Lief en leed in Utrechts filiaal
Bedrijfsleider J. Bakker met pensioen
Méér vierdaagse!
Zes AH-ers liepen Vierdaagse in opperbeste stemming
AH-FLITSEN
3
OP 13 JULI 1921 komt meneer Hille bij me in Haarlem, waar
ik toen zat. „Bakker, ik heb een goede zaak voor je in Alk
maar." Daar voel ik wel wat voor, ik zal er met m'n meisje
over praten, zei ik. M'n meisje: daar zit zij tegenover mij, nu is
zij al bijna veertig jaar m'n vrouw.
Ik dacht dus met een nieuwtje
thuis te komen, maar toen ik in
Zaandam kwam, waar ik gebo
ren ben, kreeg ik te horen dat
meneer Fonds er geweest was;
Alkmaar ging niet door, het is
nu de Poortstraat geworden in
Utrecht. De zaak daar had ik
nog nooit gezien, maar ik ging
er heen omdat ik vertrouwen
had in de leiding.
De heer en mevrouw Bakker in een
gezellig hoekje.
Veertig jaar
Bijna veertig; jaar zit ik nu in deze
volkswijk van Utrecht. Wat hebben
wij veel meegemaakt in deze pe
riode. Daarom blijven wij, na onze
pensionering op 19 september van
dit jaar in Utrecht wonen, de stad
waarvan wij zijn gaan houden om
dat hier zoveel lief en leed gepas
seerd is.
Op pantoffels
Ik weet nog best hoe ik bij Albert
Heijn gekomen ben. Ik had gesolli
citeerd en ik moest komen praten
in het toenmalige kantoor, een hou
ten gebouw aan de Westzijde te
Zaandam. Alle hoge heren zaten
daar bij elkaar, ik ben toen door
meneer Gerrit aangenomen. M'n
eerste werkzaamheden heb ik ver
licht in fil. Schagen bij meneer
Molenaar, de vader van de huidige
bedrijfsleider. Als bediende woon
de je in die tijd bij de chef thuis
als je van buiten kwam en aange
zien ik uit Zaandam kwam, trok ik
bij de fam. Molenaar in. Je mocht
van moeder uitsluitend op pantof
fels lopen, want zij was Noordhol
lands-netjes!
Slimme hit
In Schagen werd ik er op uit
gestuurd met paard en wagen
de wijk in. Ik wist echter geen
enkele klant te wonen. „Geen
nood", zei de heer Molenaar,
„de hit weet ze wel te wonen,
bij elk huis waar je zijn moet
staat-ie stil." M'n wagen was
volgeladen met bezems en
klompen voor de verkoop aan
de boeren, terwijl ik terug
keerde met eieren en boter.
Zo kochten wij vroeger in, er
is wel wat veranderd. Toch
was dit zeer zelfstandig werk
en daardoor juist leerzaam.
Aan m'n tijd te Schagen kwam een
einde omdat ik op moest komen
voor de militaire dienst. Dat was
in 1919, vlak na de oorlog. Je hoef
de toen niet zo lang te dienen als
tegenwoordig, zes maanden maar;
toch ben ik nog onder-officier ge
worden.
Na de diensttijd heb ik eerst de
verschillende mogelijkheden over
wogen, daar ik ook nog andere
aanbiedingen kreeg. Toch werd het
weer AH, daar men mij garan
deerde dat ik binnen een half jaar
een eigen filiaal zou hebben.
Eerst heb ik vier weken in Am
sterdam in de Ferd. Bolstraat ge
werkt, en daarna in de Kalver-
straat, waar toen juist het filiaal
geopend werd. Dat was onze eerste
bijzondere zaak, waar veel luxe
artikelen verkocht werden.
Mensen, mensen, wat hebben we
claar gewerkt. Het gebeurde wel, dat
ik pas met de nachttrein van half
twee naar Zaandam terugging. Toch
heb ik daar met veel plezier gewerkt,
je houdt nu eenmaal van het vak
of niet.
Neem nu mijn vrouw. Haar oor
spronkelijke beroep is coupeuse. Ze
heeft een hele ommezwaai moeten
maken toen zij de echtgenote van
een filiaalhouder werd, en in het
begin viel het lang niet mee. Maar
toen zij er aan gewend was wilde
zij het niet meer missen. Je groeit
er helemaal in, het wordt je leven.
Bijzonder jong
Maar goed, nadat ik eerst nog een
poosje in Haarlem gewerkt had,
kwam ik in Utrecht terecht en
werd hier filiaalhouder. Ik was
juist 20 jaar en dus wel erg jong
voor deze functie. Zo dachten de
klanten er kennelijk ook over want
soms gebeurde het dat ze naar mijn
leeftijd vroegen en dan zei ik al
tijd: „Raadt U maar!" En dan ga
ven ze me drie- of vierentwintig
jaar omdat ik er wat ouder uitzag
dan ik was. Ik gaf ze dan maar
gelijk.
Drie maal heb ik een verbouwing
gehad, in 1924, 1926 en 1936. De
laatste was de meest ingrijpende,
de hele boel is toen tegen de grond
geweest. Wij hebben gewinkeld in
een pand hier vlakbij wat toeval
lig leeg stond.
Ir. de loop der jaren is ook mijn per
soneelsbezetting wel wat veranderd.
Ik ben begonnen met één bediende:
als dan de rayonleider kwam (toen
tertijd heette deze controleurmoes
ten wij eerst de bediende uit de wijk
gaan halen om de winkel over te
nemen, zodat ik me vrij kon maken
voor de controleur. Momenteel werk
ik met vier bedienden en zes ver
koopsters.
Eén van de sterkste staaltjes heb
ik meegemaakt in het oorlogsjaar
1944. Ik vierde mijn 25-jarig jubi
leum en U weet hoe moeilijk toen
Gehecht
Zowel mijn vrouw als ik hebben
dit steeds met het grootste ge
noegen gedaan, alhoewel ik eerlijk
moet zeggen dat zij mij wel eens
afgeremd heeft daar ik de neiging
heb soms te veel hooi op mijn vork
te nemen. Overigens is mijn vrouw
mij altijd tot gx-ote steun geweest.
Ons beroep is een dienend beroep,
laten wij dit vooral niet vergeten. Je
raakt gehecht aan de buurt en de
mensen die daar wonen. Daarom
willen mijn vrouw en ik na onze
pensionering in deze buurt blijven,
waar wij zoveel goeds genoten heb
ben, maar waar wij óók niet ge
spaard zijn gebleven voor moeilijk- De bezoekers van de Zaandag op
heden. 26 juli j.l., gefotografeerd in de tuin
van het O.G.
Op 12 juli maakte de zon dit vrolijke plaatje van de Zaandaggangers
mogelijk.
Siijf in de benen, maar geen blaren!
ENKELE PERSONEELSLEDEN,
o.a. Ria Spe, Jan Bergsma en
bedrijfsleider J. Verwoerd van
filiaal Gouda hebben meege
lopen in de avondvierdaagse ie
Gouda. Men liep in AH-ver-
band en waar je liep, in Moor
drecht of in Haastrecht, je zag
overal bekenden en dan hoor
de je zeggen: „Kijk, daar gaat
AH ook!"
Het bleek dat onze lopers goede
lopers waren want zonder een en
kele uitvaller kwamen ze de vierde
dag gezamenlijk aan de finish.
Daar stonden de overige perso
neelsleden gereed om hen met
bloemen te begroeten. Blaren wa
ren er niet bij!
Het is verkoper J. Bergsma. die ons
dit schrijft en hij voegt er nog aan
toe: Dit moest eigenlijk in meer
filialen gedaan worden, in groeps
verband aan dergelijke manifestaties
deelnemen!
De oude zaak van de heer Bakker.
de levensomstandigheden waren.
Desondanks kregen wij 108 bloem
stukken. Wij stonden paf! De win
kel, kamer en gang stonden over
vol. In datzelfde jaar heb ik een
keer een kinderwagen mèt kind
overgehouden. Die stond gewoon
's avonds om kwart over zes mid
den in de winkel. Goede raad was
toen duur, maar na veel zoeken en
speuren kwam de bewuste moeder
toch te voorschijn. Wij hadden haar
namelijk aan wat levensmiddelen
kunnen helpen en zij was hier zo
blij mee geweest, dat ze dadelijk de
winkel uitgerend was om het aan
haar buren en kennissen te gaan
vertellen. Van de weeromstuit had
zij haar baby vergeten mee te
nemen
Klanten worden kennissen
Als je zo'n veertig jaar aaneenge
sloten in hetzelfde filiaal staat dan
leer je je klanten wel héél goed
kennen. Velen zijn naast goede
klanten ook goede kennissen ge
worden. Ik krijg hier vaak mensen
in de zaak waarvan de grootouders
ook al klant by my waren.
En dan die Engelse familie die elk
jaar in Holland logeert en die wij
elk jaar hier in de winkel kunnen
begroeten. Waarschijnlijk heb ik
dit ook te danken aan het aandeel
dat ik altijd in verenigingen heb
gehad die hier in de buurt zetelen,
want hieraan heb ik steeds een
groot gedeelte van mijn vrije tijd
besteed.
I met zijn broer uit de fabriek te Zaan
dam.
TOEN WIJ OP DINSDAGMIDDAG 26 juli op de Waalbrug te
Nijmegen naar de aankomst van de Vierdaagse-lopers ston
den te kijken, begonnen wij pas te begrijpen welk een enorm
plezier de deelnemers aan deze manifestatie telkenjare wel heb
ben. Luid zingend en met een air van „We hebben 't weer ge
lapt" kwamen de honderden deelnemers over de brug marche
ren, uitbundig toegejuicht door familie, vrienden en kennissen.
Het is een groot spo rif eest, \megen, en de heer C. M. Koelemay
waarbij vele bekenden van vo
rige jaren elkaar weer ontmoe
ten ten einde gezamenlijk de
wandelsport te gaan beoefenen.
Alle talen
Nijmegen is gedurende deze wan-
deldagen een internationale stad
waar men alle talen tegelijk hoort
spreken en zingen! Want wie
wandelt die zingt, hebben wij ons
door de deelnemers laten vertellen,
die er nog aan toevoegden dat als
je zingt je geen gelegenheid hebt
om aan de blaren te denken. (Als
je die tenminste hebt, maar dat
willen de meesten niet bekennen!)
In deze stemming troffen wij des
avonds een zestal AH-ers geza
menlijk rond een tafel. Zij hadden
allen de eerste dag van de Vier
daagse met succes uitgelopen en er
was bij hen geen spoor van ver
moeidheid te ontdekken!
Het waren: Mej. B. K. van Ameron-
gen verloofde uit fil. Baarn (als
enige AH-deelneemster!de heren
Becht en Scheerders uit fil. Bergen
op Zoom. de heer C. Vos, fil.
J. Gerritstraat te Delft, de heer G.
De heer Vos
in ruste
J. van Kuyk, fil. Daalseweg te Nij- vergeten
Elf maal
Het eerste dat
opviel was, dat
zowel jeugd als
volwassenen on
der de deelne
mers te vinden
waren bij de
AH-ers, want
Gerard v. Kuyk
liep als 15-jari-
ge voor de eer
ste maal de
Vierdaagse (vo-
VJ rig jaar wilde
hrj ook al mee doen, maar hij
mocht niet van zijn ouders; ze von
den hem nog te jong) terwijl de
heer Koelemay reeds vóór de laat
ste wereldooxiog" deze mars liep;
dit is nu, in 1960, de elfde maal in
successie!
Stijf in de benen was het gezel
schap wel, maar dat heb je altijd
na zo'n eerste dag, verzekerde men
mij. Ook ben je behoorlijk moe na
dat je binnengekomen bent, maar
een fris bad of een koude douche
en daarna een uurtje languit op je
bed doen spoedig alle narigheid
Het wandellegioen in opmars.
Vroeg naar bed
Zoals goede sportlieden betaamt,
gaan de deelnemers aan de Vier
daagse vroeg naar bed (ca. 10 uur)
want een goede nachtrast heb je
nodig, verzekerde mij de heer Vos
uit Delft. „Bovendien", merkte de
heer Scheerders op, „is het 's mor
gens vroeg opstaan geblazen, want
je kunt al om vier uur starten en
vooral degenen die de langste af
stand lopen maken hiervan gi'etig
gebi'uik". De heer Becht vond het
echter vex-standiger om zich niet
te foi'ceren en start daarom om
zeven uur, terwijl hij evengoed
nxim op tijd binnen is.
Mej. van Amerongen loopt de Vier
daagse nu voor de tweede maal. „Het
is mij vorig jaar zo goed bevallen,
dat ik nu weer meeloop; bovendien
is mijn verloofde ook van de partij,
we lopen samen. De bedrijfsleider
van ons filiaal, meneer Bos, komt
vrijdag naar de aankomst kijken."
Lichter worden
„Ja", merkte de heer Koelemay op,
„de Vierdaagse is als een olievlek
die zich steeds verder uitbreidt; er
komen steeds meer deelnemers en
als je eenmaal meegedaan hebt
wil je het volgend jaar weer van
de pax*tij zijn".
Overigens boet je wel wat aan ge
wicht in tijdens deze dagen, maar
dat is ook geen wonder als je de
hele dag tippelt. De stad Nijmegen
slaat elk jaar een gx-ote hoeveel
heid vocht in om de vele dorstige
kelen te kunnen laven.
Slotdag topdag
Zo troffen wij onze AH-ex's in
de beste stemming aan, een
stemming die zijn hoogtepunt
vindt op vi'ijdagavond als de
mars voorbij is. „Dan gaan wij
tot slot nog even flink de bloe
metjes buiten zetten", zei de
heer Vos, „de hele stad is
pi'achtig versierd en overal is
feest!"
Wij vinden, dat ze dat best verdiend
hebben, onze wakkere Vierdaagse-
lopers! De slotdag is tevens de top
dag; alle deelnemers zijn dan nog
aanwe-zig en er worden heel ivat
bosjes bloemen uitgereikt en men
feliciteert elkaar. Men schudt han
den en belooft elkaar plechtig het
volgend jaar weer terug te komen.
Wat men dan ook doet!