rJHlSk Een mensenleeltij d bij AH Jeugdige diefjes worden wel gepakt maar dan is het te laat Toppunt van spaarwoede Huldiging Wp GEHUWD i Dit is de officiële foto die gemaakt weed tijdens het jubileum van de heer H. WScheffer. Zittend midden de jubilaris en zijn echtgenote. jmwr Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. Zaandam 17e jaargang No. 2 Landelijke editie Februari 1960 Verantwoordelijk eindredacteur F. Brandsma, Personeelschef Filialen Redactie: J. Lieffering In- en externe betrekkingen J. J. M. v. d. MeerPersoneelszaken H. van Petten Verkoop K. Romp Personeelszaken A. v. d. Blonk Personeelszaken Aan dit nummer werkten mee: Gerdy Atsma-Prïns Sassenheim Mevr. M. G. Roling Jeugdige diefjes Druk: Ramshorst, Wormerveer. Cliehé's: Zaanl. Cliché Industrie, Zaandam. Bedrijfsleider H. W. Sclicffer uit Sassen hei in UlANNEER WE ZO OM ONS HEEN KIJKEN, merken we, dat het steeds minder voorkomt dat iemand veertig of meer jaren in éénzelfde bedrijf werkzaam is. Vooral de jongere generatie lijkt wel steeds van „baan", zoals we dat dan noemen, te willen veranderen. Tien of twaalf jaar is tegenwoordig d een „mensen leeftijd" om bij één baas te blijven. „Wil je niet eens wat anders?" vragen de kennissen. „Hoe houd je het uit?" voegen ze er aan toe. Hoe prettig het kan zijn 40 jaar bij dezelfde „baas" te werken, vertelde mij de 60-jarige heer H. W. Scheffer, geboren Zwol lenaar, die op 2 februari j.l. 40 jaar in dienst was van onze N.V. en al 26 jaar bedrijfsleider is van 't AH-fil iaal te Sassenheim. nam hij, „ik heb grote bewon dering voor wat Albert Heijn in die jaren heeft bereikt. Dat was een grote stimulans voor mij. Ik beschouwde mijn filiaal altijd als mijn eigen zaak, waar ik mijn beste beentje in voor moest zetten en dan deed het goed te weten, dat het bedrijf groeide en groei de". IN HET KANTOOR VAN ONZE BEDRIJFSLEIDER stonden twee jongetjes van ongeveer negen jaar met witte snoetjes, bibbe rend van angst, onder hun kleine petjes uit te kijken. Ze waren betrapt op het stelen van snoepjes. Dezelfde avond stond er in de krant, dat in 1959 het aantal jeugddiefstallen in Amerika met liefst 10 was toegenomen. Dit is toch wel iets om over na te denken Hoe komt liet? Hoe komt het toch dat er tegen woordig zoveel wordt, gestolen? Laten we in gedachten eens 25 jaar terug gaan. In 1935 hadden de meeste mensen het materiëel beslist heel wat slechter dan wy het nu hebben. Er heerste toen grote werkloos heid en in vele gezinnen moest men toen leven van een ondersteu ning van de staat. Toch werd er in die tijd lang niet zoveel ge stolen. Gestolen uit noodzaak wordt er dus niet zozeer. ÏTït Amerika? Komt de jeugdcriminaliteit soms uit Amerika overwaaien? We spiegelen ons tegenwoordig nogal veel aan dat land. Daar hebben we ook prachtige dingen vandaan gekregen. Radio en televisie en de nieuwste snufjes op huishoudelijk gebied. Juwelen van auto's en su- permarts.Maar ook de arbeid voor de gehuwde vrouw en de gangster films Is het nu speciaal nodig, dat Amerika's zwartste vlek, zijn jeugdcriminaliteit zich ook over ons Europa uitbreidt? Tot ons aller verontrusting schijnt het die kant uit te gaan. Moeten we dat zomaar over ons laten ko men? Wat kunnen we daar tegen doen? Opvoeding Vele ouders leiden een druk leven. Vader en moeder werken beiden. Dat moet wel, want er moeten dure tele visietoestellen, wasmachines en ijs kasten afbetaald worden. Maar gaat dit soms niet ten koste van de kinde ren? In sommige gezinnen staat elke avond het televisietoestel aan. Er kan dan niet meer gesproken worden. Er is dan geen tijd meer voor de kinderen. De aandacht en belangstelling wel ke ze zo broodnodig hebben krij gen ze dan niet meer. Ze zoeken die aandacht dan te trekken van hun kameraadjes door middel van snoepjes en ook door hun op schepperijen om te vertellen dat ze die snoepjes hebben weggeno men. Vaak ook zoeken kinderen door ge brek aan aandacht van de ouders hun „troost" in het snoepen. Maar dit hoeft lang niet altijd het geval te zijn. Ouders te materialistisch Er zijn kinderen die stelen en het thuis toch best hebben. Alles wat him hartje begeert. Maar in deze gezinnen wordt al tijd over geld gesproken. Moeder die jaloers is op de nieuwe bont mantel van tante en vader die met een scheel oog naar de nieuwe auto van de buurman kijkt. Dit zijn dan de gesprekken van de dag. Op de kinderen heeft dit een fu neste invloed. Deze gezinnen zijn dan wel „keurig netjes", maar toch ontbreekt hier een en ander. Zo zijn er vele voorbeelden te ge ven waarom kinderen tot stelen kunnen komen. We leven in een materialistische tijd. Voor vele kinderen is dit een moeilijke tijd. Een tijd van mate rialisatie welke tegelijk nieuwe koopgewoonten inluidt (ZB's en SM's). Knappe psychologen hebben deze systemen bedacht. Maar velen val len hier aan ten offer. En zeker niet elk kind kan hier tegen. Dat de jeugdcriminaliteit in ons land beperkt moet worden is in ons aller belang. Want vele van deze diefjes worden hoe langer hoe brutaler. Nu stelen ze wat snoepjes, morgen een brommer, dan een auto en zodoende komen ze gemakkelijk tot het vormen van benden en plegen inbraken en overvallen met misschien dode lijke afloop. We spiegelen ons maar aan Ame rika W. Motley heeft deze Amerikaan se jeugd zo prachtig beschreven in zijn boek „Klop maar op een deur". Het is het verhaal van een doodgewone, aardige jongen, die zijn leven op de electrische stoel eindigt. Dit boek is zeker de moei te waard eens gelezen te worden. Wat iloeii wij Kunnen wij iets tegen de jeugd criminaliteit doen Niet zo veelMaar toch wel iets. Dat is nu zo prettig, dat juist wij in staat zijn op bescheiden wijze mee te helpen de jeugddiefstallen te bepei'ken. Niet door de kinderen bij de kassa's te betrappen, want dan zijn we nét even te laat. Wan neer wij kinderen de zaak zien binnenkomen, zouden we dan niet even ons werk kunnen laten staan, de kinderen aanspreken, ze met hun boodschappen hel pen en ze weer bij de kassa af leveren? Dat zal lang niet altijd even gemakkelijk gaan, maar misschien helpen we dan wel Vervolg op pag. 3, eerste kolom l\a de drukke decembermaand, waarin voor het afleggen van bezoeken geen tijd was, zijn in januari weer enkele groepen naar Zaandam gereisd. Dit zijn de dames en heren die op 18 januari de Zaandag meemaakten. Jongsie bediende Hoe de heer Scheffer er eigenlijk toe was gekomen bij Albert Heijn te gaan werken „Ik zat eigenlijk al vanaf de school banken in het kruideniersvak M'n vader was bestuurslid van de Coöperatie in Zwolle en toen ze daar een jongste bediende nodig had ben werd ik het. Ik ben daar van m'n 13e tot m'n 19e jaar geweest en toen moest ik in dienst. Ik wilde daarna niet meer in Zwolle blijven en solliciteerde bij Albert Heijn. Amsterdam Wat ik toen niet allemaal nog moest lerenIk kwam voor het eerst als bediende in Amsterdam in een zaak op 't Rapenburg. In Amsterdam leerde ik ook mijn vrouw kennen. Nee niet bij Albert Heijn, al heeft ze later nog vaak genoeg in de winkel gestaan". „Ik was toen op atelier", verdui delijkte mevrouw W. Scheffer- Osewoudt. „Al met al ben ik zo'n jaar of tien in Amsterdam geweest", zei de heer Scheffer. ,Daar tussen door heb ik nog in Den Haag en in Boxtel gewerkt en mijn eerste zaak kreeg ik in Breukelen. Daar waren we ech ter niet lang. Ik werd al gauw als bedrijfsleider overgeplaatst naar Den Haag en ja, toen in 1934 kwa men we hier in Sassenheim. Ik moet zeggen, dat was naar mijn hart. Een geheel nieuwe zaak in een prachtige omge ving. Wat hebben we hier veel gewandeld op zondag, hè moeder? En helemaal, de mensen ook zijn reuze aardig. Uit het goede hout gesneden, weet U. Dat bleek vooral in de oorlog. Toen was de sa menwerking geweldig." Onlangs kwam een van onze chauffeurs bij een klant om ledige flessen en potten terug te halen, 't Waren er nog al veel en het bedrag dat terugbetaald moest worden bedroeg f 8,65. Maar voor dat onze kollega het geld kon overhandigen, vroeg mevrouw: „fa, maar nu mijn zegels!" Uiter aard trok onze chauffeur een verbaasd gezicht en vervolgens schoten beiden in de lach. Het kommentaar was: „Och, ik ben ook zo gewend om zegels te vra gen!" De heer Scheffer herinnert zich nog, hoe een partij levensmiddelen die eigenlijk bestemd was voor Groningen, bij hem terecht was gekomen. De goederen konden Groningen niet meer bereiken dooi de controle die de bezetters uit oefende en ze konden ook niet te rug naar Zaandam. „Nou, ik had een groot magazijn, dus ik wist er wel raad mee. Zo kon ik mijn klanten tenminste wat extra's geven. Denkt u zich eens in. Er was 2000 liter sla-olie bij. Komt er op een dag een Duitse officier vragen of ik olie voor hem had. „Nee", zei ik, „alleen als U een bonnetje hebt". Nou, dat was niet best. Ik moest mee naar het gemeente huis". „Weet u wat er toen gebeurde?" viel mevr. Scheffer in. „Toen kwa men ze me van 't gemeentehuis af waarschuwen: Verdonkeremaan die olie gauw, voor ze huiszoe king komen doen. Maar hoe moest dat? Waar laat je zo gauw 2000 liter olie? Nou, op 't laatst had den we de volle bussen zoveel mogelijk achteraan gezet en de lege vooraan. Maar och, och, dat waren benauwde ogenblikken". Tijdens de huldiging van de heer Scheffer bleek, dat de bur gemeester van Sassenheim, jhr. mr. R. Sandberg van Boelens, de houding van de jubilaris in de oorlog nog niet was verge ten. Namens de Koningin speld de de burgemeester de heer Scheffer de zilveren medaille in de Orde van Oranje Nassau op. Let wel, de „zilveren" me daille, en dat terwijl bij een 40- jarig jubileum meestal de „bron zen" medaille wordt uitgereikt. Overigens gaat de heer Scheffer nu van een welverdiende rust ge nieten. Op 9 februari ging hij te vens officieel met pensioen. Zijn opvolger, de heer W. G. v. (1. Wijgert uit Hillegersberg laat hij de zaak en het huis in de Hoofd straat 236 na, en hij en mevrouw Scheffer trekken zich terug in hun nieuwe, gezellige 4-kamerflat aan de Westerstraat 18. Wat de heer Scheffer nu gaat doen Hij weet het nog niet. Voor een hobby heeft hij nooit tijd ge had, zegt hij. 't Zal wel uitdraaien op tuinieren en kopjes wassen", schertst hij, en, oh ja, alle felicitaties be antwoorden. Ik heb er zoveel ont vangen. Maar die hobby, dat komt vanzelf." GERDY. Deze vrolijke gezichten getuigen dat die op 25 januari het er prettig toeging op de Zaandag j.l. gehouden werd. „Ach natuurlijk heb ik in die veertig jaar minder prettige din gen meegemaakt, dat hoort er nu eenmaal bij. Daar wil ik het nu ook niet meer over hebben. Ik denk liever aan de prettige be- levenisen en die waren er gelukkig veel meer". Op mijn vraag of de heer Scheffer eens iets bijzonders wilde vertel len uit de afgelopen 40 jaar zei hij: „Daar vraagt u me wat. Ik heb altijd met plezier gewerkt, maar om nu zomaar een, twee, drie wat te vertéllenHet li- ven ging zijn gang. Je deed zoveel mogelijk je best. Wat is daar voor romantiek aan?" „Een ding moet ik zeggen", her- 20-1: H. v. d. Steegen en Tonny Winters, fil. Maanstraat, Enschede. 22-1: A. Brust, fil. P. C. Hooftstr., A'dam en Mary Vos. 26-1: P. Vervaart, reserve-chef en Toos Schoonen. 29-1: S. van Seyen en Elisabeth J. Spoor, fil. Brielle. 2-2: L. Dekker en Sjoukje Strootman, fil. Emmen. 6-2: R. Hoornweg en Emmy Bij- ker, fil. Heiloo. 25-2: J. J. Keijzer en Gezina M. Droog, fil. Langestraat, Alk maar.

Personeelsbladen | 1960 | | pagina 2