Örgelhlaibegeleiden de k ers 1961 m$ niet gemakkelijk, maar wel suksesvol Landelijk kerstmis 1961 Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V., Zaandam 18e Jaargang No. 12 - Kerstmis 1961 De machtige pijpen van het orgel van de St. Laurens- kerk in Alkmaar. In honderden misschien wel duizenden kerken over de hele wereld zullen met Kerstmis opnieuw de aloude Kerstliederen weerklinken. Stil zal men zitten wachten het gezangboek in de hand op de inzet van het orgel, wiens machtige tonen door de hoge kerkmuren zullen worden weergegeven om zich te versmelten met de menselijke stem. Wat weten wij echter van dit prachtige instrument, dat we als zo vanzelfsprekend in elke kerk verwachten aan te treffen? Wat weten wij van de mens, die er achter zit en de kunst verstaat al die afzonderlijke tonen tot een ge heel orkest te laten samenvloeien Wij willen U meenemen naar één der geboorteplaatsen van het or gel: de firma Flentrop in Zaan dam, die zich in de afgelopen dertig jaar een grote reputatie heeft weten op te bouwen op het gebied van de kerkorgelbouw. Een reputatie, die zich uitstrekt tot ver over onze landsgrenzen, waarvan de vele opdrachten voor Amerika, Zweden en Duitsland ge tuigenis afleggen. Talloze prijzen De heer D. A. Flentrop ontvangt ons in één der werkplaatsen van het bedrijf, waar uit vele onder delen houten en metalen de orgels worden samengesteld. Tal loze orgelpijpen liggen gereed om in kisten verzonden te worden. Ieder instrument wordt namelijk eerst helemaal in elkaar gezet en gekontroleerd op konstruktie en klank, waarna het in afzonderlijke delen naar de plaats van bestem ming wordt verzonden. „De helft van onze opdrachten gaat naar het buitenland"zet de lieer Flentrop uiteen. Vooral in Amerika hebben wij een groot afzetgebied. Dit berust ook op het feit, dat het type orgeldat wij maken, veel handwerk vraagt, wat in Amerika veel te duur zou worden. In Amerika zijn het vooral de universiteiten, die erg op ons type gesteld zijn; b.v. de Har vard University en de bekende Yale Universiteit." Boven op een half gereed orgel zijn drie mannen bezig om pijpen van verschillende lengte in de hiervoor bestemde openingen te plaatsen. „Dit instrument gaat naar Bre men. Als U over een dag of tien zou komen, zoudt U het kant en klaar kunnen zien". Miniatuur orgel Ergens in een hoek ontdekken we een miniatuur orgel, dat op een tafel staat. Het is een zogenaamd portatief, dat in opdracht van een Amerikaanse groep werd ge maakt, die zich toelegt op het spe len van klassieke muziek op heel oude instrumenten, zoals men dit vroeger deed. Waar men over der gelijke instrumenten niet beschikt, laat men ze natuurgetrouw na maken. Op onze vraag of je lang in het vak moet zitten vóór je de nodige ervaring in deze branche hebt op gedaan, vertelt de heer Flentrop, dat het meestal vakmensen uit het meubelmakersvak zijn, die in de orgelbouw gaan. Zes jaar duurt het wel, voordat je je een volleerde orgelbouwer kunt noemen. Wat komt er ook allemaal kijken voordat het zover is, dat een kerk orgel op de plaats van bestem ming kan worden ingewijd: diver se besprekingen met de opdracht gevers (welk soort instrument, welke houtsoort: mahonie, eiken of essenhout, men wenst). Hoe groot het orgel moet worden, waarbij uiteindelijk de prijs ook een rol speelt. Om een enkel voorbeeld te noe men: een zogenaamd zes-register orgel, waarvan de bouwduur on geveer één maand bedi'aagt, komt Wanneer we terugzien op het af gelopen jaar en ons afvragen „hoe is het in 1961 gegaan dan kunnen we als konklusie zeker neei'schrijvenniet gemakkelijk, maar wel suksesvol! „Niet gemakkelijk", omdat er in 1961 veel is gebeurd, dat iedere medewerker handen vol werk heeft gegeven en omdat er vele problemen moesten worden opge lost. Eén voorbeeld willen we hier noe men, dat verbetering gaf aan onze sociale omstandigheden, maar pro blemen voor de organisatie met zich meebracht. Dat was de ver korte werkweek, die nu na een jaar praktijk, geslaagd genoemd mag worden en zelfs meer dan dat. Mede door de gehouden pro- duktiviteits-bijeenkomsten met on ze bedrijfsleiders zijn er in vele winkels nieuwe wegen gevonden om nog efficiënter te kunnen wer ken. De in het begin van het jaar ge houden kienspel-aktie was een bij zondere primeur, die in de win kels veel werk heeft gegeven, maar ook veel sukses opleverde. Een andere primeur (zelfs voor Europa) brachten wij met de ver kiezing van de eerste „caissière van het jaar". Het tamelijk nieuwe beroep van caissière heeft veel aantrekkingskracht voor vlotte, jonge dames, die er van houden met mensen om te gaan. En voor de ca. 170, die door duizenden klanten waren uitverkoren, is deze caissière-dag een fijne feestdag geweest. Een goede meevaller was onge twijfeld de wasgeldvergoeding, waar in september mee werd ge start. In een heldere schone jas voel je je prettiger en daardoor heb je meer zelfvertrouwen. Voor jongelui, die vooruit willen, is er dit jaar een voordelige mo gelijkheid door ons geschapen om hun algemene ontwikkeling te ver groten door middel van schrifte lijke lessen. Promotie komt nooit vanzelf; er moet voor worden gestudeerd en gewerkt. Gelukkig blijkt uit de belangstelling dat velen dit heb ben begrepen. Ook de examen- kui*sussen aan het Opleidingscen trum te Zaandam achten wij weer een stap vooruit. Een groot deel van de kennis die nodig is voor het beheren van een BZ of ZB wordt door de examens getoetst. De kur- sist krijgt dan zelf inzicht in het geen hem aan kennis ontbreekt. De theoretische en praktische op leiding voor SM-bedrijfsleiders nam dit jaar een aanvang en de eerste resultaten van deze veel omvattende leergang hopen we het volgend jaar in de praktijk te kun nen volgen. Aan de selecties om voor deze op leiding in aanmerking te komen, hebben wij veel tijd en zorg be steed. Wij zijn er ons van bewust dat vele van de niet toegelaten kandidaten een teleurstelling moesten verwerken. Wij weten echter, dat een ieder op de plaats waar hij is gesteld en waar hij zijn taak goed weet uit te voeren, de handen weer uit de mouwen heeft gestoken. Heb plezier in Uw werk, op het U vertrouwde terrein! Na de Divisie Amsterdam is nu een tweede Divisie BZZB ge vormd, met Utrecht als centrum. Voor de Divisie-leiding is de nieu we werkwijze een hele overgang en zij zal na de mentale trai ning, die plaats had vóór de aan stelling nog enige tijd nodig hebben om zich geheel aan te pas sen. Met de medewerking van de Divisie-Utrecht-Bedrijfsleiders zal dit zeker goed gelukken. Een 130 (BZ, ZB en SM)-filialen zijn nu in Divisies verenigd (met de SM-Divisie zijn dat er thans dus drie) en wij hebben het volle vertrouwen, dat deze ixieuwe wijze van samenwerken steeds vlotter zal gaan verlopen en goede resul taten zal afwerpen. Enkele trouwe medewerkers en medewerksters zijn ons dit jaar ontvallen. Het is met dankbaar heid dat wij aan hen terugdenken, omdat wij weten, dat zij voor hun gezinnen en/of hun werk hun bes te krachten hebben gegeven. Wij willen ook graag een enkel woord wijden aan onze zieken. Dit zijn er helaas altijd te veel. Er zijn er dit afgelopen jaar gelukkig bij, die hun genezing hebben verkre gen, doch anderen moeten nog eni ge tijd geduld oefenen. Wij wensen hen van harte beterschap, waarbij onze gedachten vooral naar die genen uitgaan die tijdens hun ziek te niet thuis mogen verblijven. In onze circa 370 arbeidsgemeen schappen, waarin 3.500 werkers zijn verenigd, is veel gebeurd dat vreugde gaf en er zijn ook wel eens onprettige dingen voorgeval len. Het is misschien wel zo ge weest als in het gezin van de fa milie Doorsnee. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op; er zijn veel leuke ervaringen en af en toe is er een misverstand. Maar alles loopt steeds goed af, omdat er een band is, die bestand is tegen alle rukken die er aan worden gege ven. Die band zal onbreekbaar zijn, zo lang er maar een goede geest en een goede wil blijven bestaan. Dit geldt zeker ook voor ons als be drijf. Over enkele dagen hopen we 1962 te schrijven. Wat er zal gebeuren in het nieuwe jaar weet niemand. Maar dat wij, als bedrijf, aktiever dan ooit zullen zijn, dat is zeker. 1962 belooft voor Albert Heijn een bijzonder jaar te worden, waarin velen jaloers zullen zijn op hen, die bij ons werken. Verrassingen? Ja zeker, die zullen er komen. Maarnog even ge duld. Wij nemen aan, dat een ieder met vreugde uitziet naar de drie Kerst dagen en de twee Oud-Nieuw jaarsdagen. Heerlijk uitrusten na de drukte in de winkels. Fijn ont spannen, een ieder op zijn eigen wijze. Dat het voor al onze medewerk- sters en medewerkers in de filia len „echte feestdagen" mogen zijn. En gaarne wensen wij U, met al len die U lief zijn, een gelukkig en voorspoedig 1962. J. LEGERSTEE Direkteur Verkoop op een prijs van ongeveer 18.000 gulden, terwgi een orgel met zestig registers in zes maanden gereed is en een prijs van 180.000 gulden vraagt. Terwijl de heer Flentrop ons nog een tweetal prachtige oude huisorgels laat zien, die in een kast zijn inge bouwd en uit de tijd omstreeks 1730 dateren, vertelt hg ons het één en ander uit de geschie denis van het orgel. Ontstaan Dit dankt zgn ontstaan eigen lijk aan een heel oud instrument, n,l. de fluit, die reeds in de grij ze oudheid in vele landen be kend was. Het blazen op een hol riet is waar schijnlijk de aanleiding van haar ontstaan geweest. Men zocht naar uitbreiding van de toonomvang. Op deze manier ont stond de Griekse Pansfluit en de Chinese Cheng, een soort ketel, waarop pijpen van verschillende grootte geplaatst waren. Bij de Pansfluit waren de pijpen op een lijst van was geplaatst en werd elke pijp afzonderlijk aan geblazen. Om bij het bespelen van dit instrument het hinderlijk op en neer gaan met het hoofd te vermijden, plaatste men de pijpen op even zovele openingen, die aan gebracht waren op een langwerpig kastje, wat dus een soort primitie ve windlade was. Terwijl men de wind nu door een buis of leren slang naar binnen blies, dekte men de pijpen, die moesten klinken, met de hand af. Later bracht men ook ventielen aan, die door middel van een pri mitief soort toetsenbord konden worden geopend. De drie functies van het orgel: windtoevoer, regeerwerk en pijp werk zijn dus in dit oude instru ment reeds te konstateren. „Organum" Vóór Christus zouden twee zulke orgels reeds in de tempel van Je- Albert de Klerk is iemand, die na tuurlijk steeds beroemde mensen de hand mag drukken. Hier ziet u hem met Koningin Elisabeth van België tijdens het internationale muziek concours. ruzalem hebben gestaan. Deze in strumenten werden in het alge meen „organum" genoemd. In de Bijbel komt het woord organum ook meermalen voor, o.a. in het eerste boek van Mozes, waar Ju- bal de vader van de cither- en or gelspelers wordt genoemd. Onder het woord organum werden alle blaasinstrumenten verstaan. Terwijl vroeger de manier van windtoevoer het grote probleem vormde, werd later begonnen met de verbetering van de toetsen, pij pen, regeerwerk, blaasbalgen en registers, die in staat waren van diverse pijpenkoren op elke toets slechts een bepaald aantal te laten klinken. Achter in de werkplaats horen wij plotseling exxkele akkoorden van een Bach-fuga weerklinken. De heer Steketee, één der assistenten van de heer Flentrop, blijkt een zeer begaafd organist te zijn. „Nee, lang niet elke orgelbou wer kan het instrument ook zelf bespelen", beantwoordt de heer Flentrop orxze vraag. „Het merendeel speelt zelf he lemaal niet. Wèl moet je er natuurlijk veel van af weten om alle problemen rondom het orgel te kunnen aanvoelen en helpen oplossen. Het is bij voorbeeld ook gewenst om wat architectuur te studeren in verband met het maken van orgelontwerpen op papier. Een kerkorgel moet organisch geheel passen in de kerk, waarvoor het bestemd is, zo dat men met alle mogelijke muzikalisehe en technische eisen rekening kan houden". Vermaard organist Nu we al het één en ander af weten van het iixstrument zelf gaat U nog even mee naar Haar lem om een man te ontmoeten, die als weinig anderen de kunst verstaat het instrument te bespe len en op dit gebied zowel in ons land als in het buitenland grote bekendheid geniet? We staan tegenover een rijzige man van midden veertig, die ons met zijn pijp ditmaal bedoelen we er geen speel- maar een rook- instrument mee diverse foto's van kerkorgels aanwijst. Vervolg op pagina 3, le kolom

Personeelsbladen | 1961 | | pagina 1