecht maakte kennis met buitenlandse kaassoorten 4 AH-FLITSEN Op 2 mei 1963 was het 25 jaar geleden, dat de heer F. J. P. van Haver, bedrijfsleider van filiaal Hulst, in dienst van ons bedrijf trad. Op onderstaande foto bekijkt de jubilaris het Vererend Getuig schrift van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel, dat de heer J. Legerstee hem heeft over handigd. Verstaanbare taal J. Schaay-N". Pols, hoofd- eaissière 1001. B. Baklter-M. Jonge jan, ver koper 1003. A. J. v. d. Kuip-W. C. J. M. Kok, administratrice 1001. G. Bosch-A. Verhagen, ver koopster 7092. F. G. Freericks-Th. Balk, chef kruidenierswaren 1008. P. Lammers-J. Griffioen, verkoper 5549. J. J. M. v. d. Broek-B. M. C. Mengedé, hoofdcaissière. 1004. H. Kuyer-E. Brink, ver koopster 5618. J. v. d. Brandt-J. Verhoe ven, verkoopster 5672. J. Seelen-R. Schuur, admi nistrateur 1004 verkoopster 5601. H. R. LussenburgJ. M. Mik, verkoopster 5597. P. Haljaars-C. Geurs, ver koopster 5571. H. Karle-C. Leenders, ver koopster 5659. P. J. van 't Loo-M. R. Zwit- selaar, verkoopster 5677. R. Schake-A. Kooke, hoofd caissière 1008. P. Broeders-H. Benders, ver koopster 5536. P. Barnhorn-E. Vermeer, verkoopster 5609. B. Koopman-Th. v. Driel, verkoopster 7114. J. Sijsterman-A. Dautzen- berg, verkoopster 5549. B. G. Elfering- E. J. M. Hoek, verkoopster 5605. Hiermede zijn wij beland bij het werk van Dannenburg. Want wat in zijn atelier het eerst opvalt is, dat de heer Dannenburg een voor ons allen ver staanbare taal spreekt. Ook wanneer hij „vrij" werk schept. Geheel vrij is dit beeldhouwwerk nooit, er zit altijd een gebondenheid in, gebondenheid Sinds vele jaren is het gebruikelijk geweest, dat ieder bij het 12%-jarig bedrijfsjubileum eenzelfde aandenken ontving: een zilveren couvert. Vanaf 1 mei is hierin verandering gekomen. De jubilarissen zullen in het vervolg worden uitgenodigd een keuze te ma ken uit een collectie van zes herinne ringsgeschenken. Deze artikelen, afgebeeld op de foto hiernaast, zijn: het traditionele, doch nu niet meer exclusieve couvert, een vulpenset, een zwaar verzilverde as bak, een horloge in dames- en heren uitvoering), een gasaansteker en een fototoestel. Tot het invoeren van dit assortiment en dus tot het doorbreken van wat gerust een traditie genoemd mag wor den, werd besloten, nadat uit een onopvallendonderzoek onder het personeel was gebleken, dat een keu zemogelijkheid op prijs gesteld zou worden. Ofschoon dit assortiment beperkt is gehouden, heeft de ervaring in andere bedrijfsonderdelen reeds geleerd, dat er „voor elck wat wils" is. aan een door de opdrachtgever ge geven onderwerp. Van dit vrije werk waren enkele voorbeelden in het atelier te zien, o.a. de voorstudies en het uitein delijk concept van een beelden groep voor het Grotius-college te Heerlen. Een jongens- en een meisjesfiguur gaven het symbool van de Coëducatie zoals dit in het Protestants Grotiuscollege in het zuiden wordt toegepast. Het „portret" vraagt nóg meer deze „verstaanbare taal". De op drachtgever wil wat wij noemen een „gelijkenis", of dit nu los staande koppen zijn, (zoals op de foto zichtbaar) of medaillons, zij geven een gelijkenis zonder direkt een „foto" te zijn. Een foto geeft het tijdelijk beeld van het moment weer. De kunstenaar probeert iets vast te leggen van wat het wezen is van de mens die hier gemodel leerd wordt. Hij tracht boven het tijdelijke uit te komen. Er moet een wisselwerking zijn tussen de mens onderling, zodat de persoon lijkheid tot haar recht komt. Beperkingen Het medaillon legt de kunstenaar zeer veel beperkingen op. Het re liëf komt maar heel even uit bo ven het oppervlak. Diepte en ron dingen worden bijna tot een plat vlak teruggebracht. Het is anders dan wanneer een figuur of een kop los in de ruimte staat en waarbij de afmetingen overeen komen met de waarneembare werkelijkheid. U kent wel het werk van de beeldhouwer Zadkine, dat in Rot terdam geplaatst, de „verwoeste stad" symboliseert. Dit beeld wekt nog wel vele gewaarwordingen op, die de toeschouwer een bevredi ging geven. Maar wat hier in ge zien wordt is vaak geheel afwij kend van wat de kunstenaar er mee bedoeld heeft. Sommige beeldhouwers laten nóg verder iedere „verstaanbare" vormgeving los. Zij drukken zich uitsluitend uit in een aantal op eengestapelde blokken, of in wat aaneengelaste stangen en stukken plaatijzer. Binding Het werk van Dannenburg houdt, wat dit betreft, een veel sterkere bin ding met de door de natuur gegeven vormen. Iedere vorm is als het ware een spiegel van een geestelijke inhoud en daaraan ontleent het zijn schoon heid. Reeds een half jaar werkt Dan nenburg aan het modelleren in klei van de afbeeldingen van de heren G. en J. Heijn en J. W. de Vries. Dat wil niet zeggen dat er aan één stuk door gewerkt wordt. Er zijn rustperioden nodig om weer fris tegenover je eigen werk te komen te staan. Als je te lang aan een bepaald werk ook een schilderij door blijft werken, dan werk je het, zoals de vakman dit noemt „dood". Wij spraken tijdens ons bezoek aan het atelier de heer J. Heijn, die nu voor de zesde keer twee uur achter elkaar kwam poseren. Het was de laatste keer en ik ge loof dat de „modellen" blij zullen zijn wanneer dit twee-uur-achter- elkaar stil zitten voorbij is. Als het modelleren in klei klaar is, wordt er een gipsafgietsel van gemaakt. Dan gaat het gips naar de bronsgieterij. Brons kan meerdere tinten krijgen als ge volg van vooruit te bepalen oxy- dering. De kunstenaar zelf geeft hier Dinsdag 26 maart heeft de firma Boering in de Divisie Utrecht een avond gehouden over buitenlandse kaassoorten. Het doel van deze avond was onze medewerkers meer kennis bij te brengen over deze artikelen. Namens de firma Boering waren j ten te behandelen werden de 9 be- aanwezig de heer Sanders met langrijkste ouder de loupe geno- zijn assistent- de heer van Dijk, men, t.w. Roquefort - Mon Chou - benevens mevr. Freederiks en de j ^a^eaikert "^^s.e heren Fiemissen en de Nijs. Ver der waren er van het Hoofdkan toor de heren Kok, Schep en De Groote. Uit de divisie Utrecht werd de avond bijgewoond door twaalf B.L.'s met hun assistenten van de kaasafdeling. Voor de pauze werd door de heer ,ieec Sanders werden beantwoord. Er Port du Salut - Saint Paulin - Pri mula - Emmentaler en Gruyère. Mevrouw Freederiks liet de aan wezigen de behandelde soorten proeven. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, die door de Sanders een overzicht gegeven van alle soorten buitenlandse kaas, waarbij hij aan de hand van een duidelijk schema aantoonde welke soorten tot bepaalde groe pen behoorden. ontspon zich een levendige discussie, waarna de avond door de heer Auf dem Brinke werd besloten met een dankwoord aan de heer Sanders en zijn medewerkers en een opwekking aan de A.H.-medewerkers de verkre- Daar het niet doenlijk was, de op i gen kennis uit te buiten en in de ver- dit schema aangegeven 100 soor- koop tot uitdrukking te brengen. Hoewel het nog wel enkele maanden zal duren voordat de drie bronzen wandreliëfs van de vorig jaar afgetreden leden van de Raad van Bestuur de hal van het hoofdkantoor zullen sieren, hebben wij ge meend U al vast iets te moeten laten zien van het hieraan vooraf gaande werk. Wij hebben voor u een bezoek ge bracht aan het atelier van de beeld houwer Dannenburg, waar de laatste hand gelegd ivordt aan de meer dan levensgrote reliëfs. De heer Dannenburg is van huis uit een rasechte steenhouwer, die komende uit de steenhouwerij van zijn vader, een tijdlang als assis tent werkte op het atelier van Hildo Krop. Destijds één van de vooraanstaande, toonaangevende beeldhouwers. Daarna voltooide hij z'n studie op de academie te Amsterdam bij Prof. J. Bronner. Prof. Bronner deed enige jaren ge leden veel van zich spreken als schepper van een beeldengroep, voorstellende de hoofd,,typen" uit de „Camera Obscura" van Hilde- brand. Van Hildo Krop wordt ge zegd, dat hij niet tevreden was wanneer een kunstwerk uitslui tend de uiting was van de per soonlijkheid van de kunstenaar, maar dat hij óók wilde, dat de velen, die het werk aanschouw den er in zouden herkennen wat hem het meest bewoog. Hij sprak een voor de toeschouwers VER STAANBARE TAAL. Op onderstaande foto ziet u de heer Heijn poseren voor beeldhouwer, de heer Dannenburg. Op de achtergrond het kleimodel van de wand reliëfs van de heren G. Heijn en W. de Vries. De kleimodellen zijn inmiddels gereed, zodat nu de bronzen afgietsels vervaardigd kunnen worden. Het werk van Dannenburg laat geen ruimte voor het „experi ment" met neergegooide klompen klei of een vernuftig spel met lij nen en vlakken. Een moderne wij ze van kunst, waarmee wij de laatste jaren zo dikwijls gecon fronteerd worden, en waarbij het vaak maar een zeer kleine groep mensen is, die in dit werk iets kunnen beleven. De kunstenaar staat hierbij vaak op een grote af stand van de doorsnee toeschouw wer. Het is dan voor de leek moei lijk, werkelijke kunst te onder scheiden van „maniërisme". weer zijn aanwijzing, zodat het kleurengamma van het klare brons geheel overeenkomt met de wens van de beeldhouwer. Vorm en kleur vormen een eenheid. In de heer Dannenburg hebben wij kennis gemaakt met een kunstenaar, die ondanks het feit dat hij de laatste jaren door reuma sterk in zijn be wegingen gehandicapt is, in zijn ge sprek ën in zijn werk getuigt van een verfrissende levensblijheid. 15-5: 16-5: 22-5: 29-5: 3-5: 7-5: 29-4: 30-4: 1-5: 1-5:

Personeelsbladen | 1963 | | pagina 4