BASTOONE
AH-FLITSEN
Enkele weken geleden stierf in een ziekenhuis in Düssel-
dorf de 45-jarige bouwvakarbeider Franz Muller. Een
slachtoffer van het drukke verkeer, dat aan zijn zware
verwondingen overleed. In zijn laatste ogenblikken gaf
hij aan een priester, die hem bijstond, het grote geheim
prijs, dat zijn leven sinds 1944 beheerst had. Een vrese
lijk geheim, dat nu nog als een mysterie voortleeft in
een klein gehucht in de Ardennen, niet ver van Bas
togne. dal in de Kerstnacht 1955 werd opgeschrikt door
een hevige explosie. Ruim 10 jaar na de tweede wereld
oorlog was deze Franz Muller de laatste gewonde van
de tweede wereldoorlog. Ternauwernood ontsnapt aan
de dood op een actie, die sergeant Wood in die batige
oorlogsnacht van Kerstmis 1944 niet meer kon volvoe
ren. Een wonderlijk verhaal, dat ondanks de gruwelijke
feiten iets te leren geeft van het grote licht, dat in de
kerstdagen de kans krijgt in vele donkere harten door
te dringen.
Begin december 1944 verzamelden zich achter de Eifel
onder dekking van de Siegfriedlinie de laatste reserves
van de Duitse weermacht. Op de mistige morgen van
de 16e december stonden 19 infanterie-parachutisten-
divisies en 9 pantser-divisies gereed voor de grote aanval,
die door de geschiedschrijvers van thans als de laatste
stuiptrekking van de militaire macht van Hitler-Duits-
land wordt beschouwd. Toen Von Rundtstedt het bevel
tot de aanval gaf en de eerste Duitse parachutisten ach
ter de Emblève vielen, was het zwakke Amerikaanse leger
in dit gebied volkomen verrast. Het eerste nieuws van
het Duitse Ardennen-offensief was een groot alarm voor
geheel West-Europa. In enkele uren sloegen super-snelle
Duitse pantser-eenheden, vaak uitgerust met Amerikaans
materieel en Engels sprekende manschappen, een 85 kilo
meter diepe bres in de dun bezette geallieerde linies.
Aanvankelijk leek er geen houden aan. De Duitse aanval
was een volslagen verrassing. Tot overmaat van ramp
hield de dichte mist de geallieerde vliegtuigen aan de
grond, die de verbeten vechtende infanteristen in het
bedreigde gebied geen enkele steun konden geven.
Eisenhower sloeg echter snel terug. De dreigende door
stoot naar de aanvoerhaven Antwerpen zou een ramp
zijn geweest, die de tweede wereldoorlog belangrijk had
kunnen verlengen. Eisenhower staakte de aanval op Saar
en Roer. In allerijl werden de reserves van deze goed
getrainde aanvalstroepen op de flanken van de doorbraak
ingezet. Er werd door het geallieerde hoofdkwartier zelfs
een terugtocht over de Vogezenkam voorbereid om af
snijding van de troepen in het zuiden te voorkomen.
Binnen 20 uur stond Patton met 6 infanterie-divisies en
een pantserdivisie loodrecht op de zuidelijke doorbraak-
Jijn. Montgomery versperde in het noorden met het
30ste Britse legerkorps de weg naar Antwerpen. Het
7e Amerikaanse legerkorps, dat in het Ourthe- en Em-
blèvedal in stelling ging, moest een Duitse doorbraak
naar Luik voorkomen, waar aanvankelijk een paniek
onder de bevolking dreigde.
Verder in het westen bracht Eisenhower Amerikaanse
en Britse tanks en parachutisten en Franse infanterie in
het vuur. Nog steeds wordt de lof gezongen van de
Amerikaanse parachutisten, die in kleine groepjes rond
Bastogne ingesloten zo dapper stand hielden. Daarmee
grendelden deze dappere vechtjassen een belangrijke aan-
voerweg voor de Duitsers af, die pas op 25 en 26 de
cember in de omgeving van Celles hun lange aanvals-
weg zagen afbrokkelen onder het vuur van Britse tanks.
Enkele dagen later werd ook bij Bastogne de Duitse be-
door Cor van Heugten
dreiging afgewend, waarop België en Zuid-Nederland
verlicht adem haalden. De Duitsers verloren 120.000
man. De Amerikanen telden 8000 doden en 21.000 ge
vangenen en vermisten.
Een van de vermisten van deze befaamde Ardennenslag
was sergeant Wood, een jongen uit Texas, die met een
aantal manschappen in een bosrand tussen Bastogne en
Celles was ingesloten. Sinds de 19e december hadden
zij geen duim grond meer prijs gegeven. Zij hielden
verbeten standondanks voedsel- en munitiegebrek.
Toen op de avond van Kerstnacht de duisternis inviel,
was sergeant Wood met twee man op patrouille gegaan.
Aan een kleine landweg niet ver van een afgebrande
boerderij, hadden zij plotseling vuur gekregen van twee
kanten. In een diepe granaattrechter had Wood dekking
gevonden. Hij bleef echter alleen achter, omdat zijn
makkers zich via een snelle ren in de eigen linie in vei
ligheid hadden gebracht. Wood liep 50 meter voorop,
gedekt door de anderen.
Voor sergeant Wood was de situatie vrij hopeloos. In
de stille vriesnacht hoorde hij duidelijk de bemanningen
van enkele Duitse tanks praten, die op nog geen honderd
meter afstand in de bosrand moesten staan. Op hoogstens
50 meter moesten de Duitsers zijn ingegraven, die op
zijn patrouille hadden gevuurd. Waarschijnlijk in het
wilde weg op het gerucht van krakende takken in het
besneeuwde bos. Dat was hun redding geweest. Voor
Wood zat er niets anders op dan enkele uren te wachten
voor hij een nieuwe poging zou gaan wagen naar zijn
eigen stelling terug te sluipen.
Het liep echter anders. Kort voor middernacht riep een
Duitse stem vlak bij in gebroken Engels: „Vrolijk Kerst
feest, yanki, kom er maar uit, wij schieten niet." Was
het een list? De adem stokte sergeant Wood in de keel.
In luttele sekonden schoten alle lessen, van de totale
oorlog, booby traps en Duitse oorlogsmisdaden hem door
het hoofd. Zodra hij zijn hoofd boven de kuil stak, zou
hij vuur krijgen. Voor de tweede maal riep de stem
echter: happy christmas, frieden, kom eruit. En plotse
ling stond een Duitser, duidelijk afgetekend tegen de
lochtende hemel van de heldere vriesnacht, op de rand
van de granaattrechter. Wood greep met zijn koude ver
stijfde handen naar een handgranaat aan zijn gordel.
Maar toen gebeurde het grote wonder van de Kerstnacht.
De Duitse militair volkomen ongedekt boven hem was
ongewapend en stak de hand uit. Twee verlegen vijan
den drukten elkaar de hand aan het Ardennenfront, waar
het krijgsrumoer al enkele uren was verstomd. „Ge-
freiter Weber", stelde zich de Duitser voor „sergeant
Wood", stamelde de yank. Wat doet een verlegen Ame
rikaan in zo n onroerend ogenblik. „Sigaret?" vroeg hij.
Dat brak de nerveuze spanning. Twee mannen, vaders
van twee gezinnen, vielen elkaar in de armen. Zalig
Kerstfeest. Op dat ogenblik was er vrede aan het Ar
dennenfront. Er was even geen oorlog meer aan het
front van Lesse; niet ver van Celles. Er vielen warme
tranen in de sneeuw. Zo is het in twee wereldoorlogen
gebeurd, in de Kerstnacht. Zo was het in '14'18. Zo
was het in 1944. Vrede in de Kerstnacht temidden van
een brandende wereld.
Terwijl Wood en Weber „schnaps" voor sigaretten ruil
den, was de moordenaarshand al tegen de Duitser en
Amerikaan opgeheven. De stemmen in het bos hadden
na het korte vuurgevecht in de vooravond de nieuws
gierigheid gewekt van de S.D.-er Muller; Franz Muller
uit Düsseldorf, die met ijzeren vuist het moreel van de
tankgrenadiers aan het front bewaakte. Hij kende geen
pardon. Muller was de enige getuige van de verbroede
ring van Weber en Wood in deze Kerstnacht. De felle
partijman kon zijn ogen niet geloven. Een Amerikaan
en een Duitser in eikaars armen, terwijl Duitsland
brandde. Dat was hoogverraad aan de Führer. Met een
luide verwensing had Franz Muller zijn machinepistool
geheven en gevuurd op de beide mannen. De reactie
van Wood kwam te laat. Bliksemsnel had hij nog de
veiligheidspin uit een handgranaat getrokken, te laat
voor deze verraderlijke overval, waarvan ook Gefreiter
Weber het slachtoffer werd. Dodelijk getroffen vielen
Weber en Wood naast elkaar in de granaattrechter. Ser
geant Wood: de scherp gestelde handgranaat nog in de
verkrampte hand, die plotseling geen macht meer had
Toen Muller de lijken van Weber en Wood onder de
hardbevroren grond van de granaattrechter schoof, was
elk spoor van de misdaad uitgewist. De volgende dag was
het hele front weer in beweging. Wood werd als vermist
opgegeven. Na de oorlog kwam de krijgsgevangen Franz
Muller weer in Duitsland terug. De trotse fanatieke
S.D.-er was een onbetekenend burgermannetje gewor
den, dat een half jaar werkeloos rondliep. Het verleden
liet Muller niet los. Elk na-oorlogs Kerstfeest was een
kwelling voor hem. Elke Kerstmis kreeg de misdaad van
die nacht aan het Ardennenfront Muller te pakken.
Op Kerstavond 1954 werd Muller ernstig ziek. De
dokter konstateerde een zware zenuw-instorting. Tien
lange jaren had de kreet van de slachtoffers in die bange
Kerstnacht Muller achtervolgd. Dat geheim was te zwaar
voor Muller. De klok van Mullers leven was in de
Kerstnacht 1944 stil blijven staan.
Enkele weken later gaf een wanhopige Duitse vrouw
Muller het bericht aan de plaatselijke politie, dat haar
man in overspannen toestand de woning had verlaten.
Toen dat bericht op de politie-telex kwam, was Franz
Muller al op weg naar het voormalige Ardennenfront.
Op zoek naar het nog onbekende graf in de granaat-
trechter. De volgende dag was Muller al in Bastogne.
Zaterdagavond 22 januari liep een schuwe figuur met
de ogen van een geesteszieke over de landweg, waar de
tanks gestaan hadden. Muller kende de omgeving nog
precies. Al waren de bomen wat hoger, een weg verhard
en de oorlogsschade grotendeels hersteld. Tegen het
vallen van de avond had Muller de plaats van het oor
logsmisdrijf gevonden, dat hij ter identifikatie van de
slachtoffers aan de plaatselijke autoriteiten wilde mel
den. Toen over Bastogne en Celles de avond viel, begon
Muller zijn ongewoon karwei. Zij handen groeven in
de grond, die hem het geheim van de identiteit van
zijn slachtoffers zou openbaren. Dan zou hij schrijven
aan de nabestaanden om vergeving te vragen. Dan kon
hij weer terug naar huis en verder leven. Eerst zijn mis
daad bekennen. Toen de hijgende gestalte de stoffelijke
resten van sergeant Wood beroerde, verscheurde een
daverende explosie de nachtelijke stilte. De woelende
handen van de S.D.-er hadden de zware kleibrokken
weggegraven, die 10 jaar lang de beugel van de
scherp gestelde handgranaat in de verkrampte dode
hand van sergeant Wood had omklemd. Pas de volgende
morgen vond de plaatselijke politie een zwaar gewonde
bewusteloze Muller in het bosje bij de Lesse. Getroffen
door de scherven van een handgranaat, die in de Kerst
nacht 1944 vergeefs getrokken werd. De laatste aktie
van sergeant Wood. Muller de laatste gewonde van de
tweede wereldoorlog. Pas vier weken later kwam Muller
thuis terug, in zijn dorp bij Düsseldorf. Volgens de
doktoren uit Bastogne en Düsseldorf een herstelde gees
teszieke, die een tik uit de oorlog had overgehouden.
Voor de plaatselijke politie nog steeds een mysterie,
waarover de gewonde Muller elke inlichting weigerde.
In de stilte van de Kerstnacht is veel te horen. Voor
ieder, die in deze dagen zijn hart wil openstellen voor
het licht, dat ook Gefreiter Muller trof.