Bouw en fabricage hadden altijd zijn grootste belangstelling Gesprek met de jubilaris Een terugblik AH-FLI TSEN „lk ga meneer Jan een mooie briefkaart sturen. Jammer genoeg kan ik niet naar hem toe op de receptie. Dat had ik graag ge daan, want hij is altijd goed voor me geweest." Dit vertelde ons „Pankie" Bakker, een bejaarde vrijgezel, die in de Zaandamse Zuidervaldeurstraat woont, in de schaduw van het Ontspannings gebouw. Vroeger was Pankie, die zijn bijnaam ontleent aan het feit, dat hij als kind reeds dol was op pannekoeken, kolensjouwer en kwam toen veel in contact met meneer Jan. „Vroeger lustte ik nogal graag een borreltje", vertelde hij verder. „Dan vroeg ik meneer Jan weer een voorschotje. „Nee, Pankie", zei hij dan. „Je verdrinkt het toch maar weer". Maar toch gaf hij het altijd weer." „Ik vind het echt jammer, dat ik niet naar hem toe kan", zegt hij weer. „Maar die kaart zal ik sturen." met de leiding over deze fabriek en nam er tevens de winkelbouw bij. Dat is achteraf bekeken een belangrijk besluit gebleken, al zullen er destijds wel niet veel woorden over vuil gemaakt zijn. Maar wie had er ook kunnen voorzien, dat er onder zijn lei ding zoveel winkels en garages, levensmiddelen- en melkfabrie ken gebouwd zouden worden? En wie had er toen durven voorspellen, dat er bij de vie ring van zijn 40-jarig jubileum in de Spaansepolder te Rotter dam een melkfabriek in aan bouw zou zijn, die een der grootste van Nederland wordt en dat er op datzelfde moment een plan tot bouw van een gi gantisch distributiecentrum in voorbereiding zou zijn? Huwelijk Jan Heijn heeft zich stellig bij zijn werk gehouden, want er was veel te doen. Niet alleen zakelijk trou wens, want in 1925 trad hij in het huwelijk. II OET DAT NU BESLIST? Er is over mij toch niets bijzon- II' ders te vertellen!" Deze woorden, die de heer J. Heijn sprak, toen wij een afspraak wilden maken voor een interview, [tekenen zijn persoon. Bescheiden, nooit op de voorgrond tre- dend, wars van publiciteit en vriendelijk. 1 Natuurlijk werd het interview j toch toegestaan, omdat de heer „Een terugblik op 40 jaren werken aan de opbouw van het Albert Heijn Concern". Deze tekst is in gouden letters ge drukt op de banden van rood buffel kalfsleer, die de interessante en kost bare fotoverzameling bevatten, wel ke de heer Heijn van het bedrijf ten geschenke kreeg. Het eerste deel beval de foto's van alle fabrieken, kantoren en een deel der filialen; in het tweede deel zijn de overige filialen en de panden der dochterondernemingen opgenomen. Deel vier bevat de handtekeningen van allen, die ter receptie verschenen en zal dus nog nakomen. De hand tekeningen van hen, die hebben bij gedragen tot het personeelsgeschenk, zijn te vinden in het derde deel. De teksten zijn geschreven door onze verpakkingsdeskundige, de heer ft. J. Sinia; het bandontwerp en de lag-out werden verzorgd door de heer J. Por- tegijs. ftijmenam in Den Haag vervaardigde de banden. De foto's werden vervaardigd door fotograaf Dolf Muns te Zaandam. Tot zijn grote verrassing ontving de heer Heijn een felicitatiebrief van een vroegere medewerkster. Vijf en dertig jaar geleden was zij als kan toorbediende in dienst gekomen. Het kantoor was toen nog gevestigd te genover het huidige, in het pand, waar thans een filiaal van Bata ge vestigd is. Vijf jaar heeft zij het bedrijfsgebeuren van nabij meege maakt. Zij wist zich thans nog vele filiaalnummers te herinneren De P.T.T. heeft het druk gehad op de jubileum-dag. Vele brieven, kaar ten en telegrammen arriveerden uit alle delen van de wereld. Prof. Dr. G. M. Verrijn Stuart, president- commissaris van de N.V., zond een telegram vanuit Lenzerheide. De heer ft. Talsma, tot 1 januari j.l. president-directeur van Sterovita, te legrafeerde vanuit Madrid. Ziekte had zijn voornemen, om tijdig in Zaandam te zijn, gedivarsboomd. Vanuit Parijs ontving de jubilaris een gelukwens van de heer D. Vet- haak, die als controller deel uitmaakt van de concernstaf, en Ir. H. Glazen- burg, directeur van Sterovita. Door een onverwachte zakenreis konden ook zij niet aanwezig zijn. Heijn beter dan wie ook weet, dat ,,zijn" mensen recht hebben te weten, wie hij is. l*er slee verhuisd Het leven van meneer Jan, zoals hij veelal genoemd wordt, begon op 28 oktober 1897 in Oostzaan, waar zijn vader tien jaar tevoren de zaak was begonnen. Herin neringen aan het ouderlijk huis daar heeft de nu 61-jarige evenwel niet, want reeds in februari 1900 verhuisde de familie naar Zaan dam. ,,Ik geloof altijd nog, dat ik me nog een moment van de verhuizing her inner," vertelt de heer Heijn met een glimlach. „Het was behoorlijk winter en nu nog steeds zie ik me zelf op de slee, die ons naar Zaan dam vervoerde. Maar ik kon het toch eigenlijk niet meer weten," onderbreekt hij zichzelf. Exact als hij is, houdt hij zich liever aan de vaststaande feiten. De lagere school doorliep hij in Zaandam. Tijdens de eerste klas werd verhuisd naar het grote schoolgebouw aan de Stations straat. Sinds enkele jaren is dit pand nu eigendom van Polak en Schwarz als kantoor. Daarna volgde 1 jaar H.B.S. op het huidige Zaanlands Lyceum bij het Ruyterveer en 5 jaar Openbare Handelsschool in Amsterdam. Praktijk „Ik kom er rond voor uit, dat ik nooit een liefhebber van studeren ben geweest," bekent de heer Heijn, „maar het toekomstige werk eiste een grotere scholing. Even als mijn broer hield ik meer van de praktijk, waarmee we thuis overi gens wel contact hadden." Ja, na zijn schooltijd was hij het liefst maar meteen aan de slag ge gaan in vaders zaak, maarde eerste wereldoorlog woedde toen in volle hevigheid en Nederland had zijn troepen gemobiliseerd. In fe bruari 1917 werd ook Jan Heijn sol daat. „Hoe zat het dan met de broe- derdienst Uw broer was toch in dienst?" „Jawel, maar tijdens de mobi lisatie gold dat niet. Ik kwam bij de Landstorm en werd na 8y2 maand geplaatst op de marine-werf in Amsterdam, een onderdeel van de Artille rie Inrichting. Ze maakten daar o.m. 7,5 mm granaten. Mijn taak was het deze pro jectielen te keuren en er rap porten over te schrijven. U mag gerust weten, dat het baantje weinig om het lijf had." Bediende Op 11 november 1918 was het dan zover, dat het ineengestorte Duitse Rijk de wapenstilstand aanvaardde en enige maanden nadien begon de heer Jan officieel zyn loopbaan in het kruideniersbedrijf als bediende in het filiaal Kinkerstraat te Am sterdam. Chef Hooyberg was zyn leermeester. Wij schrijven met opzet „officieel", want in feite had hij al vele uren aan de zaak besteed. Als kleine jongen speelde' hij al altijd in het pakhuis achter de woning. Naar mate hij groter werd, begon hij spelenderwijs veel van het vak te leren, terwijl vader hem en zijn oudere broer de moeilijke kunst van het koffie-branden bijbracht. kantoor Na de in werkperiode in de winkel kwam hij „op kantoor". In de praktijk betekende dit: iedere mor gen vroeg met de trein uit Zaan dam weg op reis naar de filialen. Verder 's maandags naar de beurs samen met zijn broer en de heer Ligtenstein Sr. en tijdens het peul vruchtenseizoen regelmatig naar de markt in Middelburg. „Ja, de werktijden waren toen erg lang", zegt de heer Heijn, die daar mee nog niet wil zeggen, dal die toestand ideaal was. „Het was ook noodzaak, dat we vroeg weggingen, anders kon er bijna niets gedaan worden. Auto's hadden we nog niet en de treinverbindingen waren aanzienlijk trager dan nu. Maar als we 's morgens om zeven uur ver trokken was het al laat." „Maar was U dan nooit op kan toor?" „Ja, meestal op vrijdag en zater dag. Dan bespraken mijn broer, mijn zwager Hille (toen mede-di recteur) en ik alle zaken." -Staar «1e fabriek Het jaar 1924 is voor meneer Jan van groot belang geweest. Er wa ren moeilijkheden met de leiding van de 12 jaar oude fabriek, die toen nog pas' aan het begin van zijn ontwikkeling stond. Daarom belastte meneer Jan zich Dit plaatje zal stellig bij de oudge dienden van de fabriek herinneringen oproepen aan het huwelijk van de heer en mevrouw Heijn in 1925. Met het gehele personeel werd een boottocht gemaakt naar Schoorldam. Het AH- muziekkorps bestond nog niet, maar de Beierse Kapel, een Duits gezelschap, dat jaarlijks enige tijd in de Zaan streek rondtrok, zorgde voor de „vrolijke noot". Zo zag de fabriek er uit, toen de heer Jan Heijn er de leider van werd. Het jonge paar vestigde zich in het pand Westzijde 85, dat meer dan dertig jaar hun thuis zou blij ven. De fabriek groeide gestaag. .1926 werd de suikerafdeling (SB) gebouwdde chocoladebereiding was inmiddels ook ter hand geno men. Stap voor stap, gesteund en gedwongen door de sterke omzet- vergroting en uitbreiding van het aantal filialen, ontstond het mach tige fabriekscomplex aan de oos telijke Zaanoever. Enkele jaren ge leden werd de bouw (voorlopig) afgesloten met de nieuwe koek- fabriek. Buiten Zaandam Maar ook buiten Zaandam bleef het bedrijf groeien en er kwamen dochterondernemingen. De alge mene problemen, die een groot con cern met zich medebrengt, nood zaakten de heer Heijn in 1946 het directeurschap van de fabriek over te dragen aan ir. N. P. J. Daamen. De Raad van Bestuur, waarvan hij thans deel uitmaakt, werd gefor meerd in het jaar 1954. Hoewel problemen van zeer uiteen lopende aard thans de aandacht opeisen, heeft de jubilaris toch een zwak behouden voor bouw en fa bricage. De bouwtekeningen op zijn werktafel spreken in dit op zicht duidelijke taal. '1 ijdens de personeelsreceptie werd de jubilaris namens de gepensioneerden van de fabriek een fraaie elektrische klok aangeboden door de heren H. Middelbeek en Ton. fjirotc projecten „Toch ligt dit nu anders dan vroeger. Met de winkelbouw bemoei ik me al lang niet meer en ook de andere bouwplannen zijn eveneens een zaak geworden van de jonge directie. Maar de grote projecten bekijk ik toch altijd graag." „Hebt U veel gereisd, meneer Heijn „Mijn vakanties breng ik vaak in het buitenland door. Verder heb ik een grote reis gemaakt naar de Middellandse Zee. Toen ben ik ook in Egypte geweest. Deze reis maakte ik op dokters advies. Het is geweest vlak voor ons huwelijk. Later ben ik nooit meer ziek geweest, zelfs een griepje heb ik nooit gehad. De Verenigde Staten heb ik in 1946 bezocht. Wij hadden verwacht, daar veel nieuws te zien op win kelgebied, maar dat viel tegen. De fabrieken waren sterk op de oor logsproductie ingesteld geweest." Het echtpaar Heijn heeft twee zoons: Albert, thans president-di recteur van het kruideniersbedrijf, en Gerrit Jan, die als rayonleider werkt in Den Haag. Beiden hebben één kind, resp. een zoon en een dochter. Veranderen Vorig jaar vestigde de heer Heijn zich in Ouderkerk a. d. Amstel. „Was er een speciale reden voor deze verhuizing?" Het antwoord is simpel: „Wel nee, als je zo lang ergens ge woond hebt, wil je wel eens veranderen." Geen bijzondere onthullingen dus, maar het toont wel aan, dat de heer en mevrouw Heijn nog jong van hart zijn. Voor velen van hun leeftijdsgenoten is het immers vaak een reden om juist niet meer te veranderen. Nog iets anders wijst op die „jeug digheid". Zeilen en jagen, twee oude liefhebberijen, zijn ook nu nog takken van sport, die de belang stelling trekken. „Vroeger zeilden we veel op het Noordzeekanaal en de Zuiderzee. Zelf heb ik nu geen boot meer, maar ik ga nog graag met mijn jongste zoon mee. De jacht is altijd een betrekkelijk kortstondig genoegen, want het seizoen duurt maar kort. Maar misschien is het daarom wel zo interessant."

Personeelsbladen | 1959 | | pagina 3