„Hier heb ik nog een rokertje voor U" „Ieders respect" „We hebben het wel eens niet begrepen" „Prima samenwerking met m'n broer" 6 AH-FLITSEN De heer A. Heijn: Dames en Heren. Mag ik U bekennen, dat ik ook een beetje opgezien heb tegen deze dag, niet omdat ik het feestvarken ben en ook niet omdat ik hier moet spreken als employé tegen Baas Jan. De verhouding in ons bedrijf is over het algemeen wel zo, dat dat niet zo moei lijk zou zijn. 1 waarheid mag niet altijd gezegd wor- jjBjreg i den"). Die les gaf je ons ook niet zo heel erg best. want het was zwart vjBB °t wit en geen tussentint. hoop. dat het Gerrit Jan en mij gegeven mag zijn, dat jij nog heel f sBBBm lang ten voorbeeld mag strekken. |g| smjasMBiP We mogen dan op 't ogenblik wel eens een keer van mening verschil len of een wand van het kantoor nu dicht of open moet, maar het is gelukkig dat we ook deze verschil len van meningen hebben, want als deze er niet waren, dan werd het vervelend misschien en nu scher pen we de geest regelmatig aan elkaar, ter beneficie van het be drijf. Als cadeau van de kinderen wilden we ook iets geven natuurlijk, en ik vind het wel lollig, dat het nu zo mooi past bij het voorgaande cadeau van Albert III. Gerrit Jan, zou jij misschien vader nu ons cadeau willen geven? Wij hopen, dat U van dit projectie-apparaat De heer A. Heijn Jzn. n0g lang gebruik zult kunnen ma ken. U zult zich natuurlijk afvragenIs dat nu zo moeilijk? Ja, dat is het, omdat bij alle gezelligheid en alle goeie dingen die wij thuis gehad hebben één eigenschap pertinent niet aangekweekt is en dat is: te koop lopen met je sentimenten. Maar toch vader, ik geloof, één OcacMc Jubilaris en Commissaris van keer in de zovele jaren raag je toch Heijn. Dames en Her, De heren Gerrit Jan (links) en Albert middenboden hun vader tijdens de huldigingsbijeenkomst een projectie-apparaat aan. De heer J. Heijn ,,Nu is het mijn beurt wat te zeggen en na al die waarderende en vriendelijke woorden is dat voor mij niet zo gemakkelijk. Ik heb meermalen een jubilaris I Ik heb in die 4-0 jaren natuurlijk toegesproken en nu ben ik zelf j ™e> wat gepresteerd, maar hiertoe .i I - I I hebben meerdere factoren mecge- het, ik zal niet zeggen t slacht- werkt. offer, maar toch, als je al die ir,.' l i l Li J °m beg'11111®1! moet ik zeggen loftuitingen gehoord hebt, dan dat onze taak stukken gemakke- gaat er wel wat in je om. lijker is gemaakt doordat Vader in De heer M. van Kalmthout ize N.V., Mevrouw Heijn, Familie wel zelfs ten aanschouwe en ten gehore van een heleboel mensen uitspreken, dat je bijzonder veel respect hebt, dat wij dus bijzonder veel respect hebben voor onze vader. Zolang als ik het me heugen kan en mijn broer zal het bevestigen, is 't de zaak geweest, de fabi'iek in 't begin en later Sterovita en al de andere dochters, waarover U sprak, dus we zijn inderdaad wel opgevoed in dit bedrijf. We hebben wel eens een keer niet helemaal begrepen, wat je er ei- Na zoveel welsprekendheid is het voor mij niet eenvoudig om aan hetgeen verteld is nog iets toe te voegen wat U waarschijn lijk interesseert. Ik kan niet meer over bouwen praten, ik kan niet meer over de fabriek praten, ja ik kan alleen nog over auto mobielen praten, maar dat interesseert U toch beslist vandaag met. Mijnheer Heijn. wij kennen elkaar ■■■■■■■■■■■nK op het ogenblik lange jaren. U is '-:^gPiy as - zo ongeveer 27 a 28 jaar commis- !- saris van ons concern. U is in een g L periode in ons bedrijf gekomen VÊÊÊÊi toen de oude heer Heijn nog leefde - en die wij dus ook nog enkele jaren genlijk in zag. Je werkte van hebben meegemaakt. 's morgens vroeg. Vaak was het zo Daarna zijn de bedrijven overge- dat je al weg was, voordat wij gaan in handen van U en Uw broer wakker werden, of als jij al hele- en ik moet zeggen dat het niet al- maal aangekleed was en je kopje leen de schuld is van de geëm- thee al ophad, dan kwam je ons ployeerden en directeuren van on- porren: Jongens het is tijd om naar ze bedrijven, dat onze onderneming school te gaan. We dachten, nou zo groot is geworden. Daaraan is ja, het zal moeten, maar er is toch U wel degelijk debet. U hebt er eigenlijk niks aan. hard aan meegewerkt en hard ge- Toch heb jij ons in die tijd eigenlijk holpen het bedrijf zo groot te ma- voorbereid op de ervaringen van ken als het op het ogenblik is. nu. Nu vinden ook Gerrit Jan en Dat wil dus zeggen, wij zijn wel ik, dat er toch wel wat aan is en niet zo groot als het concern Al- jij hebt ons nooit voorbereid in de bert Heijn, maar ons bedrijf mag zin van, dat wij elke avond een uur er dan toch wel zijn. Er bestaat les „Albert Heijn'- moesten krijgen, omtrent ons bedrijf nog wel eens Gelukkig niet. Het lag er niet zo een enkele keer een beetje een Ba- op. Jij was meer van het aanschou- bylonische spraakverwarring. De welijke onderwijs, en wat ons dus een zegt: Het is Albert Heijn en eigenlijk bijzonder trof altijd, was de ander zegt: Het is geen Albert de bijzonder grote werklust, het Heijn. Daar maken wij als direc- harde werken. Het niet alleen teuren en als geëmployeerden tel- De heer M. van Kalmthout. Want moeten wij een offerte ma ken aan Patria, Hoeve of Sterovita of moeten wij een automobiel ver kopen aan onze accountant, dan maar hard werken, want dat is niet zo bijzonder, maar het met erg veel verstand werken. Een ander ding, waar we, geloof ik, erg veel van kunnen leren, is je strik te eerlijkheid. Zwart was zwart en I zeggen we: We zijn Albert Heijn' wit was wit en een tussentint was Moeten we offerte maken aan een bijzonder moeilijk mogelijk. Wel eens andere zaak, dan zeggen we: „Wei een keer zover, dat wij moesten den- nee, helemaal niet. Dat de heren ken aan het woord wat je zelf nogal nu toevallig een pakketje aandelen eens een keer aanhaalde: „Toute la van ons hebben, nou ja, goed, maar vérité nest pas bon a dire". („De j we zijn beslist geen Albert Heijn." kens gezellig gebruik of misbruik j Dat past dan „eter to straatje en dan bezigen wij deze woorden. Van een rustig ogenblikje tijdens de receptie maakt de jubilaris gebruik om met de ceremoniemeester, de heer H. K. Engel, een telegram te bekijken. Eén ding is natuurlijk zeker, dat er wel een heel nauwe verwantschap is, want het is natuurlijk niet toe vallig dat onze drie Commissaris waarvan U er dan één is, ook zit ting hebben in de Raad van Be stuur van het Concern Albert Heijn. Dat is beslist niet toevallig. Ik bedoel, dat zijn wel afspraakjes, die vroeger gemaakt zijn, dus de belangen van het Concern Albert Heijn en respectievelijk van de twee heren Heijn in ons bedrijf zijn toch wel zeer groot. Maar toch worden we nog wel eens een enkele keer vergeten, want zo'n week of acht voordat U ging jubelen, heb ik eens geïnformeerd: „Wat gaan we nu eigenlijk doen?" Ik informeerde eens bij de heer van Heuveln, bij de heer v. d Knaap, ik ben ook in Zaandam op onderzoek uit geweest, en ze heb ben mij gezegd: „Wij zijn al lang klaar! Alle geëmployeerden van Albert Heijn hebben wat gedaan en die bieden een pracht cadeau aan en jullie? Jullie horen er niet bij." O ja, maar kunnen we dan alsnog niet meedoen? „Nee, nee, nee, die pot is vol, jullie kunnen niet mee doen". Op onderzoek uitgaande en een kennis van een kennis tegenko mende, ja U is getrouwd en uw vrouw jubelt natuurlijk mee, en Uw vrouw had een heel klein idee: schat van een bloempotje met schattige bloemen er in. Maar diezelfde kennis van die ken nis zei: „maar denk er om, niet in de rook!" Dus hebben we dat mooie bloem potje met die bloemen niet mee genomen in de rook maar dat heb ben we thuis laten bezorgen in Ouderkeik en ik weet zeker dat U het Uw vrouw, die al deze jaren naast U heeft gestaan en die dus ook beslist een groot aandeel heeft in Uw succes, van harte gunt, dat wij vanmorgen vroeg begonnen zijn I met een schat van een bloempotje met blommen er in. Maar daarnaast kunnen we U na tuurlijk niet verbieden om wanneer j U dat potje met bloemen ziet staan, te genieten van een rokertje wat we dan alsnog bij deze willen aanbieden. En dat namens de di recteuren van de Riva. De heer J. van Heuveln De directies van de dochter-maat- j schappijen hebben mij gevraagd ook uit hun naam enige woorden I tot U te willen richten. I Wanneer ik aan dit verzoek voldoe, zou ik willen beginnen met U niet alleen te zien als lid van de Raad van Bestuur, maar als de grote bouwmeester van het Concern Al- bert Heijn. U, Jubilaris, heeft toch buiten de zakelijke leiding, de grote taak op U genomen, de problemen van ver bouw en nieuwbouw te behartigen en ik vermag te zeggen, dat het geen U in de afgelopen 40 jaar hiermede bereikt heeft, een ieders respect afdwingt. Wat ons altijd weer verbaast, is de j praktische kijk, welke U op veler- j lei gebied heeft en steeds weer een oplossing weet te vinden voor schijnbaar onoverkomelijke moei lijkheden. De besprekingen welke wij steeds met U hebben, kenmerken zich I ook door de prettige sfeer, waarin J deze gehouden worden en wij zijn I er van overtuigd, dat juist deze i sfeer en Uw weloveiwogen advie- zen en besluiten er toe hebben bij- I gedragen dat de successen die het I concern heeft mogen bereiken, zo I groot zijn geworden, j Ook de dochter-maatschappijen j hebben van Uw heldere kijk steeds j veel voordeel genoten en het is voor ons prettig dit op deze jubel dag eens extra naar voren te mo gen brengen. Wij spreken dan ook de wens uit, dat U ons nog lange tijd met raad en daad terzijde moogt blijven I staan in het belang van de doch ter-maatschappijen en van de N.V. I Albert Heijn. 1920 een zaak ons, ik bedoel aan mijn broer, mijn zwager Hille en mij, overdroeg die een solide naam had en op een hechte basis ge grondvest was. zodat wij daarop gemakkelijk konden voortbouwen. Een andere factor is de prima sa menwerking tussen mijn broer en mij. Wij hebben in al die jaren nooit een belangrijk verschil van mening gehad of het werd steeds in goede harmonie opgelost. Dit is een zeer voorname factor, daar het voor een zaak funest kan zijn wanneer de mensen in de top leiding elkaar niet goed verstaan en het zelfs wel gebeurt dat zij elkaar dwars zitten. Dit kan voor de zaak heel ernstige en nadelige gevolgen hebben. Gerrit, ik ben er dankbaar voor dat wij het altijd hebben kunnen vinden en ik hoop nog vele jaren op dezelfde wijze te mogen samen werken in het belang van de zaak, die door Vader is opgericht en waaraan wij steeds onze beste krachten hebben gegeven en die ons zo na aan het hart ligt. Vader heeft ons het goede voorbeeld gegeven van wat werken is en dat hebben wij beiden goed opgevolgd, zodat werken voor ons altijd een ple zier is geweest, hoewel zaken doen niet altijd een pretje is. Vaders grote werkkracht en zijn manier van zakendoen wa ren voor ons steeds goede voorbeelden en lessen die wij met dankbaarheid en overtui ging hebben opgevolgd. Ik hoop dat diezelfde geest van samenwerking en van elkaar wil len begrijpen en, waar nodig, el kaar aan te vullen, een voorbeeld mag zijn voor hen die na ons komen. Wij zijn er in het algemeen goed in geslaagd, om prima medewer kers aan onze zaak te verbinden. Natuurlijk hebben wij op dat ge bied ook teleurstellingen gehad, maar dat zal wel altijd zo blijven. Ik heb het grote geluk gehad tot nu steeds een prima gezondheid te hebben, hetgeen het mij mogelijk maakte zo nodig lange werkdagen te maken. Er is mij wel eens gezegd dat alles ons meezat in zaken. Wij weten wel beter. Dat lijkt voor buitenstaanders misschien wel zo, want die zien meestal alleen de gevallen waarin wij slagen, maar de keren dat wij alleen met heel veel moeite, hard wer ken en veel kosten een zaak voor elkaar krijgen of soms ook wel niet, dat krijgen zij niet te zien. Maar er is het bekende gezegde: „zonder geluk vaart niemand wel". Dan wilde ik alle sprekers van deze middag hartelijk danken voor de waarderende woorden en de mooie cadeaux, die mij daarbij zijn overhandigd. In die 40 jaren is onze zaak uit gegroeid tot een behoorlijk concern dat in de zakenwereld een zelfde solide naam heeft als toen Vader ons de zaak in 1920 overdroeg. Ik hoop en vertrouw dat t.z.t. mijn zoons en over jaren ook de zoons van broer Gerrit tezamen met de staf van onze medewerkers de zaak Albert Heijn ook in de toe komst op dezelfde wijze en met een even groot succes zullen voort zetten in het belang van allen die bij de zaak Albert Heijn betrokken zijn. De heer f.

Personeelsbladen | 1959 | | pagina 6