?j\m j Hongaren bouwen in tweede vaderland met sukses aan hun toekomst Onder ons gezegd „Flitsenbandjes Wip GEHUWD-: T(H)APTOE IN TILBURG WERD GROOT SUCCES 2 AH-FLITSEft Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. 20e jaargang - No. 4 April 1963 Verantwoordelijk eindredacteur: F. BRANDSMA Redacteuren: J. J. M. van der Meer, A. Oosterkamp en J. C. Voskamp. Public relations: Bureau G. J. van Hulzen, Scheveningen. Aan dit nummer werkten mee: M. C. Hut, K. Romp, H. van Petten, N. Hupkens. Gehele of gedeeltelijke overname uit dit blad is slechts geoor loofd na toestemming van Albeit Heijn N.V. Druk: Ramshorst, Wormerveer. Cliché's: Zaanl. Cliché Industrie. Zaandam. Er wordt nu wel zo dikwijls gemop perd over de slechte werkwijze van Doortje Suiker, maar nu komt ze toch 20-4' met een ogenschijnlijk gegronde klacht naar de bedrijfsleider. Het blijkt namelijk, dat ze al voor de tweede achtereenvolgende keer geen „Flitsen" heeft ontvangen. En dan mag Doortje haar fouten hebben, maar be langstelling voor het bedrijf heeft ze zeer zeker en vandaar dat ze niet graag de „Flitsen" wil missen. „Dat zal ik wel voor je in orde ma ken, Doortje", zegt de bedrijfsleider. „Die twee laatste nummers heb ik nog wel voor je en hier heb je een adres bandje waarop je je naam en adres moet invullen om de nieuwe „Flitsen" te ontvangen. Het adresbandje dat jij invidt stuur ik namelijk samen met alle andere adres bandjes naar de afdeling personeel - zaken op het hoofdkantoor. Hier wor den de bandjes van alle filialen ver zameld en dan verzonden naar de drukkerij waar de „Flitsen" worden gemaakt en van adresbandjes worden voorzien. Nu heb ik eens van Personeelszaken gehoord, dat er vele „Flitsen" naar hef hoofdkantoor worden terugge stuurd, omdat ze onbestelbaar zijn. En vaak blijkt dan, dat de adressen door de personeelsleden zelf onvolledig of verkeerd zijn ingevuld. Ik zie, dat jij intussen je adresbandje hebt ingevuld Doortje, geef maar aan mij. Oh. maar het is ook geen wonder, dat je de „Flitsen" een paar keer niet ontvangen hebt, zeg. Je hebt geen huisnummer en geen plaatsnaam ver meld, alleen maar het stadsdeel. Kijk, Doortje, ik zal het zelf even overschrijven en dan ontvang je ge garandeerd de „Flitsen". Maar dan moet je het voortaan ook zo invullen, hoor!" en zoals het zijn moet. 14-3-63: W. C. Mansveld-S. E. de Bruin, verkoopster 5559. 14-3-63: P. Vogelaar-G. Tonnes sen, verkoopster 7177. 3-4-63: J. C. Suurmond-F. v. d. Molen, B.L. 5654. 19-4-63: F. de Krek-L. M. de Haan, B.L. 7128. 20-4-63: J. J. F. Broekhuysen-C. Verhaar, verkoper 7154. 17-4-63: B. Pol-A. Zaal, Ambu lant verkoopster. 17-4-63: M. G. Heuveling-J. M. Rutten, verkoper 2750, verkoopster 7193. 17-4-63: J. Bosch-T. Tichelhoven, verkoopster 5621. 28-3-63: J. A. v. Roon-A. G. Gros kamp, verkoopster 1017. 5-4-63: W. Versehoor-L. Lens- kens, Slager 1012. W. Slïepen-R. Regenhart, administratrice 1010. 27-3-63: J. J. Sterenberg-C. Eg- gers, verkoper 5577. De Schotjes, een doedelzakband uit de stad van de Nederlandse „schotse" ruit, tijdens hun show voor onze Tilburgse supermart. Ditmaal richten wij de schijnwerper op drie Hongaarse collega's die in onze filialen werken en met sueees aan him toekomst bouwen. Wij vonden de aanpassing die deze medewerkers hebben ondergaan na hun komst in ons land in 1956 zo goed, dat wij besloten om de heren A. Szabo, J. Balogh en I. J. Gyurakovies (want die zyu het) eens nader by u te introduceren. I maanden werkte hij weer in de- zelfde zaak en toen volgde de i zwarte bladzijde van 1956. „Ik weet niets meer," vertelde hij, I "a^een dat ik in Wenen in een N school sliep en het plan had om naar Canada te gaan. Ik ont- 7 I nioette echter een vriend, die in V Holland woonde en zo kwam ik in 33 de Julianahal te Utrecht." H:j be sloot drie maanden bij Bruynzeel in Zaandam te gaan werken om de taal te leren. Die taal lukte wel zo'n beetje, maar bleef toch moeilijk, want toen hij bij Albert Heijn sollici teerde spelde hij de uitnodigings brief op de stoep nog drie maal voor hij naar binnen ging. Maar hij kwam, zag en overwon want na 2V2 jaar bediende in een filiaal geweest te zijn, werd hij 8 maanden vervanger en kreeg daarna de kans om in de Supermart te Zaandam te wer ken, waar hij na verloop van tijd afdelingschef werd. Op 30-10-62 huwde hij met mejuffrouw Tuzlak en kreeg een woning in Zaandam. Eén van de grootste gebeurtenis sen in zijn leven was wel de over komst van zijn moeder, die vorig jaar enige weken vanuit Honga rije bij hem op bezoek was. Sinds kort is de heer Szabo nu in opleiding voor bedrijfsleider Supermart, welke functie hij bin nen niet al te lange tijd hoopt te bereiken. De heer A. Szabo, van alle kruideniersmarkten thuis. ADAM SZABO (30) troffen wij in onze grootste Supermart te Am sterdam-Oost waar hij een stage meemaakte op de kruid.-afdeling. 30 jaren geleden werd Adam ge boren als zoon van een Hongaarse kruidenier in het plaatsje Paks op 100 km. afstand van Boedapest. Daar volgde hij de Elemi-Iskola (de lagere school), Polgari-Iskola (de Ulo) en de kruideniersvak school. Daar stond de heer Szabo met het diploma van de vakschool in zijn zak en hij besloot te gaan werken in een Supermart van een Staats-grootwinkelbedrijf (Közért) waar hij na verloop van tijd werd aangesteld als ass.-chef. „Van alles verkochten wij"vertelt de heer Szabo enthousiast. „Kruideniers waren. brood, banket, melk, groente „Is er nu nog veel verschil in assortiment?" vroegen wij. „Oh ja, wij verkochten bijv. ook gepaneerde schnitzels en gepaneerde lever." Na de militaire dienst van 25 „Komt kijken en luisteren", zo lazen wij op 23 maart j.l. in Tilburg. Een groot aantal affiches vertelde dat, ter opluistering van de „Heinz Haptoe"-week, voor de Supermart van Albert Heijn een Taptoe zou worden gehouden door de „Tilburgse Schotjes", die kortgeleden zo'n eclatant succes hadden by hun optreden in het televisieprogramma „Sterren en Streken". Het leek wel of heel Tilburg was van Heinz kwam ik op de gedachte uitgelopen want het grote voor plein van het nieuwe winkelcen trum was omstreeks 3 uur des middags stampvol belangstellen den. Werkelijk iedereen kwam kijken om van „Haptoe" taptoe te maken en als rasechte Tilburger denk je dan meteen aan de „Schotjes", want daar zijn wij trots op." Ja, dat was het begin van het grote festijn, want er volgde nog naar de Tilburgse schonen, die veel meer. Behalve de kleurige met 'hun kleurige Schotse cos- banieren in de winkel waren al- tuums inderdaad voor de opluis- j lerlei prachtig gekleurde afbeel- tering zorgden. Ons door de me- dingen van Schotland en Schotse nigte heenworstelend, vroegen wij I doedelzakspelers opgehangen en de bedrijfsleider, de heer A. W. bovendien waren er op meerdere v. Vugt, hoe hij op de gedachte plaatsen in de winkel fleurig ge klede herauten, die als het ware de taptoe voorafgingen. van deze stunt was gekomen. Van de toren blazen „Och", vertelde de heer van Vugt ons, „evenals vorig jaar wilde ik eens flink van de toren blazen en al den kende kom je dan van hef één op het ander. Samen met de verkoopleider De show sloeg bij het publiek gewel dig in, maar had ook zakelijk royaal sukses. De Schotjes kregen na hun werk nl. in de zaak een frisdrank aan geboden en namen in hun kielzog vele klanten mee naar binnen 1ST VAN GYURAKOV1CS (21) kwam in november 1957 naar Neder land- Ook hij was in Hongarije werkzaam in een kruidenierszaak en had aanvankelijk ook met de taal te kam pen. Daarom werkte hij geruime tijd in een timmerfabriek te Velp. Het ging echter niet vlot, want na een half jaar kon hij zich nog niet zo goed ver staanbaar maken. Toch besloot hij om de kruide niersrichting uit te gaan, verhuur de zich voor 10,per week bij een kruidenierszaak en hield dit 'n jaar vol. Hij leerde zoveel, dat hij daarna 2 jaren bij een Coöperatie te Arnhem kon werken. Intussen studeerde hij voor zijn di ploma's en leerde op de cursus avonden Albert Heijners kennen die hem enthousiast maakten voor ons bedrijf. Hij werkte in een be dieningszaak, een zelfbedienings zaak en sinds kort in de Super mart te Arnhem, waar hij wordt opgeleid voor chef kr-uidenierswa- renafdeling. Gyurakovies is nu zes jaar in Holland en spreekt nu onze taal zeer goed. Zijn verloofde mej. van Beek werkt in ons filiaal Oosterbeek en samen werken zij hard aan hun toekomst. JANOS BALOGH (35) is Je tweede Hongaar, die in dienst van Albert Heijn trad. Zijn naam betekent let terlijk vertaald „Linkshandige", doch op hem is dit beslist niet van toepas sing. Wij troffen hem met zijn vrouw mevrouw Balogh-Kozna in het Am sterdamse filiaal Joh. Verhulststraat als bedrijfsleider. Janos werd geboren in Inares, een klein plaatsje vlak bij Boedapest. Zijn vader was chef-monteur bij een groot bedrijf en moeder dreef toen Janos klein was 'n wijn-win keltje. Dat is in die buurt beslist niet vreemd, want elk gezin heeft zo n 50-100 liter wijn in huis. Geen Tokayer, zoals v/ij die kennen, doch gewone Hongaarse witte landwijn. De kleine Janos ging in Ingres Daar de lagere school. Zo'n echte dorps school, waar de 2e en 3e klassen samen in een lo kaal zaten. La ter ging hij naai de MULO. Toen hij 10 jaar was begon de oorlog, maar zo als hij zelf zegt 'Kinderen leven in een andere wereld, dus voetbalde ik veel en deed naast allerlei De heer I. Gyurakovies. andere sporten veel fietsen', Ge zondheid was er in overvloed, wan! ieder huis in Inares heeft een tuin De familie Balogh bezat 800 m; grond met wel 65 vruchtbomen. Na de oorlog ging Janos werken in een filiaa 1 van de Staats-Co- operatie. Tweemaal per week ging hij naar school om voor zijn vak diploma te leren. In 1949 werd hij bedrijfsleider in een zaak met 16 man personeel. Het personeel werkte in 2 ploegen dagelijks van 6-13.30 en van 13.30-9 uur. De be drijfsleider werd geacht de gehele dag (en week) aanwezig te zijn! „Ja, dat was me een tijd," zegt Balogh nu. „De balans viel altijd op 31 december en dus vierden wij ons oudejaarsfeest altijd doodmoe tussen de balen". Dan komt er weer zo'n heel zwarte bladzijde, waaraan hij nu alleen nog maar de wrange herinnering, zijn vrouw, zijn zoon van 13 jaar en een versleten diplomatentasje over heeft. „Dat ding krijgt u van mij voor geen f 200,zegt hij en strijkt met wee moed over het versleten leder. Dit was het enige, dat ik mee nam n de inhoud was zes sneetjes brood en één stuk spek". De Balogh's kwamen terecht in Oostenrijk en ja, wat te doen. Dat wisten wij ook niet," zei hij, de hele wereld stond eigenlijk open. Alleen, we hadden niets en we ker.den niemand. Verstaan kon ik ook niemand, want het talen- onderricht op de MULO was al in 1939 geschrapt. Ik kende Duits noch Engels, doch via een geestelijke kregen wij goe de voorlichting. Thuis hadden wij vroeger een buurvrouw, die wel eens in Nederland geweest was en die had mooie verhalen over dat land, zodat ik besloot om naar de Nederlandse consul te stappen. Korte tijd later zaten we in een hotel in Gaasterland. In Sneek kregen wij een huis en op een touwfabriek verdiende ik 54,per week. Dat was niet veel, maar omdat ik niet kon spreken was er een sociale ambte naar, die welwillend kolen bestel de voor 13.50 per mud! Dus u begrijpt de moeilijkheden. Door zijn vriend Szabo kwam Ba logh in 1960 bij Albert Heijn. Eerst als bediende in het magazijn en la ter als assistent-chef en bedrijfs leider. De heer Balogh is nu sinds kort zelfs in opleiding voor bedrijfslei der van een Supermart en enthou siast vertelt hij over de grote aan passing in zijn leven. Een aanpassing, die uiterst moei lijk was, doch die zij alle drie goed doorgemaakt hebben. Vorig jaar- was schoonmama 5 weken op be zoek en zij vond hun kinderen in goede welstand en gezondheid te rug in het land van de „buur vrouw" I De Hongaarse familie Balogh in I J hun Nederlandse huiskamer.

Personeelsbladen | 1963 | | pagina 2