AH-TUTSIN
Twee centen bleekpoeder
Kwaliteit
Amsterdams Formosa leverde
een voortreffelijke prestatie
Nou Krijn, zo hoort het toch!
2
AH-FLITSEN
Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. Zaandam
14e jaargang no. 10 Landelijke Editie Oktober 1957
Verant'woordelijk eindredacteur
H. K. Engel, Hoofd Personeelszaken
Redactie:
J. W. Noortman
L. J. A. S. Kloos
J. J. M. v. d. Meer
M. J. H. Grooten
J. Lieffering
K. Romp
Aan dit nummer werkte mede:
J. Kleppe Foto's
Druk: Ramshorst, Wormerveer.
Cliché's: Zaanl. Cliché Industrie, Zaandam
Filialenbureau
Personeelszaken
Personeelszaken
Planning
In- en externe betrekkingen
Opleiding
niet erg te spreken toen in 1920
in acht weken tijd niemand op be
zoek was geweest. Eindelijk liet
baas Gerrit zich weer eens zien.
,,Het is dat ik de ontvangsten naai
de bank breng, anders zou ik nog
denken dat de zaak van mij is,"
zei de heer Scheepmaker. Waarop
de heer Gerrit Heijn antwoordde:
„Nou Krijn, zo hoort het toch."
Balans
Eén keer werd de heer Scheepma
ker lelijk in de steek gelaten. Op
de dag dat er volgens afspraak
balans gemaakt moest worden,
kwam niemand uit Zaandam. Maar
veertien dagen later kwamen baas
Gerrit en baas Jan zelf. „Toen
het gauw gebeurd," zegt de heer
Scheepmaker.
Huis te koop
De heer Scheepmaker vertelde ons
nog een staaltje van „snel afwer
ken". In 1920 had hij een vriend
aangeraden om bij A.H. te gaan
werken. Die vriend volgde zijn
i-aad op en trok naar Zaandam
Hij moest zijn vrouw en kin
deren echter in Aalsmeer achter
laten. Alleen 's Zondags kon hij
naar huis. Na enige tijd begon heni
dit te vervelen. Hij wou in Zaan
dam gaan wonen. Nu was er wel
een huis te koop maar helaas geen
huis te huur. En geld om het huis
te kopen had hij niet.
Op aanraden van de heer Scheep
maker stapte hij op zekere dag
naar de directie-vergadering. „Zo
A. Dral.
„Hij was toen zo'n klein huppertje".
Deze woorden komen tijdens een
vraaggesprek uit de mond van dc
heer Dral, die met z'n 92 jaren
tot een van de oudste oud-mede
werkers van het bedrijf behoort
Het geldt de heer G. Heijn in het
jaar 1900.
„Het was toen een heel andere
tijd. Je werkte van 's morgens zes
tot 's avonds negen uur. Lange
dagen, 's Zaterdags en op zondag
werd het een a twee uur 's nachts.
De klanten kwamen rustig, zonder
bezwaar op dit nachtelijk uur nog
voor 2 centen bleekpoeder halen."
De heer Dral kan het weten. Hij
stond aan de wieg van het bedrijf
Omstreeks de eeuwwisseling. Als
chef van het eerste filiaal in Pur-
merend hij woont er nog steeds
maakte hij de heer Albert Heijn
Sr. en zijn zoon bijna dagelijks mee.
„Baas Gerrit" de gewone be
naming in die dagen kwam dik
wijls een snoepje halen," zegt hj
langs zijn neus weg. Het klinkt
grappig, „Maar later op 22-jarige
leeftijd," neemt de oudste filiaal
chef zijn verhaal weer op „kwam
de heer Gerrit de balans opmaken.
Het bedrijf telde toen pas twintig
filialen. Hij was toen samen met
zijn vader, directeur en rayonlei-
der tegelijk.
Een merkwaardige tijd was het
toen voor de kruidenier. 4 pond
dadels voor een kwartje en deze
prijs was ook goed voor 2 pond
pruimen of 4 pond pinda's. Bij
aankoop van 1.-boodschappen
kreeg de huisvrouw een blikje thee
cadeau. Maar neem nu eens de lo
nen, 6 a 7 gulden per week was
geen bijzonderheid. Het loon van
een spoorwegarbeider was toen zo
laag, dat deze dag in dag uit rijst
aten."
De heer Dral mijmert verder; ver
loren in zijn herinneringen aan de
goede tijd van weleer. En dan:
„Hij kwam altijd zo vroeg. Zeven
uur 's morgens was normaal. Hij I
nam dan de hele winkel op, praat- j
te even en ging dan weer verder.'" j
Hij knikt even goedkeurend. „Hij
was een goeie baas, hij was eerlijk."
Chef Garde Manger P. van Roon.
„Kwaliteit is altijd al, zo lang als
ik baas Gerrit ken, het centrale
punt geweest, waar hij steeds weer
op terug kwam en waarvoor hij
ook altijd met zijn gehele persoon
heeft gestreden."
De heer G. Talsma kan het weten.
33 jaar geleden reeds kwam hij
vanuit het Friese land in de koek-
bakkerij en heeft dus een rijke er
varing.
„Kwam de heer Gerrit veel in de
fabriek
Het is beslist geen kleinigheid, om voor vele honderden mensen, die
een receptie bezoeken, een koud buffet te verzorgen, dat de toets van
elke kritiek kan doorstaan en de gehele bediening op die receptie zo
danig te organiseren, dat alles zonder stagnatie verloopt.
De Amsterdamse Formosa
zich voor deze opgave geplaatst
en ieder die op 1 oktober in het
ontspanningsgebouw is geweest,
zal moeten toegeven, dat men
daar in de Kalverstraat wel tot
iets in staat is. Een keur van de
allerheerlijkste hapjes, uitgestald
op een lange tafel in het ontspan
ningsgebouw, was het resultaat
van enige dagen ingespannen ar
beid van de mannen van CHEF
KOK L. VAN GELDER.
Vier dagen
Vrijdags, vier dagen voor het
feest, was men reeds begonnen
met het braden van vlees, kip,
eenden etc., terwijl tevens die dag
begonnen werd met het bereiden
van de sausen.
Vele duizenden hartige hapjes
werden door bekwame kokshanden
op de tafel gebracht en wat zij
hiervoor verwerkten, is bijna niet
te geloven. Wat denkt U b.v. van
3 zijden gerookte Noorse zalm, elk
5 kilo wegend? Of van 300 eieren,
26 wilde eenden, 15 kg kalfsfrican
deau, 10 gerookte ossetongen en
dat is nog lang niet alles.
Showstukken
Midden op de koud-buffet-tafel be
vonden zich een aantal zeer fraaie
showstukken. Deze waren geheel
vervaardigd door de heer P. VAN
ROON, de chef Garde Manger, die
met de kok ERICH, een broer van
de bekende Tom, en de leerling
kok RIGHART, tevens het groot
ste deel van het koud-buffet heeft
verzorgd. Bewondering wekte een
bloemenmand met witte rozen, het
mandje uit waterdeeg vervaardigd
en daarna prachtig bruin gebak
ken, de bloemen gevormd uit
kaarsvet. Dit stukje getuigde, sa
men met de vele andere, van een
waar meesterschap).
Bediening
12 serveersters gingen met grote
bladen vol glazen rustig hun weg
door de honderden in de zaal. Hun
„thuisfront" was de kelder onder
het toneel, waar MEJ. N. VER-
WOERT, evenals een deel van de
serveersters van Formosa, de scep
ter zwaaide. In de kelder was het
drankenbuffet ingericht en daar
werden in hoog tempo duizenden
glazen gevuld met port, sherry,
wijn, sinaasappelsap enz.
108 flessen Graves
Mej. Verwoert vertelde ons, dat
zij nog nimmer een dergelijke gro
te drukte had meegemaakt en zij
is op het gebied van recepties toch
werkelijk wel iets gewend. Nu had
men zich hierop trouwens wel de
gelijk voorbereid. 210 flessen, ge
vuld met verschillende wijnsoor
ten, stonden gereed voor de slag,
omgeven door 1750 wijnglazen.
Hoeveel er uitgeschonken werd,
konden wij nog niet precies ach
terhalen, maar wij telden in ieder
geval 108 lege Graves-flessen.
Krachtproef
Ook de heer A. J. WELP, bedrijfs
directeur van Formosa-Amster
dam, bekende eerlijk, dat deze re
ceptie een krachtproef was, te
meer nog daar er op het laatste
moment slechts drie koks beschik
baar waren in plaats van vijf. Des
ondanks zijn deze heren er in ge
slaagd de koud-buffet-tafel voort
durend gevuld te houden. Beslist
geen geringe prestatie.
Samenwerking
Bijzonder dankbaar was de heer
Welp voor de wijze, waarop hij
werd geholpen door de heer G. A.
VAN ROOIJEN en de heer KLEIJ,
beheerder van het ontspannings
gebouw. „Deze heren is niets te
veel geweest en dat mag wel eens
gezegd worden! Deze dank geldt
natuurlijk ook alle medewerksters
van de heer Kleij."
„Vroeger betrekkelijk weinig. Zijn
broer Jan was nl. directeur van
de fabriek, terwijl hijzelf de filia
len leidde. Op de V.A. waar de
koffie werd gebrand en de thee
gemêleerd, kwam hij echter vaker
en dan gebeurde het natuurlijk
ook wel, dat hij bij ons langs
kwam."
„Wat deed U in die beginperiode?"
„Ik was deegmaker voor de koek
en koekjes. Baas Gerrit, zo werd
hij naar goede Zaanse gewoonte
altijd genoemd, informeerde bij
zijn bezoek altijd waarvoor het
deeg, dat wij onderhanden hadden,
bestemd was en welke grondstof
fen er gebruikt werden."
„Want wij moeten er altijd op uit
zijn onze kwaliteit zo hoog moge
lijk op te voeren. Dat alleen is het
fundament van ons bedrijf. Zonder
dat hebben lage prijzen en goede
winkelbediening geen enkel ef
fect," placht hij dan te zeggen.
„Meneer Talsma, herinnert U zich
nog iets anders, dat typerend is
voor de heer G. Heijn?"
G. Talsma.
Even moet hij nadenken en d an
„Eigenlijk heb ik er nooit bij stil
gestaan, maar nu herinner ik me
plotseling het grote aandeel, dat
baas Gerrit tijdens de oorlog heeft
gehad in de totstandkoming van
de verstrekkingen aan het perso
neel van de fabriek. Het was hard
nodig, dat er geholpen werd, want
er werd honger geleden. De haver
mout, boter, suiker, koek, etc., die
toen door het bedrijf verstrekt
werden, waren dan ook zeer wel
kom. Dit is na de oorlog nog een
tijd doorgegaan."
De heer Talsma gaat weer aan het
werk, want ook nu nog moet er
voortdurend worden gewaakt over
kwaliteit.
Deze brief van „baas Gerrit" betekende zo veel voor de heer
K. Scheepmaker, dat hy hem nu, 39 jaar later, nog steeds zorgvuldig
bewaart. Van september 1918 tot juni 1956 is de heer Scheepmaker
chef van filiaal Aalsmeer geweest. In die jaren is de heer Gerrit Heijn
tientallen malen by hem in het filiaal geweest.
ALBERT HEIJN
Telefoon No. 176. ^aane/am, 6 September 1918.
ai iieer IC.Scheepmaker,
p/a Filiaal Albert Keyn.
■cneepnüer
Op vrijdag 13 dezer zullen balans opmaken in i'iiiaal
Lalsmeer. .Na deze balans zult ge als eher van dit filiaal] moeten optreden
m verzoeken wij 0 daarom zoo spoedig mogelijk de noodige maatregelen te
Groetend,
Deze bezoeken stelde de heer
Scheepmaker erg op prijs. „Baas
Gerrit is een zakenman," zegt hij,
„zijn raad heb ik altijd opgevolgd."
8 weken
De heer Scheepmaker was dan ook KIaas, wat kom doen?„ woeg
de heer Albert Heijn. Klaas vertel
de zijn verhaal. „Nou. dat is toch
eenvoudig," zei de heer Albert
Heijn. „Gerrit ga jij even met
Klaas mee dat huis kopen." Nog
geen uur later was het huis ge
kocht en drie dagen later woonde
Klaas er al.
Tevreden
K. Scheepmaker!
De heer Scheepmaker heeft meer
dan 45 jaar bij A.H. gewerkt. „Wij
hebben het altijd met plezier ge
daan," zegt hij en zijn vrouw knikt
bevestigend. „Voor een belangrijk
deel komt dat wel, doordat wij al
tijd op de baas konden vertrou
wen."