Barteisonbezoekt Komst van molen in Zaanstreek was begin van industriële bedrijvigheid Nederlandse taal is rijk aan 'molen-uitdrukkingen „I)e gekroonde Poelenburg Muzikaal AH-FLITSEN n« oorcto mnanii van het nieuwe Vv De eerste maand van het nieuwe jaar heeft flink ingezet wat de strenge winter betreft. De heer Hollander brengt dank voor de bewijzen van medeleven tij dens zijn ziekte, in het ziekenhuis en thuis. Het is zo prettig als er belangstelling is wanneer men ziek is. Gelukkig is dit prima. Dit is al lemaal in de loop der jaren ge groeid. Zien wij maar naar de heer P. de Vries, die al vele weken in het ziekenhuis moest verblijven en nu weer thuis is. Wat een medele ven van chef en personeel. Ook is dit het geval met de heer J. Popping, die in het O.L.V.- ziekenhuis in Amsterdam ver pleegd wordt. De collega's bezoch ten hem regelmatig, wat ook door de zieken en de familie zeer op j prijs wordt gesteld. Ons ziekenrapport is thans nogal uitgebreid; oorzaak van deze vele zieken is wel de erge kou van de laatste weken. De heer J. Stroet is na drie weken in het ziekenhuis te zijn geweest weer thuis. Ook de heer Groen (O.D.) is voor onderzoek in het ziekenhuis opgenomen. De heer G. Brehler en vader J. Brehler zijn ook beide door ziekte aan bed gebonden. Mevrouw van Wijngaarden is ook nog steeds we gens ziekte thuis, al wordt dit snel beter. De heer J. Lagrand heeft het werk voor halve dagen hervat. Mevrouw Kloppers is nu bij haar dochter in Koog a. d. Zaan wegens ziekte. Zij hoopt op 1 april haar 80ste verjaardag te vieren. De heer Ronitz is na zijn operatie weer thuis gekomen. De heer De Goede is nog steeds wegens ziekte verhinderd om zijn wei'k te doen. De heer Ten Bosch van de O.D. moest voor een operatie opge nomen worden, maar is nu weer thuis om verder aan te sterken. De heer v. d. Stelt (emb.afd.) is uit het ziekenhuis ontslagen en weer thuis. Met de heer Bergh gaat het na zijn operatie re delijk wel, al is het nog steeds voorzichtig aan geboden. Mevr. Bults is al geruime tijd thuis en wij wensen haar dan ook het allerbeste toe. De heer v. Meer (kaas) en de Jong (C.F.) moesten ook het werk beëindigen wegens ziekte. Zo hebben wij dan een greep ge daan om u een overzicht te geven van onze zieken, maar het is niet mogelijk om ze allemaal met name te noemen. Wel willen wij wensen dat al onze zieken weer spoedig een goede gezondheid mogen ge nieten. Mej. Boon (amb.afd.) is in de huwelijksboot gestapt en wij wen sen haar met de bruidegom veel gezondheid. De heer en mevrouw De Jong hebben nu hun intrek ge nomen in het nieuwe bejaarden tehuis „Groenland". Ze hebben 't reuze naar hun zin en worden nu op hun wenken bediend. Wij hopen dat ze nog vele jaren in dit te huis mogen verblijven. Sonja uit Australië maakt het ook uitstekend en nog bedankt voor je brief. Leuk dat je ook op de T.V. over A.H. hoorde, dan voel je je toch weer verbonden met Zaan dam. Op 10 februari vierde de heer v. Mechelen zijn 12%-jarig huwelijks feest, en 29 februari viert de heer J. Sas zijn 12y2-jarig huwelijks feest. 28 februari is de heer D. Bakker (kaasafd.) 12% jaar ge trouwd. Al deze feestgangers onze felicita tie en nog vele goede en gezonde jaren toegewenst. Het begin van de industriële bedi-yvigheid moeten we zien in de over plaatsing en oprichting van de eerste wind-houtzaagmolen op een erf te Oost-Zaandam. Cornelis Cornelisz. te Uitgeest had in 1592 octrooi ver kregen op zijn uitvinding om door middel van een windmolentje een zaag op en neer te bewegen. Daarmede kon het moeizame handwerk om stammen tot planken te zagen vervangen worden door een mecha nische drijfkracht. Eén van de ruim 300. die de Zaan streek in de 17e eeuw telde. Een paar jaar probeerde hij zijn uit vinding te verkopen aan handzagers, in gilde verenigd, in verschillende Hollandse steden, evenwel zonder sukses: men zag er blijkbaar niets in. Cornelis vond tenslotte een Zaan dammer bereid om het primitieve zaagmolentje, dat uit utiliteits- overwegingen op een vlot in het water was geplaatst, te kopen. Het werd naar Zaandam vervoerd, enige malen vergroot en verbeterd en tenslotte draaibaar op de werf geplaatst. Na al deze verbeteringen had het de gedaante gekregen van de be kende „palti ok-houtzaagmolen' een genieus bedachte, van hout ge construeerde door wind gedreven houtzaagmachine waarmee hij op vlugge en goedkope wijze het ru we materiaal tot timmer- en an der gebruikshout kon verwerken. Navolging Het voorbeeld vond spoedig na volging en in het begin van de 17e eeuw werkten in Zaan dam reeds een paar dozijn zaagmolens. Te laat zag men in de steden en vnl. Amster dam. dat de toekomst aan de mechanisatie was. Te lang heeft men door beschermen en aan goed vaarwater, (de eni ge verkeersmogelijkheid) waar door rechtstreekse verbindingen door de uitgebreide schipperij kon den worden onderhouden. Veel wind De omstandigheid, dat in dit vrijwel boomloze, vlakke gebied de wind onbelemmerd langs de molens kon waaien, was mede een faktor van be tekenis. Maar bovenal moet men de aard van de bevolking en haar grote energie als de drijfveer onderkennen voor het kunnen ontstaan van een industrie- en handelscentrum van een omvang als toendertijd nergens werd aangetroffen. Vrij van de vaak beklemmende, ja wurgende bepalingen der gilde in de steden, konden ondernemende lieden zich in de Zaanlanden ves tigen, pionieren en experimente- Het aantal zaagmolens steeg in de 17e eeuw tot ongeveer driehon derd. Een groot aantal verwerkte de aangevoerde stammen tot tim merhout, anderen zaagden spe ciaal de houtwaren die nodig zijn voor de scheepsbouw en weer an deren legden zich toe op het zagen van wageschot, een edele eiken- de bepalingen het oude hand- houtsoort, die in dunne baden ge- zaagbedrijf gesteund en in zaagd werd voor de inteneurbe stand gehouden. Steeds meer houthandelaren lieten hun balken in Zaandam zagen, hetzij met of zonder vergun ning van de stedelijke over heid. De Zaanstreek was ten opzichte ;an de steden zeer gunstig gele- j Op deze foto ziet u „de gekroon de Poelenburg"die thans in de Zaanse Schans aan de Kalver- dijk, bij de Julianabrug in Zaan dijk wordt herbouwd. Voor enkele jaren stond de molen in het Oosfzijdervcld in Zaandam, maar door de stadsuitbreiding stond hij in de weg. Men wilde de molen, die van een zeldzaam soorf is, behouden en vandaar, dat men tot herbouw heeft besloten. Deze molen is een zogenaamde Paltrokwelke naam de molen dankt aan zijn vorm. die de vorm van een rok heeft die eertijds in „de Palts" in Duitsland gedragen werd. De Zaanse Schans moet een reser vaat van specifieke houten Zaanse huizen en andere bouwwerkjes worden om deze architektuur voor het nageslacht te bewaren. Zoals bekend, wordt er ook een winkeltje herbouwd uit de begin periode van ons bedrijf. De huizen zullen van alle moderne gemakken voorzien en voor nor- I male bewoning worden bestemd. Verder ziet u nog op de achter- grond van de foto de molens „De Koperslager" en de onttakelde mo len „De Kat", die over enige tijd i ook weer in de oude luister her- j steld wordt. timmering van huizen en schepen. Bloei houtnijverheid Een rechtstreeks gevolg van de belemmeringen die men van stedelijke zijde de ont wikkeling van de Zaanse za gerij in de weg poogde te leg gen, was dat de oorspronke lijke Zaanse loonzagers een eigen handel in gezaagde en ongezaagde houtwaren op bouwden. En wel met zoveel succes, dat de stapelplaats van Rijns hout zich van Dordrecht naar Zaandam verplaatste. De eveneens in het begin van de 17e eeuw opkomende groot- scheepsmakerij te Zaandam was mede een belangrijke stimulans voor de groei en ontwikkeling van de Zaanse houtnijverheid. Niet al leen de Zaanse scheepsbouwers, maar ook vele stedelijke collega's dekten hun behoeften aan scheeps timmerhout gedeeltelijk op de Zaandamse houtveilingen, die in de 17e en 18e eeuw met grote fre quentie gehouden werden. Zo was er een goede, stimulerende wisselwerking: de gemakkelijke ver krijgbaarheid van alle soorten scheeps-, timmer-, mast- en rondhout versterkte de concurrentiepositie van de scheepsbouwers en deed op zijn beurt de zagerij en handel weer groeien. 7%-jarig zakenjubileum: 5-3: mevrouw G. Schram (CF) 12-3: mevrouw P. Zwikker-Ver- burg (BB). 12% jaar getrouwd: 22-2: de heer W. J. de Laat (exp.) 29-2: de heer J. H. Sas (exp.) 28-2: de heer D. Bakker (kaasafd.) Onderstaand een verzameling uit- bak dienende tot het opbergen der drukkingen in de Nederlandse taal welke betrekking hebben op het Zaanse molenleven. Het molentje draait, de baas gepaaid. (Als het werk zijn gang gaat, is de baas tevreden). Een lapje zwichten. (Wordt gezegd als men bij inspan nende arbeid, of bij warm weer, klossen (korte stukjes hout, ge bezigd bij het balken zagen en verder bewaarplaats van klein ge reedschap Op spijker zagen. (Zwaar snurken, gedurende het slapen). Hij vreet als een houtzager. lastig geworden kledingstukken (Gezegd van iemand die, evenals uittrekt. Zeil minderen, reven. over het algemeen de houtzagers, wordt door de Zaanse molenaars een gezonde eetlust toonde). zwichten" genoemd) We zullen de zeilen maar klampen, of inhalen. (Figuurlijk: De bezigheden sta ken. Werkelijk: De zeilen wegne men, oprollen en achter de slin- gerklampen bevestigen) Een beetje, of een paaltje, kruien. Hij moet een oprijder hebben. (Gezegd ten opzichte van iemand die een aanporring nodig heeft. Het aanscherpen van de bot ge worden tanden van de molenzaag, werd „aanpunten" genoemd. Deze behandeling der zagentanden, waarbij de zagen in het zaagraam (Figuurlijk: ruimte maken; op- bieven was n,ej aitijd voldoende en schikken; zich verwijderen. „Zou moest 00k een óp rijder" toege- nAn nnolfiü Irnnnon - je niet een paaltje kunnen krui en?": wat uit de weg gaan, enz. Afgeleid, in 't algemeen: van het verkruien, verdraaien, van de mo lenkap, in 't bijzonder (paaltje) van de paltrokmolens, waarvan 't kruitouw bevestigd is aan de krui- paal en bij het ver'kruien, zo no dig, van paal tot paal wordt ver legd). Dronken als een staartmoten. diend worden. Bij laatstgenoemde bewerking werd met de, in beide handen gevatte, „puntvijl", zeer krachtig tegen de onderkant der tanden gestreken). Een kopschaal, of een afloper. (Benaming voor een scheef gesne den plak brood, koek, enz. Kop schaal: Een, aan één zijde bezaagd stuk afvalhout, aan het ene eind (De meeste molenschuren of lood- dik (de kop), het andere eind is Wat hoor ik Marietje, ben je op de muziekschool? Ja, al een paar weken. Oh is dat moeilijk? Nee hoor, je hoeft niet eens te strijken. Wat voor instrument bespeel je? No-iron viool! sen, waren (zijn) voorzien van een staartmoten (spin) welke, op een stander geplaatst, op de topgevel stonden (staan). De lichamen de zer molentjes worden meestal, on der het malen, rusteloos heen en weer bewogen, door dat hun lan ge staart uitermate gevoelig is voor elke afwijking in de wind richting. De kleine „land"-water molentjes, die ingepolderd land droog houden, behoren ook tot de staartmolens en tonen dezelfde beweeglijkheid, doch in mindere mate). j Hij draait als een staartmoten. j (Hij draait met alle winden. Ie mand op wie men geen staat kan maken. Een weerhaan). Van dik hout zaagt men planken. De klossenbak opzoeken; in de klos- senbak liggen. (Naar bed gaan; te bed liggen; ook: ziek zijn. Klossenbakkeneen dun, scherp. Afloper: Omschrij ving als boven, alleen het stuk hout is geringer van afmetingen. aan direktie en personeel voor de bewezen attenties: bij zijn ziekte, de heer D. Buijs- man; bij zijn ziekte, de heer G. J. de Jong (C.F.J. bij zijn 12]/2~jarig huwelijksfeest, de heer C. van Draanen en de heer J. Heringa; bij zijn 25-jarig huwelijksfeest, de heer J. E. Arendse; bij hun zilveren huwelijksfeest, de heer en mevr. Visser-van Wezep. bij zijn 12}^-jarig zakenjubileum. de heer H. A. M. van Veldhoven.

Personeelsbladen | 1963 | | pagina 6