^Cersimtïvi L&d een broe vtjc
Vijf kerstprijzen voor
probleem van de maant
Filiaalfliisen
In Putten weten ze hoe 't hooi
AH-FLITSE
Kerstverhaal
voor de jeugd
IJS
ivillen we zien, dacht het personeel
van filiaal 563 te Den Helder. Aan
gezien deze substantie in Den Helder
moeilijk was te vinden, toog men met
de hele ploeg naar de ijsrevue van
Maxi en Ernst Bayer te Alkmaar.
Ondanks alle regen op heen- en
terugweg heeft men volop genoten
en vond men dit een goede besteding
van het geld van de groepsprijs van
het plusartikel.
100% Z.B.
dacht het dochtertje van 'n klant.
Terwijl moeder met de cassière
afrekende pakte het meisje zelf
maar even een snoepje uit het be
kende trommeltje. Toen haar moe
der hierover een aanmerking
maakte, was haar commentaar:
„Maar mama, U pakt de bood
schappen toch ook altijd zelf".
Service
blijkt soms een rekbaar begrip te
zijn: In filiaal Veghel gebeurde het
namelijk, dat zich na sluitingstijd
tussen de middag nog een man, vrouw
en baby in de winkel bevonden. De
man vroeg om een stoel, die prompt
door de bediende bij de vrouw werd
neergezet. Toen deze vroeg of de
stoel achter de toonbank mocht staan
werd ook aan dit verzoek gevolg
gegeven. Groot was echter de ver
bazing toen de vrouw plaats nam en
de baby daar z'n twaalfuurtje ver
schafte. Voordat de bediende z'n
lunch kon gebruiken was de koffie
koud geworden
Wie helpt
een verwoed spaarder van Soubry
punten uit de brand. Bedrijfslei
der W. de Graaf van filiaal 346,
Halve Maansteeg 17 te Amster
dam, vraagt al zijn kollega's die
deze punten niet sparen, om ze
aan hem op te zenden. U kunt er
van verzekerd zijn, dat zijn dank
groot zal zijn. Zoals bekend, ge
ven deze punten recht op repro
ducties van Grote Meesters.
Feest
was het in filiaal Lange Burchtstraat
te Nijmegen, waar de heer en mevr.
Esters hun 25-jarig huwelijksfeest
herdachten. Nadat het gezamenlijke
personeel een cadeau had aangeboden
gingen de benen van de vloer en
werden de glazen gevuld. Tegen elf
uur kwam het einde van deze ge
slaagde avond.
Filiaal Drachten
onze jongste vestiging in Fries
land, organiseerde enige weken
geleden de eerste contactavond
voor het personeel. Deze avond
werd vooral besteed om diverse
practische onderwerpen in een ge
zellige sfeer eens goed te bespre
ken. Zo kwamen achtereenvolgens
de vleeswarenafdeling, algemene
werkzaamheden, het werkschema
e.d. aan de orde. Al met al een
zeer nuttige avond, die zeker voor
herhaling vatbaar is, schreef ons
verkoper C. Zandstra.
OEI, WAT SNEEUWT HET HARD dacht Paul, die voor het
raam stond te kijken hoe de vlokken gestadig vielen en de dikke
vacht, die op de schuur en in de tuin lag, nóg dikker maakte.
„Het Kerstfeest bij oom Henk gaat vast niet door. De auto kan door
die sneeuw nog geen tien meter rijden, laat staan 120 kilometer" zei
zijn moeder. Want je moet weten dat Paul en zijn ouders in Canada
wonen. Drie jaren geleden, toen Paul zes was, trokken zijn vader en
moeder er heen. Eerst naar de grote stad Toronto, later naar het
kleinere Windsor.
Telkens als het winter was, met veel vorst en dikwijls een pak sneeuw
zo zijn de winters in Canada dacht Paul aan vroeger, toen hij
met zijn ouders, ooms en tantes, neven en nichten Sinterklaas vierde
bij zijn grootouders in Doetinchem. In Canada doen ze niet aan Sinter
klaas, ze vieren daar het Kerstfeest; de Nederlanders die er wonen
doen dat ook. Meestal bij Hollandse familieleden of kennissen, het ene
jaar bij Piet, het andere bij Klaas. Ieder brengt wat mee om er een
gezellig feest van te maken. Ze moeten er soms wel een hele reis voor
over hebben, want als ze daar spreken van „bij elkaar in de buurt
wonen" betekent dat niet zelden honderd en meer kilometers.
Verleden jaar waren oom Henk en tante Dien met de twee kinderen
bij Pauls ouders geweest. Ditmaal zou het andersom zijn.
Zo was het plan.
Maar het sneeuwde nu al dagen, je kon bijna niet door de sneeuwlaag
heen, het kostte de grootste moeite de nodige levensmiddelen in huis
te krijgen. Gelukkig had moeder altijd een voorraadje blikgroenten en
vlees in blik in de kast. Maar die reis naar oom en tante kon natuur
lijk niet doorgaan. Dat was een grote teleurstelling het meest voor
Paul.
En weet je waarom Hij voelde zich soms zo eenzaam. Vader en
moeder hielden veel van hem, en hij van hen maar met grote
mensen kun je zo weinig doen, ze praten meestal met elkaar en als
jongen van 9 jaar sta je daarbuiten. Paul vond het maar saai, zonder
broertje of zusje. De kinderen op school waren Canadeesjes, die
Engels spraken. Dat had Paul ook wel geleerd, maar ze vonden hem
op school een stille jongen, ze noemden hem een beetje plagend
„dutchie". Daarom zou hij het zo-fijn hebben gevonden zijn nichtje en
neefje weer eens te zien, met wie hij Hollands kon spreken en spel
letjes doen.
„Het is nu eenmaal niet anders, we zullen het toch wel gezellig
maken", zei moeder, die merkte dat Paul stond te mijmeren. En Paul
zei aarzelend: „O ja"; hij was daar niet zo zeker van.
Toen hij de avond vóór Kerstmis naar bed ging, kon hij moeilijk in
slaap komen. Het sneeuwen had opgehouden, het vroor hard. Paul
had het raam van het slaapkamertje open, omdat hij van frisse lucht
hield; en terwijl hij, lekker warm onder de dekens, naar het maanlicht
lag te kijken was het, of hij langs ééii van de stralen van het maan
licht iets zag bewegen, dat groter en groter werd en recht op hem
afkwam. Paul vond het zo spannend, dat hij rechtop in bed ging zitten.
Tot zijn verbazing zag hij het ding op de manestraal meer en meer
vorm aannemen en hup door het raam spronghet Kerstman
netje naar binnen, vriendelijk glimlachend. Hij was niet groter dan
een kabouter, had een witte baard en droeg een prachtig scharlaken
rood jasje, met laarsjes van dezelfde kleur.
„Ik kom even bij je zitten", zei hij, op de rand van het bed plaats
nemend. „Ik had het gevoel dat je moeilijkheden hebt of is dat
niet zo
Even aarzelde Paul, doch dat duurde maar heel kort. Wie zou niet
openhartig zijn tegen het Kerstmannetje? Toen hij alles verteld had,
van zijn herinnering aan het Sinterklaasfeest in Nederland, van school,
van het bezoek aan zijn oom dat niet doorging, zei het Kerstmannetje:
„Wat je eigenlijk het meest jammer vindt is, dat je geen broertje of
zusje hebt, is het niet?"
Paul knikte.
„Als ik een mens was", ging het mannetje verder, „zou ik zeggen: je
bent de enige niet die geen broertje of zusje heeft, als je begrijpt wat
ik bedoel. Maar daar schiet je heel weinig mee op. Het is een schrale
troost, Ik kan me zo goed voorstellen hoe je dat voelt, want ik ben
óók maar alleen, en soms maakt me dat treurig".
De glimlach was van zijn gezicht verdwenen. Hij keek een beetje ver
drietig toen hij vervolgde: „Jij hebt dan nog een vader en een moeder.
Een kerstman staat helemaal alleen".
„En toch lacht u altijd zo vriendelijk, dat alle kinderen zich blij voelen
als ze u zien", zei Paul.
„Ja, ik ben ook erg gelukkig tussen de mensen en de kinderen. Maar
die bezoek ik eenmaal in het jaar de andere dagen leef ik in een
zaamheid in het hoge Noorden. Weet je wat ik eens gedaan heb? Ik
zal het je vertellen, maar dat moet een geheimpje tussen ons blijven.
Eens, toen die eenzaamheid me te machtig werd, heb ik een kleine
kerstman gemaakt, uit sneeuw. Ik dacht: misschien lukt het me wel
op die manier een broertje te krijgen. Want ik kan veel dat mensen
niet kunnen. Toch lukte het niet helemaal. Het ventje leek op me, hij
kon lopen en praten en toch was hij niet echt. Ik kon bijvoorbeeld
nooit m'n arm om hem heen slaan en hem tegen mij aandrukken.
Want dan begon hij door de warmte te smelten. Als ik probeerde met
hem te stoeien en hem voor de grap eën stomp gaf, dan kreeg hij een
deuk, die er niet meer uitging. En wanneer ik in mijn hut in het bos
een vuurtje maakte, moest ik hem op het dak leggen. Hij kon wel
tegen de kou, maar niet tegen de warmte. Eten deed hij niet, hij dronk
alleen sneeuwwater. Ik moest altijd erg voorzichtig met hem zijn".
De Kerstman zweeg en keek nadenkend voor zich.
„Waar is hij nu?" vroeg Paul voorzichtig.
„Op een Kerstavond", ging het mannetje verder, „nam ik hem op
Kerstmis mee, omdat hij me dat al dikwijls had gevraagd. Vóór ik bij
de mensen binnenging legde ik hem in een besneeuwde dakgoot van
het huis. Ik dacht: daar is hij veilig. Maar toen ik na een poosje terug
kwam, was hij verdwenen. Ik schrok geweldig, want ik ontdekte toen
pas, dat ik hem voor een dakraam had gelegd. Vlug ging ik naar
binnen. Daar lag hij in de kamer en drie kinderen dansten om hem
heen. Denkend, dat hij een sneeuwpop was, hadden ze hem in de
warme kamer gehaald. Hij was al bijna helemaal gesmolten".
Hij pinkte een traan weg.
„Wat verschrikkelijk", zei Paul bedroefd.
„Ja, dat was het", zuchtte het mannetje. Toen klaarde zijn gezicht
weer op. „Het was dwaas van me", zei hij. „Zelfs een Kerstman moet
niet het onmogelijke willen, al kan hij veel. Ik kan me zó klein maken,
dat ik op een straal van de maan sleetje rijden kan. Dat heb je gezien.
Ik kan me óók heel groot maken. Zal ik dat eens voor je doen?"
„Nee, asjeblieft niet, klein vind ik u veel leuker", zei Paul.
De Kerstman lachte. „Ik vertelde je dat alleen omdat je er misschien
nooit aan hebt gedacht dat een Kerstman ook alleen is. Maar omdat
je me beloofd hebt dat je niemand iets zult zeggen over die geschie
denis, zal ik je iets vertellen, waarmee je erg blij zult zijn. Dat wil je
toch wel
„Heel graag en wat is dat dan?" vroeg Paul.
„Moet je heel goed luisteren: over een paar maanden krijg jij een
zusje of een broertje. Wat het zal worden weet ik nog niet. En dan
er nog een verrassing. Die hoor je morgen, maar niet van mij".
Hierop schoof er een wolk voor de maan en werd het duister in
kamer. Toen de wolk was weggetrokken was ook de Kerstman v<
dwenen.
De volgende morgen wist Paul niet, of hij dat gesprek met de Ken
gedroomd had, of werkelijk beleefd. Maar die avond was er onder z
cadeautjes die bij de kerstboom lagen een klein wiegje van chocolat
met een popje erin. Zijn moeder keek met stralende ogen hoe hij 1
uitpakte en vroeg: „Weet je wat dat betekent?"
„Ja", zei Paul, „ik krijg een broertje of een zusje".
„Nee maar!" riep zijn vader. „Dat is knap geraden van je".
Paul wilde zeggen: „Dat heeft de Kerstman me verteld", maar
bedacht dat hij had beloofd van dat gesprek niets te vertellen.
Toen zei zijn moeder: „En dan is er nog iets waarvan je zult opkijkt
Tegen de tijd dat we het kleintje verwachten komt je grootmoeder i
Holland een paar maanden bij ons logeren. Hoe vind je dat?"
Paul was zo blij, zo ontzettend blij, dat hem de tranen in de og(
sprongen. Zo'n gelukkig Kerstfeest had hij nog nooit beleefd. En
had nog wel gedacht dat het een grote teleurstelling zou worde
HE REDAKTIE ZAT ditmaal
letterlijk met de handen in
het haar, want het aantal inzen
dingen overtrof de stoutste ver
wachtingen. Vele tientallen in
zendingen stroomden binnen,
wat wel bewijst dat deze rubriek
zich in een grote belangstelling
mag verheugen.
De prijs van VIJFTIEN gulden
werd na loting toegewezen aan:
Mej. E. VAN DE BRINK,
filiaal: Putten.
Wij feliciteren haar van harte ïr
deze prijs en zullen haar dit t
drag zo spoedig mogelijk toeze
den.
De goede oplossing was:
1 C
2 C
3 A
4 A
5 B
6 C
7 B
8 A
9 C
10 B
QNS MAANDELIJKS PROBLEEM staat in het teken van c
feestdagen en is voor een goede verkoopster of verkop
heel gemakkelijk op te lossen. In onze wijnfolder en in
Kerstnummer van Allerhande staan dit jaar eigenlijk TE VEf
goede en lekkere dingen. We weten niet meer wat we moet<
kiezen en daarom is de keuze aan U.
Stelt U zich voor: de kaarsen branden, de royale kersttafel
gedekt. U stelt een menu samen met uitsluitend artikelen c
A.H. verkoopt. Daar gaan we:
Voor de borrel:
2 soorten Aperitiefwijn
2 soorten Noorse kaas A
B
Voor de hors d'oeuvre:
2 soorten sardines A
uit verschillende landen afkomstig b
2 soorten zalm
met verschillende kleur
Voor de soep:
Noem 2 soorten Heinz
kant en klaar soep
Voor de groenten:
Noem 2 soorten A.H.
blikgroenten
Voor wijn aan tafel
Noem 1 witte tafelwijn
Noem 1 rode tafelwijn
Voor het dessert:
Noem 2 soorten pudding
Noem 2 soorten blikvruchten
Sn als slot.pSftt.
1 vol-aromatische en
1 mildgeurige koffieB.
U ziet het: even goed nadenken en U weet het.
Wanneer U alles invult en het stuurt aan de Redactie Flitsen, d
dingt U mee naar de volgende VIJF Kerstprijzen:
le prijs 25,
2e prijs 15,
3e prijs boeken- of platenbon ter waarde van 5,
4e en 5e prijs doos sigaretten a 50 stuks.