juf Hoe denkt U over Uw werk? Honderd gulden beloning Twee jarige telefonistes Feestkalender Chauffeurs rijp voor de Zuidpool Co pie De heer C. Kaf Waar blijven de jeugdige muzikanten? 5AH002000046 Flitsen Fabr/Zaan Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V., Zaandam 15e Jaargang No. 3 - Maart 1958 Spiegeltje spiegeltje aan de wand Wie in een spiegel kijkt, ziet zijn eigen gezicht. Daar ziet I men niet veel nieuws aan, zult u wellicht zeggen. Toch kijken we geregeld in de spiegel om te zien of ons haar goed zit en of verder alles in orde is. De enquête, die eind vorig jaar onder ons personeel werd gehouden onder de naam ,,HOE DENKT U OVER UW WERK"? is ook een spiegel geweest en heeft ons dus niet zo ontzettend veel nieuws verteld. Maar wel heeft de enquête onze aandacht gevestigd op die punten, waarop we nog eens extra moeten letten. Deelname personeel Belangrijk is dat 348 personen hun mening uitspraken en dat 86 deze enquête een goed middel von den hun oordeel over het bedrijf te geven. Bijna de helft (46%) maakte bovendien van de blanco ruimte gebruik om als aanvulling op de vragen opmerkingen te ma ken die waardevol en duidelijk waren. Voor de leiding, die natuurlijk voortdurend haar best doet het bedrijf goed te laten functioneren en daarbij een voortdurend open oog heeft voor het belang van goe de arbeidsverhoudingen, is dit een verheugend teken. Goede arbeidsverhoudingen kan men alleen bereiken door geza menlijke inspanning van leiding en personeel en alle inspanning van één kant blijft zonder resultaat als er door de medespeler niet wer kelijk meegespeeld of in ons geval meegewerkt wordt. Wij zijn dan ook degenen, die door hun serieuze beantwoording der- vragen aan het slagen van deze enquête hebben medegewerkt, hiervoor dankbaar. Weinig opvallend nieuws Er zijn altijd mensen, die in hun verwachtingen worden teleurge steld; het is maar, wat je ver wachtte en wat er dan tenslotte uit de bus komt. Zijn we b.v. teleurgesteld omdat er zo weinig opvallend nieuws naar voren kwam? De heer Fr. Schuddeboom mei'kte bij een der besprekingen terecht op, dat er dan Het grote ge heel van ons bedrijf levert een beeld op, dat gunstig ge noemd kan worden, maar dat door om vang en de gro te variatie van ons productie-proces en de ver schillende afdelingen vrij kleur loos is. Interessant zijn pas de gegevens per afdeling, waarin vrij belang rijke afwijkingen van het bedrijfs- gemiddelde voorkomen. Op de algemene uiteenzetting die de heren Colijn en Scheffers hiel den voor de O.R. en de chefs, zul len dan ook nog afdelings-bespre- kingen volgen, waaraan zowel de leiding der afdeling als personeels- vertegenwoordigers zullen deel nemen. Wie is de schoonste in het land? Ja, hoe staat het er bij ons voor ten opzichte van andere bedrijven Zijn wij de schoonste of valt dat nogal tegen. Laten we twee vra gen aan U voorleggen die hierover een duidelijk inzicht geven. De eerste vraag is dan: „Is het op onze afdeling romme lig?" Van de honderd geënquêteerden zeggen er bij A.H. 19 ja! landelijk 28 ja! bij A.H. 72 neen! landelijk 63 neen! Onze schoonheid in dien zin kan dus de toets der kritiek wel door staan. (9 van de honderd hadden geen mening.) De tweede vraag over de - aantrekkelijk heid van ons bedrijf luidde: „Ik heb plezier in mijn werk". Van de hon derd geënquêteerden zeggen er bij A.H. 85 ja! landelijk 77 ja! bij A.H. 7 neen! landelijk 14 neen Vervolgens werd er antwoord ge* vraagd op de vraag of men de mening heeft dat er bij A.H. nooit gebrek aan werk dreigt. Van de honderd geënquêteerden zeggen 63 mannen neen, terwijl bijna V5 deel (19%) hier niet geheel zeker van is. Landelijke vergelijkingen ontbreken maar dat deze cijfers bijzonder gunstig liggen is wel onmiskenbaar. 25 jaar in dienst: 4-4-'58 A. Tuinman, T.A. 6-4-'58 L. Heistek, K.B. 12jaar in dienst: 1-4-'58 C. Vethaak, C.M. J. Krijt, C.M. 8-4-'58 G. K. Romkes, H.K. 71/2 Jaar in dienst: 2-4-'58 Mej. A. v. Veen, C.F. iets in de on derlinge voor lichting zou moeten hape ren. Als men elkaar elke dag spreekt en geen blad voor de mond be hoeft te nemen, dan kan een en quête mondeling of schi-iftelijk geen grote verrassing worden van opzienbarende feiten. Veel meer is het een duidelijk en over zichtelijke vastlegging van reeds bekende gegevens. Maar ieder leest een rapport op z'n eigen wijze en daarvan is een schriftelijk rapport een objectief verhaal waar men beter mee kan werken dan met subjectieve me- h'ihgen over een bepaalde toe stand. Tenslotte kan men teleurgesteld zijn over het feit dat er nog altijd een kwart van ons personeel op de vraag „Ik vind, dat ik recht vaardig betaald word in vergelij king met de anderen op mijn af deling" neen zegt. Maar laten we ons troosten met de conclusie dat in onze bedrijfsklasse (levensmid delen-industrie) 28 van de honderd mensen dit zeggen; dat in het land 26 van de honderd hetzelfde doen en dat bij A.H. 24 van de honderd deze mening zijn toegedaan. Is men tevreden? Misschien denkt U dat de voor beelden speciaal zijn uitgezocht om een gunstig beeld te geven, terwijl er toch ook wel minder gunstige gegevens naar voren zijn gekomen Maar waarom zoudt U klmnen ]ezen dat er b p« -«■** kopij voor het april- nummer moet vóór dinsdag H 15 april in het bezit van de ff redaktie zijn. De De heer H. van Dijk heeft de gevolgen ondervonden van het „pool "-weer. Zijn 4-tons gesloten vrachtwagen leed in de Rosmolen- straat schipbreuk. vindt het natuurlijk prettig als de menselijke verhoudingen goed zijn. Maar het doel van de gezamenlij ke inspanning van de directie en medewerkers is dat wij producten leveren van de best mogelijke kwaliteit voor de laagst mogelijke prjjs met de hoogst mogelyke service en daarom is het zakelijk nuttig en góéd, dat de directie mede op grond van het gebrachte rapport de overtuiging bevestigd heeft kunnen zien, dat haar medewer kers bereid blijken hun beste krachten in te zetten. In deze besprekingen zal aandacht worden geschonken aan die zaken, die voor U, ook bakker, bedienster van een verpakkingsmachine, mon teurs of expeditieknecht, van di rect belang zijn. Deze menselijke aandacht voor in dividuele- of groepsbelangen is van blijvende waarde en dus van veel meer betekenis, dan de vraag of bepaalde dingen momenteel U iets meer of iets minder goed aan staan. Dit laatste zal natuurlijk wel besproken en bekeken worden, maar het open gesprek tussen U en Uw chef en tussen Uw collega's Wat gaat er nu ver- foiijft de basis voor gezonde en der gebeuren prettige verhoudingen. Laten we In het voorgaande hebt U reeds het daarop aanhouden. Belangstelling voor ideeënbus stijgt J)E OOGST van de ideeënbus is in de afgelopen maand vrij groot geweest en wij verheugen ons over deze toegenomen en hopelijk nog toe te nemen aandacht. Er kon 100,wor den verdeeld over 8 inzenders, waaruit enerzijds blijkt dat er geen wereldschokkende ideeën waren, maar waarbij ander zijds tal van nuttige wenken een bewijs waren van veel activiteit. 25,— De hoogste beloning- kwam weer terecht op de S.B. waar de heer H. v. d. Burgt na lang wachten een oud idee uitge voerd zag op de greinmachine. Zo wel het besparen van afval als andere overwegingen speelden bij de vaststelling der beloning een rol. Tweemaal werd 17,50 toegekend voor hygiënischer en veiliger wer ken en wel op de K.B. en de C.F. aan de heer B. Kuyt en de heer II. de Vries. Nogmaals kwam daarna de S.B. aan de beurt, waar de heer J. Tonkes op het idee kwam dat het aanbrengen van een strip op transportwagens het werken ge makkelijker maakt en reparatie kosten kan besparen. Tien gulden ontving de heer Kooi uit de L.F. voor het idee om lui ken op de pottendroogmachine aan te brengen, zodat het schoonma ken gemakkelijker wordt. Even meer dan de aanmoedigings premie n.l. f 7,50 werd toege kend aan een inzender, die een actie onder het motto „Weest zui nig met verpakkingsmateriaal" voorstelde. Intussen had de heer Vink al initiatief in deze ontwik keld, waarover U in deze flitsen het één en ander zult lezen. Tenslotte waren er twee inzen ders, die met een aanmoedigings premie tevreden moesten zijn, enerzijds omdat de uitvoering van hun idee (het was de heer C. Ligt) op bezwaren stuitte, anderzijds, kfooncentrale er (bij de heer B. Kuyt, voor de tweede maal in deze een bloementuin maand) meer sprake was van een werd herschapen. Soede wenk- Al met al hopen wij dat dit sultaat weer een stimulans zal zijn voor U allen Erna van Scher- penseel en Diny Laduc, telefonis tes, vierden op 6 maart tegelijk hun verjaardag. Vele felicitaties gingen vergezeld van bloemen, waardoor de te- (dirigent muziekkorps) De faam, die ons muziekkorps ge niet, vindt zijn oorzaak in twee fei ten: de bekwaamheid van de musici en de deskundigheid van de dirigent, de heer C. Kat uit Hilversum. De heer Kat werkt niet bij Albert Heijn. Hij is beroeps musicus bij het Radio Philhar- monisch Orkest waar hij de alt hobo speelt en de eerste hobo- ist bij diens af- I wezigheid ver- I vangt. Wij heb- v ben de heer Kat D' hc" C Ka< gevraagd ons wat te vertellen over zijn werk bij ons muziek korps en hij was hiertoe gaarne bereid. „Vijf en een half jaar geleden zwaaide ik voor het eerst het di rigeerstokje voor ons korps", be gint de heer Kat. „Daarvoor was ik ook al dirigent van de harmo nie „Concordia" in Oostzaan. U begrijpt wel dat ik een echte Zaankanten ben. Eei'lijk gezegd had ik in het begin wat moeite om in het korps ingeburgerd te geraken, maar ik mag zeggen dat onze prestaties in een opgaande lijn zijn. We spelen zowel klassie ke als lichte muziek". Stelt de klassieke muziek hogere eisen aan de musici? vragen wrj. „In zekere zin wel", antwoordt de heer Kat nadenkend en ver volgt dan: „we mogen echter niet vergeten, dat het publiek de lich te muziek op elk uur van de dag door de radio hoort, gespeeld door de beste beroepsorkesten. Men is op dit punt dus erg verwend, waardoor wij voor de moeilijke op gave staan met een wel heel gave vertolking uit de bus te moeten komen. Gelukkig is het peil van onze uit voeringen heel behoorlijk, wat op de concoursen telkens blijkt. U zult begrijpen dat er menig avond je gerepeteerd moet worden om het hoge artistieke peil te hand haven. Jammer is het, dat ook ik de algemene klacht moet beamen, dat er zo weinig jongeren ons korps komen versterken." Jammer, inderdaad!

Personeelsbladen | 1958 | | pagina 1