De heer H. v. d. Loo
ontving f 700,-
College van Rijksbemiddelaars
ontbindt of bekrachtigt een C.A.O.
Lied van de
posikar
Wanneer wéér
een sierrit?
IS ank krengen
Betonnen kolommen op „stek-einden"
AH-FLITSEN
Extra-uitkering ideeënbus
4 mei 1961 is een dag waarop de heer H. v. d. Loo lang met
plezier terug zal kunnen zien. De heer P. C. Vink overhandigde
hem namelijk in een bijeenkomst, waarbij de superieuren van de
heer v. d. Loo en de ideeënbuskommissie aanwezig waren, de
extra beloning die deze ideeënbusdeelnemer verworven had in
het eerste kwartaal van 1961.
Het idee van de heer v. d. Loo, dat
al direct 350,— had opgebracht,
werd nu nog eens extra gehono
reerd met 700,— en u kunt zich
indenken dat de heer v. d. Loo
met deze extra beloning en dit
idee wel bijzonder gelukkig is.
Niet alleen hij echter, doch ook
het bedrijf kan zich gelukkig prij
zen met medewerkers die in zo
grote mate bijdragen tot bespa
ring van afval.
De heer Vink, die namens de di-
rektie de enveloppe overhandigde,
bracht dit in zijn korte toespraak
tot uiting.
„Dit idee", aldus de heer Vink, „is
voor ons bedrijf van bijzonder
groot belang. Per jaar verwerken
wij aan verpakkingsmateriaal een
hoeveelheid ter waarde van mil
joenen en als wij hierop 1 zou
den willen bezuinigen, zou dit een
bedrag opleveren van enkele tien
duizenden guldens, en dit is dan
slechts 1
Er zitten dus nog ruime mogelijk
heden voor ons personeel om het
voorbeeld van de heer v. d. Loo te
volgen en wij hopen dat door deze
beloning velen hiertoe aangemoe
digd zullen worden".
„Dit idee", aldus de heer Vink,
„heeft er weer belangrijk toe bij
gedragen het sukses en het nut
van de ideeënbus te bevestigen en
het belang aan te tonen van sa
menwerking op het gebied van de
kostenbesparing".
De heer Hekkert sloot zich bij de heer
Vink aan door te vertellen, dat per
wieltje er zijn 4 wieltjes nodig om
het papier te geleiden door de heer
v. d. Loo f 162,50 was verdiend.
De heer v. d. Loo, die een opleiding
volgt voor chemicien, had juist op zijn
kursus geleerd dat een wieltje plm
f 48,kost en het begrip voor kosten
en opbrengst speelt hier dus wel sterk
samen.
Overigens merkte de heer Hekkert
op dat hij van v. d. Loo wel ver
wacht had dat hij eens uit de bus
zou komen met nieuwe ideeën,
omdat hij voortdurend bezig is te
zoeken naar verbeteringen in zijn
afdeling.
Hoewel de knikkers in dit ver
band een plezierige bijkomstigheid
is, gaat het bij de heer v. d. Loo
niet om de knikkers, maar om het
spel en om de bevrediging die hij
ondervindt bij het bereiken van
betere resultaten.
De heer v. d. Loo zal dan ook on
getwijfeld voortgaan op deze weg
en hij ondervindt dagelijks dat zijn
idee niet alleen suksesvol is maar
dat het ook het werk op de afde
ling plezieriger maakt, omdat sto
ringen tot een minimum zijn te-
tuggebraeht.
Johannes A., zoon van Drs.
P. J. de Jongh (Sunermarts)
Cornelis Ferdinand, zoon
van C. Bruyn (Mach.kamer
Holl.)
Ester, dochter van E. de
Groote (fil.bureau)
Petrus Wilhelmus Francis-
cus, zoon van dokter Mous-
sault.
Arthur John, zoon van R.
W. L. Cornelis (O.D.)
Een prachtige tocht met gezellige
puzzels hebben wij zaterdag 22
april gefietst. De routebeschrijving
was zodanig, dat we volop heb
ben kunnen genieten van dc bloei
ende boomgaarden in de Bcem-
ster. terwijl door dc vragenlijst
onze aandacht bovendien nog ge
vestigd werd op zaken, waar men
anders aan voorbijgaat (b.v. de
grens van de gemeente Zaandam,
die halverwege Zaandijk aan dc
oostzijde van de Zaan ligt).
De organisatoren van deze sterrit
mogen trots zijn en namens alle
deelnemers hartelijk dank voor het
ongetwijfeld vele werk, dat verzet
is om deze tocht te doen slagen.
Alle deelnemers hopen, dat het
niet de eerste en de laatste ge
weest is.
De jongste deelnemer,
FRANS
Een glunderende winnaar neemt uit handen van de heer Vink de kostbare t
enveloppe in ontvangst. V.l.n.r. de heren E. Vinke, W. Engberts.
H. v. d. Loo, P. C. Vink en J. Hekkert.
Werkgevers en werknemers regelen samen arbeidsvoorwaarden
Blinkend kwam ik bij de
En hoopte i
£R IS EEN TIJD GEWEESTzo omstreeks 1900, dal men zich
ging verhuren als knecht, landarbeider of iets anders. Men be
schouwde de arbeidskracht in die tijd als een soort koopwaardie men
tegen een bepaalde prijs kon verhuren of verkopen. De positie van de
arbeider was vóór 1907 uitermate zwak.
aan direktie en personeel voor de
attenties ondervonden:
bij zijn 7]A-jarig zaken jubileum, de
heer P. Jongens (B.A.);
bij haar 7]^-jarig zaken jubileum,
mevrouw M. B. Doesburg-Zalm
stra (C.F.):
bij hun 40-jarig huwelijksjubileum,
de heer en mevrouw G. Jonkers;
bij hun 40-jarig huwelijksfeest;
de heer en mevrouw Gravestijn
bij de geboorte van hun zoon, de
heer en mevrouw A. de Graaf.
bij
ziekte de heer C. Nol.
In de eerste plaats was hij door
zijn economische omstandighe
den steeds genoodzaakt zijn ar
beidskracht ,,te koop" aan te
bieden. Voorts stond hij meest
al als zwakkere partij geheel
alleen tegenover de in de regel
sterkere werkgever.
Die zwakheid van de arbeider
werd beklemtoond door een bepa
ling in de wet, inhoudende, dat bij
geschillen over de hoogte of de
uitbetaling van het loon „het
woord des meesters" beslissend
zou zijn, want van de „meester"
verwachtte men dat hij „een rede
lijke meerderheid en daaruit
voortvloeiende nauwgezetheid" be
zat.
Zestig jaar later
Zestig jaar later is de afkorting
C.A.O. een bekende klank gewor
den. Vanaf 1927 konden één of
meer werkgevers of rechtsper
soonlijkheid bezittende verenigin
gen van werkgevers met één of
meer rechtspersoonlijkheid bezit
tende verenigingen van arbeiders
een Collectieve Arbeidsovereen
komst aangaan. De inhoud van
een dergelijke overeenkomst be
staat uit afspraken betreffende
loon, werktijden, vakantie, vergoe
ding voor overwerk, vakopleiding,
enz.
Meestal twee jaar
De C.A.O. is in de verhouding tussen
werkgevers en werknemers van zeer
grote betekenis geworden. Haar doel
is de waarborging van rust en vrede
in het bedrijfsleven. In plaats i
strijd is gekomen het overleg tussen
de organisaties van werkgevers en
werknemers. Een C.A.O. wordt
schriftelijk aangegaan voor een pe
riode van niet langer dan vijf jaar
(meestal twee jaar).
Verbindend
Eertijds was het echter nog zo,
dat alleen de georganiseerde
werkgevers of werknemers door
de bepalingen van een C.A.O. wa
ren gebonden. Werkgevers, die
niet georganiseerd waren konden
dus afwijkende overeenkomsten
afsluiten en deze uiteraard onge
wenste toestand werd beëindigd
door een wet in 1937, die het onze
minister van Sociale Zaken (thans
is dit de taak van het College van
Rijksbemiddelaars) mogelijk
maakte bepalingen van een C.A.O.
in het gehele of een gedeelte van
het land verbindend te verklaren.
..Elk beding tussen een werkgever en
een werknemer, strijdig met verbin
dend verklaarde bepalingen van een
C.A.O. is nietig".
De minister (thans het Col
lege van Rijksbemiddelaars)
kan ook bepalingen van een
C.A.O. ongeldig verklaren
wanneer het algemeen belang
dit vereist.
Individuele afwijkingen tus
sen arbeidsvoorwaarden van
twee door dezelfde C.A.O. ge
bonden bedrijven waren dus
niet meer mogelijk.
Sinds 1945
Het College van Rijksbemiddelaars
en haar bevoegdheden is ingesteld
en bepaald krachtens het Buiten
gewoon Besluit Arbeidsverhoudin
gen 1945. De leden van dit college
worden door de minister benoemd
en hebben sedert de oorlog een
zeer belangrijke plaats ingenomen
omdat zij „het instrument" van de
regering zijn voor het uitoefenen
van haar loonpolitiek.
Het college kan, hetzij op verzoek
van organisaties van werkgevers en
werknemers, hetzij ambtshalve rege
lingen inzake de lonen en andere ar
beidsvoorwaarden van werknemers
bindend verklaren. Overtreding is
strafbaar gesteld. Ook zijn de be
voegdheden betreffende het verbin
dend en onverbindend verklaren van
een C.A.O., die eerst de minister toe
kwamen. op dit college overgegaan.
Wordt een nieuwe C.A.O. of wijzi
ging aangebracht in een bestaande,
dan is goedkeuring van het College
van Rijksbemiddelaars vereist.
Aan banden
Uit het voorgaande blijkt, dat de
overheid na de bevrijding van ons
land inzake de loonvorming be
schikt over uitgebreide bevoegd
heden. Vóór 1940 kenden wij uit
sluitend de vrije loonvorming, dat
wil zeggen dat werkgevers en
werknemers of organisaties daar
van in onderling overleg de lonen
vaststellen. Tijdens de bezetting
werd de vrijheid ook op dit terrein
sterk aan banden gelegd.
Na de oorlog was het niet moge
lijk de vrije loonvorming aan
stonds te herstellen. De grote
schaarste en de daarmee samen
gaande vraag naar goederen en
diensten maakten het noodzakelijk
de ontwikkeling der prijzen en
dus ook van de lonen in de
hand te houden.
Nu de toestanden weer normaal
zijn geworden, is er weer een stre
ven naar een iets vrijere loonvor
ming. Maar de invloed van de
overheid zal hierin nog zeer lange
tijd aanwezig zijn. De bepaling
van het B.B.A. dat nieuwe C.A.O.'s
of wijzigingen daarin de goedkeu
ring behoeven van het College van
Rijksbemiddelaars zal ongetwijfeld
nog lang gehandhaafd blijven.
schilder
vandaan
harte op een roemvol
bestaan.
Ik stond maar te schitteren, het AH-
embleem in 't front.
Het was haast te mooi, zoals een
ieder het vond.
Daar kwam mijn berijder, helemaal
in het leer.
'k Was zo „groos" als een aap zeg,
uit rijden met zon heer.
Soms reed hij wat wild, maar 't kwam
altijd goed af.
Ik vond het best, een slome coureur
een straf.
Zo reden we saam (een prachtig
koor)
Onze route van en naar het Hoofd
kantoor.
Alles ging prachtig tot op zeker uur.
Ja, lach er maar om, voor ons was
het zuur.
Mijn coureur. Oh, Fischer, waarom
liet je mij gaan?
Kwam kreunend en bloedend achter
de parkeer-vlaggemast vandaan.
Ik zelf vergeef mij m'n tranen)
Probeerde een weg door de slagerij
te banen.
Dat lukte niet, och, 't was te
voorzien.
Ik stik van verdriet, maar u had het
moeten zien.
Het slagerijraam aan diggels, het
zonnescherm een knak.
Wat van mij overbleef was een mooi
glimmend wrak.
Mijn voorschot in tweeën, mijn dak
was er af.
Oh, oh, beste Fischer, waarom deze
straf?
Deed ik niet altijd vol toewijding
mijn plicht?
Nu, kijk me eens aan, is dat een
gezicht?
Ik hoop maar van harte, dat je nooit
meer zo rost.
Want ik heet nu nog alleen maar:
voor kwaliteit Afd. POST.
D.C. krijgt gedaante
DE STAND VAN DE BOUW van het D.C. is nu zo ver, dat
de betonvloer bijna voor de helft van het totale vloeropper
vlak is gestort; van de keldervloer is de helft gereed. Op de
magazijnvloer worden nu reeds de geprefabriceerde kolommen
zuiver opgesteld en bevestigd door middel van te voren uit de
betonvloerbewapening gestoken z.g. stek-einden".
De Fa. Liesbosch is namelijk
begonnen met het aanvoeren
van de kolommen over de ge
reedgekomen helft van de stei
ger. Ze zijn kant en klaar en
hebben een lengte van 6 meter.
Ook de hoofdbalken worden nu
al op dezelfde wijze aange
voerd.
Deze hoofdbalken overspannen 25
meter tussen de kolommen, ko
men in 3 delen aan op het werk,
worden daar tot één geheel ge
monteerd en zullen dan op hun
plaats aangebracht worden.
Indeling al te zien
Evenals de kolommen zijn de
hoofdbalken geheel van beton. Op
de keldervloer worden de kolom
men ter plaatse opgericht en ge
goten van beton in een bekisting.
Het grondwerk bij het technische
dienstgebouw maakt de indeling
hiervan nu ook al zichtbaar, zo
kan men nu onderscheiden: het
ketelhuis, de wasruimte en de
doorsmeerruimte met smeerkuil
en de werkplaats. Tenslotte is
voor het kaaspakhuis aan de dijk-
zijde een begin gemaakt met het
grondwerk.
Hagazijn vloer
Nu een groot gedeelte van de ma
gazijnvloer gestort is en daarop
reeds een 15-tal kolommen gesteld
staan, kan men zich een steeds
duidelijker beeld vormen van de
enorme afmetingen van het distri
butiecentrum. Volgend jaar kan
men er in stellingen opgestapelde
goederen langs de straten zien en
een druk verkeer van ophaalwa
gens, trekkers en heftrucks.