Via Delft en melk naar
Buitenlandse ervaring
bij Supermart-Ieiding
Zware studie bekroond
Ir. H. Crlazenbui'g:
de Raad van Bestuur
Pe heer Cr. «T. Meijii
m*-. W'
!>e lieer D. Tethaak:
2
AH-FLITSEN
Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. Zaandam
17e jaargang No. 1 Landelijke editie Januari 1960
Verantwoordelijk eindredacteur
F. Brandsma, Personeelschef Filialen
Redactie:
J. Lieffering In- en externe betrekkingen
J. J. M. v. d. MeerPersoneelszaken
H. van Petten Verkoop
K. Romp Personeelszaken
A. v. d. Blonk Personeelszaken
Aan dit nummer werkten mee:
L. J. A. S. Kloos Interviews
W. HaeserDistributiecentrum
Druk: Ramshorst, Wormerveer.
Cliché's: Zaanl. Cliché Industrie, Zaandam.
j IJ MOET MAAR kruidenier worden", sneerde de leraar na-
tuurlijke historie van het Zaandams Lyceum, toen zijn leer
ling, thans Ir. H. Glazenburg, eens niet in hel paedagogisch
gareel wiide lopen. Deze bestraffende woorden blijken achteraf
een profetie te hebben bevat.
IN VERBAND MET de benoeming van de heer G. J. HEIJN tot
Directeur van de Supermarts vroegen wij hem om een onder
houd. ,,Geen tijd" was het antwoord; ook de 2e en 3e maal
leverde geen resultaat op, tot wij besloten om maar ongevraagd
binnen te stappen.
„Als het moet, vooruit dar
maar," zei de heer G. J. Heijn
terwijl hij door het raam naai
buiten keek en daar de Zaan-
damse noodwinkel zag met op
de achtergrond de schepen, die
volbeladen d'aloude Zaan af
voeren.
Wellicht had hij op dit moment, al
peinzende, al weer ideeën voor de
nieuwe Supermart te Zaandam.
Wieg stond
aan de Zaan
Ja, de heer Heijn werd in het sta
tige herenhuis aan de Westzijde
geboren en bracht in deze omge
ving ook zijn jeugd dooi'.
„Zeventien jaar in de Zaan" ver
zucht hij peinzend, alsof hij er aan
terugdenkt, aan die tijd van dicta
ten, banken en kale muren, want
het schoolgebouw, waarin het
Zaans Lyceum gevestigd is, be
hoort niet tot een van de modern
ste gebouwen in Zaandam
„Neen, van die schooltijd zijn geen
bijzondere herinneringen blijven
hangen", gaat de heer Heijn ver
der, ,,'k weet alleen dat ik toen al
blij was dat ik er geen jaar langer
over gedaan heb dan strikt nood
zakelijk was".
„Kasteelbewoner"
Daarna brak een geheel andere trjd
aan want de heer Heijn volgde de
twee-jarige cursus aan het Ne
derlands Opleidings Instituut voor
het Buitenland, welke cursus ge
geven wordt in het kasteel Nijen-
rode te Breukelen.
„Gelijk met mijn broer," vertelde
de heer Heijn. „Toen hij 2e jaars
student was, maakte ik mijn eerste
jaar mee."
„Ik was er blij om, dat ik juist ifi
deze eerste jaren, dat het instituut
werkte, de opleiding meemaakte, want
ik heb daardoor in velerlei zaken een
ruimere kijk gekregen, mede door de
vele vrienden, die ik daar maakte, wat
vaak veel oudere knapen waren met
een zeer gevariëerde voorgeschiede
nis. Sommigen ervan ontmoet ik nog
vrij geregeld.
Student en daarna
kruidenier
Na de tijd, die de heer Heijn
in Breukelen doorbracht, stu
deerde hij aan de Universiteit
van Californie in Berkeley.
Aan het einde van deze Ame
rikaanse tijd deed hij nog eni
ge tijd ervaring op bij Atlantic
Pacific Tea Company, het
grootste winkelbedrijf, met
vele Supermarts in geheel
Amerika.
Het zal wel een grote tegen
stelling geweest zijn om zo
vanuit Amerika hier in Neder
land als kruidenier achter de
toonbank te gaan staan, maar
ook dit maakte de heer Heijn
mee.
Van september 1951 tot Ja
nuari 1952 stond hij achter de
toonbank bij de heer De Jong
te Amstelveen en bij de heer
Koppen in de Beethovenstraat
te Amsterdam.
„Zet dat er maar bij", vervolgt de
heer Heijn zijn gesprek, „want ik
vind 't verdraaid fijn ook dit mee
gemaakt te hebben."
Marine carrière
ging niet rtoor
Toen kwam de diensttijd. De heer
Heijn had altijd hoop gehad om bij
de Marine dienst te kunnen doen,
doch doordat hij uitstel van mili
taire dienst had verkregen door
zijn verblijf in de Verenigde Staten,
werd hij later ingedeeld bij de
luchtdoelartillerie, waar hij het tot
res. 1ste luitenant bracht.
Legerplaatsen als Bergen op
Zoom, Ede, Nunspeet, ze klonken
ons bekend in de oren en riepen
ook voor ons oude herinneringen
op. Hierna verbleef de heer Heijn
3 maanden in Parijs, teneinde ook
daar de nodige ervaringen op te
doen in 'e Franse levenmidde-
lenbedrijven.
Hoewel de heer Heijn, zoals hij zei,
zichzelf altijd als „kruidenier-in-
spé" had gezien werd er anders
beschikt, en bleek dat hij eerst
„melkboer" moest worden.
Na zijn opleidingstijd in Frankrijk
werd hij namelijk als directie-as
sistent geplaatst bij N.V. Sterovi-
ta. „Het kwam wel als een don
derslag bij heldere hemel, doch
weldra was ik er mee verzoend
en nóg ben ik erg blij ook daar
gewerkt te hebben, vooral om
dat ik hierdoor weer de gelegen
heid kreeg veel in het buitenland
rond te kijken, zoals in - verschil
lende Afrikaanse landen, waar ik
ook veel heb opgestoken", voegde
heer Heijn hieraan toe.
C vervolg op pag. 3, vierde kolom
De heer G. J. Heijn tijdens zijn
verblijf in de Verenigde Staten
bij de Golden Gate Bridge te San
Francisco.
Want thans, 30 jaar latei', is met
ingang van 1 januari 1960 opge
nomen in de Raad van Bestuur
van Albert Heijn N.V. de heer ir. H.
Glazenburg, voordien directeur
van Sterovita N.V.
De heer Glazenburg werd in 1915
in Zaandam geboren en woonde in
de Zeemanstraat. Op jonge leef
tijd 16 jaar verliet hij het
Zaandams Lyceum met het diplo
ma H.B.S.-b in zijn zak.
Toch bleven de poorten van de
hogeschool in Delft, waar hij voor
ingenieur, richting werktuigbouw
kunde, wilde studeren, nog even
gesloten. Nog te jong bevonden,
doorliep hij eerst de H.T.S. in Am
sterdam, waarna hij zich als stu
dent in Delft liet inschrijven. De
oorlog belette een vlot verloop van
zijn studie. De Duitsers hadden er
alle belang bij de student Glazen
burg zo vlug mogelijk uit de rand
stad Holland te verwijderen. Pas
4 jaar later, in 1945, werden de
grendels van concentratiekamp
Sachsenhausen teruggeschoven.
Met élan wierp hij zich op zijn
onderbroken studie en behaalde in
1945 zijn titel.
De functie van directeur van Ste
rovita, die hij bijna 3 jaar heeft
vervuld na 7 jaar adjunct-directeur
te zijn geweest, behoort nu tot het
verleden.
„Ik heb er bijzonder prettig ge
werkt", zegt hij, „omdat ik kon
■ekenen op de steun van mijn
mensen. Mijn opvattingen over een
directeur is dat hij moet proberen
iedereen in zijn bedrijf enthou
siast te maken voor het beleid;
maar het aantal medewerkers dat
hij rechtstreeks kan beïnvloeden
is natuurlijk beperkt. Met andere
woorden: zonder de hulp van een
joed ingespeeld team dat de vonk
van geestdrift voor het gemeen
schappelijk doel doorgeeft, is een
bedrijf nauwelijks te leiden."
De heer Glazenbui-g vindt dat er
behalve de importantie van de ver
antwoordelijkheid geen essentieel
verschil bestaat tussen zijn werk
bij Sterovita, waarover hij zo waar
derend spreekt, en de taak die hem
in de Raad van Bestuur wacht. Er
zijn veel raakpunten is zijn me
ning.
,De verschillende activiteiten van
de dochterondernemingen zullen
hun coördinatiepunt in onze Raad
vinden, zonder dat er evenwel een
poging wordt gedaan tot centra
lisatie. Integendeel. De verant
woordelijkheid moet berusten op
een zo laag mogelijk niveau; alsje
blieft geen houten klazenpolitiek".
Het nieuwe lid van het hoogste
bestuurscollege neemt zijn taak,
die in het technisch-organisato-
risch vlak zal liggen, niet licht op.
Maar tevens heeft hij oog voor de
vele interessante aspecten die het
aankleven. Zo onderkent hij een
uitnemende gelegenheid om zijn
steentje bij te dragen tot wat hij
bondig noemt: een gezonde werk
gemeenschap. En wel in deze zin
dat het de mensen mogelijk wordt
gemaakt tot goede prestaties te
komen, doordat hen goede appa
ratuur en materiaal is gegeven èn
doordat de werkomstandigheden
zo ideaal mogelijk zijn gemaakt.
Moet het hoofddoel van iedere on
derneming en dus ook de onze
niet zijn, zo vraagt hij zich af, een
gunstig rendement af te werpen
door het produceren van een per
fect product? Het is daarbij nood
zakelijk niet zozeer te letten op
wat we maken, maar eerder wat
we willen maken.
Met zijn vrouw en twee dochter
tjes van 8 en 6 jaar woont Ir.
Glazenburg in Haarlem en het
mag in één adem worden vermeld
dat hij geen plannen heeft naar zijn
geboortestad terug te keren. Zon
dagmorgens wandelen met zijn
kinderen „zolang ze er tenmin
ste zin in hebben" en als het
even kan een strandwandeling
„van mijn vader geërfd" be
tekenen vaste programmapunten
van vrijetijdsbesteding. Als stu
dent speelde hij in de nationale
studententeams rugby en voetbal
en stuurde, vanwege zijn lichte
gewicht, de acht van Laga. „Ove-
Ir. H. Glazenburg.
rigens zal ik meer dan ooit op de
hoogte moeten blijven van de vak
litteratuur als de enige manier om
werkelijk ,bij' te blijven", zegt hij
en voegt er ter verduidelijking aan
toe: „een brede oriëntatie over
wat er in de wereld te koop is, is
van groot gewicht voor ons con
cern. Pas dan zijn we in staat door
een progressieve instelling te blij
ven groeien en ons op grond daar
van te handhaven".
Bij het afscheid uit de bescheiden
directiekamer van Sterovita aan
de Overtoom in Amsterdam zegt
de heer Glazenburg, die dit ver
trek verwisselt voor een kantoor
aan de Westzijde in Zaandam, tot
slot: „ik stel me veel voor van de
samenwerking met de directies
der dochterondernemingen, waar
mede ik zo prettig heb gewerkt
toen ik zelf nog .dochter' was".
r\E BENOEMING van de heer D. VETHAAK tot Plaatsvervan-
L* gend Lid van de Raad van Bestuur was geen verrassend
nieuws. Toch was dit de bekroning van een snelle carrière, die
ieders bewondering afdwingt en die in 1941 begon op de toen
malige kostprijsafdeling, waar de heer Vethaak aan de voet
stond van wat een hoge en steile berg zou blijken.
van de heer J. W. de Vries, de fi
nanciële bedrijfseconomische spe
cialist van de directie. Wellicht
zag de heer De Vries toen reeds
in dé héér Vethaak zijn toekom
stige opvolger. In elk geval stel
de hij hem in de gelegenheid op
een accountantskantoor twee jaar
te gaan werken om de nodige
practische ervaring te kunnen op
doen.
In 1951 zag het bedrijf hem terug
keren als assistent van de heer
J. W. de Vries. In 1952 kon hij zich
N.I.V.A.-accountant noemen. Een
omvangrijke studie wordt er vaak
van gezegd en toch geeft het di
ploma geen recht op een bescher
mende titel.
Over dit onrecht zal de heer Vet
haak zich weinig bekommeren; wel
vermoedelijk over het veel onheil
stichtende gevolg, dat ontelbare
beunhazen zich na een paar jaar
boekhoudstudie als accountant
durven aandienen.
Daarna werd de heer Vethaak
„controller", adviseur van de di
rectie op bedrijfseconomisch ge
bied, zoals hij het zelf omschrijft.
Het houdt veel in en er komen
veel cijfers aan te pas. Kostenbe
waking komt er aan te pas, waar
mee de zorg voor een redelijke
winst nauw verbonden is. Het be
oordelen van voorgenomen inves
teringen behoort er ook toe en
nog veel meer. Speciaal werd deze
functie vervuld voor het kruide-
niersbedrijf, maar het was een lo
gische ontwikkeling, dat het con
cern steeds meer tijd ging opeisen.
De benoeming tot Plaatsvervan
gend Lid van de Raad van Be
stuur bekrachtigt deze ontwik
keling.
Nog vervult de heer Vethaak ook
de functie van controller voor het
levensmiddelenbedrijf, maar dat
kan niet zo blijven. Hiervoor
wordt een aparte functionaris
aangetrokken.
Er zal ook dan nog een meer dan
drukke werkkring overblijven.
Toch zal er tijd moeten overblijven
voor vrouw en vijf kinderen, waar
van er al weer een op de H.B.S. is.
Als het even kan ook nog voor
(af en toe een uurtje) paardrijden,
een liefhebberij, die stamt uit de
diensttijd bij de vooroorlogse veld
artillerie en voor een goed boek.
„Dat mag niet altijd vaklittera
tuur zijn", is de mening van de
man, die van aankomend boekhou
der in 20 jaar tijds opklom tot lid
van het hoogste directie-college in
ons bedrijf.
De heer D. Vethaak.
De heer Vethaak is 41 jaar oud
en een rasechte Zaankanter. Zijn
naam wijst er op, maar ook zijn
manier van doen. Hij is een rustig
en gemoedelijk man, die niet graag
over zichzelf praat en zijn car
rière als de gewoonste zaak van
de wereld beschouwt. Hij is ook
uiterst exact, typerend voor de
accountant; en hij heeft een ge
zond gevoel voor humor, typerend
voor de Zaankanter.
Zijn huidige positie heeft hij, be
halve aan practische bekwaam
heid, te danken aan het succesvol
volbrengen van de zeer zware ac
countantsstudie. Dit is geen jeugd-
'deaal geweest.
,Toen ik van de H.B.S. kwam,
wist ik niet eens wat een accoun
tant was", zegt hij er zelf van.
Maar hij ging toen wel studeren.
Boekhouden, tot de M.O.-acte toe
ofwel tot de hoogste trap.
Bij Albert Heijn was hij opgeval
len en werd daarom overgeplaatst
naar de fabriek, waar hij eerst
chef werd van het bedrijfsbureau
en later productie-leider.
De oorlog gaf enige stilstand,
vooral ten aanzien van de studie.
Eerst was de heer Vethaak in mi
litaire dienst tijdens de mobilisa-
'39'40. Later de twee laat
ste jaren van de oorlog onderdui
ker en ondergronds werker. Vele
Zaankanters, vrijheidslievend als
zij zijn, waren dat en dus ook vele
Albert Heijners. Na de oox'log
volgde nog een BS-periode, die
eindigde in 1945 tot een terugkeer
in het bedrijf.
Toen ongeveer begon de heer Vet
haak aan de accountantsstudie.
Waarom? Och, de interesse was
gekweekt door de voorgaande stu
dies en zo hier en daar was een
aansporing daartoe gevallen o.a.