Hoe ziet U Uw klanten?
Ze liegen over je
Butterscotch-repen
en Boskoopse oudjes
Een boekje met foto's over
die jeugd van tegenwoordig''
AH-FLITSEN
VRAAG van
de MAAND
Kortgeleden volgde Mej. Verseput
de 4-daagse verkoopsters-cursus
te Zaandam en aan de hand van
het daar geleerde weet zij nog be
ter dan voorheen de klant doel
bewust die service te geven, die
nodig is om te maken, dat de klant
niet alleen koopt, maar koopt met
de volle 100 animo, die nodig
is om de klant ook een volgende
keer weer te laten terugkomen
bij A.H.
Mevr. X
Voor ons laatste interview hebben
we de rollen omgedraaid en aan
Mevrouw X de vraag gesteld hoe
zij nu de verkoopsters en verko
pers achter de toonbank ziet.
,,Ik vind het leuk", zegt zij, „dat
ik U hierover iets mag zeggen,
vooral omdat ik het roerend eens
ben met de mensen die U inter
viewde. Ik voel me werkelijk als
een gaste wanneer ik bij mijn bin
nenkomst op een spontane en
vriendelijke manier word begroet
Natuurlijk gebeurt het ook wel
eens dat ik word verwelkomd op
een manier van „het hoort er nu
eenmaal bij", maar dit komt toch
niet iedere dag voor. En weet U
wat ik zo waardeer? Als ik merk
dat men achter de toonbank goed
met elkaar kan opschieten. Als de
sfeer dus kameraadschappelijk is.
Laatst was ik in een filiaal waar
zojuist een pakje uit Zaandam was
binnengekomen voor een verkoop
ster. Het was een poederdoos die
ze had verdiend met de punten-
premie-actie.
Het leuke was nu dat de anderen
ineens vol belangstelling waren en
Dit keer hebben we eens een aantal medewerkers/sters gevraagd
„Hoe ziet U Uw klanten". Van het antwoord op deze vraag hangt in
een bedrijf als A.H. zeer veel af, want de klant beoordeelt een winkel
voor een belangrijk deel naar de houding van het winkel-personeel,
zodat de verkoopsters en verkopers door hun houding kunnen bij
dragen tot de goodwill onder de klanten voor A.H.
Service
Eerste verko- -
per J. Snijder
uit filiaal Em-
men, Hoofdstr.
16, ziet de
klant als volgt: s
„In het filiaal",
zegt hij, „bevin-
chef, verkoop-
sters en verko-
klant. Het personeel is er voor de
klant en niet andersom. Dat wil
zeggen, dat de belangrijkste fi
guur onbetwistbaar de klant is
en dat de overigen een bedienende
functie hebben. De klant geeft
een filiaal bestaansrecht. Het
spreekt dus als vanzelf, dat de
service daarmede in overeenstem
ming moet zijn. Zodra een klanl
de winkel binnenkomt, moet ze al
het gevoel hebben van „ik ben
welkom". Dit moet ze niet alleen
merken aan het humeur van ons
maar vooral aan de hele inrich
ting van de winkel en de uitstal
ling van de artikelen; dit vind ik
vooral van belang in een ZB waar
in ik ook werk. Gaat U maar na:
het persoonlijk contact met de
klant is iets minder dan in een
BZ. Het is dus zaak de klant door
de indruk die de winkel op haar
maakt te laten voelen dat wij op
deze manier het haar naar de zin
willen maken. Op deze wijze kan
dus ook service worden gegeven".
Thuis
We behoefden
niet lang te
wachten op het
antwoord op
onze vraag aan
Mej.H. M. Pezij,
filiaal Almelo,
hoe zij de klant
voor de toon
bank zag.
„Als een gast",
zegt zij heel be
slist. „Als je
thuis gasten krijgt, behandel je ze
natuurlijk voorkomend en je laat
merken dat je het prettig vindt ze
te ontvangen. Zo is het volgens
mij ook in de winkel. De klanten
moeten in een omgeving zijn.
waarin ze zich „thuis" en op hun
gemak voelen. Iedere klant is toch
weer anders. Er zijn er die nooit
een woord tegen je zeggen en aan
de andei'e kant is het gebeurd dat
we onverwacht een reep chocolade
kregen. Als klap op de vuurpijl
heeft laatst een dame ons een
appeltaart beloofd omdat we haar,
zoals ze zelf zei, zo pretig behan
delen". Denk om de lijn dames!
Werkgeefster
Ook in het fi-
liaal Gouda
wordt de klant f
als een graag- j
geziene gast be- j&ï..
schouwd.
„De klant is i
eigenlijk onze j
werkgeefster", t.
vertelt ons chef
J. Verwoerd, Ja&j
„want als de axaoxsm
klanten ons filiaal voorbij lopen,
komt er geen geld in het laatje
en daar moet je uiteindelijk de
loonzakjes mee vullen!"
„Vandaar dat ik de klant, rijk of
arm, zie als koningals ko
ningin natuurlijk en voor konin
gen en koninginnen moet het
prettig winkelen zijn bij Albert
Heijn. Men kan dit in de eerste
plaats bereiken door een goede
service. In de tweede plaats moet
het personeel plezier hebben in
zijn werk en uiteraard goed op de
hoogte zijn van de artikelen. Een
goede instructie is dan ook van
het grootste belang. Men krijgt
mede hierdoor een goede sfeer in
het filiaal, waarin het voor de
klant aangenaam vertoeven is."
Uitgelezen spijzen
„Duizenden ja
ren terug (Al-
bert Heijn be
stond nog niet)
zagen de men
sen een gast als
iemand die door
de goden zou
zijn gezonden.
Ze omringden
hem met zor
gen, zetten hem
de meest uitgelezen spijzen voor
en lieten hem zijn intrek nemen
in de mooiste kamer van het huis.
Wanneer hij vertrok, overlaadden
ze hem met een keur van kost
bare geschenken," begint ass.-
chef L. J. Creemers in filiaal
Veghel zijn antwoord op onze
vraag hoe zijn visie is op de klant.
En hij vervolgt: „Dit was dus in
langvervlogen tijden en sindsdien
hebben wij een heel andere op
vatting over de behandeling van
onze gasten gekregen. Maar wat
er ook mag zijn veranderd, twee
dingen zijn gebleven die ook nu
nog gelden voor ons bedrijf: de
goede „zorgen" of wel service en
de uitgelezen „spijzen" of wel
kwaliteit. En om reëel te zijn: we
kunnen de klant ook gerust zien
als onze werkgever. Want geen
klanten, geen werk".
Hoofdfiguur
N. C'. Ver-
seput filiaal
PAj|, den Burg
(Texel) was
fJBHggSPF^ druk bezig met
winkelen, toen
wij haar de
*4 K, vraag stelden:
klant in Uw fi-
liaal?" Zij was
overrompeld
toen zij zich ineens voor dit pro
bleem gesteld zag, doch dit duur
de niet lang.
Zij ziet de klant als de hoofd
figuur in ons gehele bedrijf waar
eigenlijk alles om draait, want
komt die klant niet bij ons kopen,
dan zou ons bedrijf geen reden
van bestaan hebben.
Het is dus nodig de klant zoveel
en zo goed mogelijk van dienst te
zijn. Lastige klanten heeft Mej.
Verseput maar zeer weinig.
„Je moet met de mensen weten
om te gaan. Wij kennen hier op
het eiland natuurlijk de meeste
mensen en weten dus meestal bij
voorbaat hoe wij deze varkentjes
moeten wassen!"
elkaar verdrongen om het kleinood
te bewonderen. En dit medeleven
met elkaar doet heel sympathiek
aan. Gelooft U mij: je koopt veel
prettiger als je bediend wordt door
iemand met een opgewekt dan met
een zuur gezicht.
En als de artikelen dan nog wor
den „verkocht" en niet alleen
maar „overgegeven", als er dus
iets over wordt verteld, dan ver
laat je de winkel met hetzelfde
prettige gevoel als waarmee je er
bent binnengekomen."
door A. P. Wognum
Sinds korte tijd worden er in Bos
koop, het heester-dorp aan de
Gouwe, gezellige middagen ge
organiseerd voor bejaarden.
Nu was er onlangs een speciaal
feestje, waarvoor twee oudjes in
het AH-filiaal inkopen kwamen
doen. Een bakplaat vol butter
scotch-repen
trok de aan
dacht. Eén
van de oud
jes merkte
echter op:
„ja, ja, maar
acht repen
voor een gul
den, dat kan
toch niets
zijn", waar
op de ver
koper prompt een reep door mid
den brak en ieder de helft liet
oppeuzelen. Natuurlijk niets dan
lof en het tweetal verliet met een
behoorlijke hoeveelheid repen de
winkel.
Twee dagen later komt er een
klein mannetje, ver in de tachtig,
de winkel binnen. In zijn hand
had hij een stukje papier en daar
in kleine stukjes croquant uit de
butterscotch-repen.
„Moet je eens zien," zei hij, „die
steentjes zitten in die .repen van
jullie". Hij had kennelijk geen tand
of kies meer in zijn mond en
hierdoor waren de stukjes natuur
lijk overgebleven, toen hij de cho
colade verorberd had.
Het duurde minstens een kwar
tier, voordat hem aan het ver
stand gebracht was, wat dat voor
stukjes waren. De man was n.l.
stokdoof
Hetvolgen-
de aardige
voor val maak
te rayonleider
Kooymans in fi
liaal Rijswijkse-
weg. Den Haag,
mee. Twee jongens,
respectievelijk 8 en 5
jaar oud, stapten
binnen met een bood
schappenlijstje van zes
artikelen. Nadat die klaar
gemaakt waren, overhan
digde de oudste een uit de
krant geknipte advertentie
van „klim in de pen" en zegt
„Nu die hele lijst nog". De
verkoper moest even
komen van verbazing, want
was inderdaad de bedoeling om
de hele serie van f 9.89 te kopen. Ook
moesten zij een zegelboekje en zegels
hebben. Zij stapten, beladen met twee
dozen vol boodschappen, de deur uit.
Het zal niet iedere dag voorkomen
dat nieuwe klanten zo beginnen.
Twee momentopnamen uit filiaal Almelo
EEN GLUNDERENDE KAMPIOEN.
Chef L. Steffens, zoals wij hem aantroffen na het
bekend worden van het heuglijke feit.
n
Enige weken geleden
heeft ons bedrijf een
fotoboekje het licht i
doen zien, dat de titel
draagt „Ze liegen over
/e".
in dit boekje opge-
men foto's zijn vrij-
'l alle uil ons bedrijf,
zijn echter ook en
kele algemene foto's in
opgenomen, waarvan
wij er hier een afdruk
ken.
Het boekje brengt de
jeugd van tegenwoordig
in beeld, die niet, zoals
velen veronderstellen,
alleen maar belangstel
ling heeft voor „Rock
'n Roll", maar tevens
wel terdege de handen
uit de mouwen steekt.
Zo ook bewezen wordt j
in ons bedrijf, waar
vele jongelui bouwen
aan hun toekomst en
waar voor velen nog
een toekomst is wegge
legd.
De uitvoering van dit
boekje is geïnspireerd
op de internationale
fototentoonstelling
„Family of Men".
I ZO WERD HET KAMPIOENSCHAP BEHAALD,
en J. H. Broeze (r
Een actiefoto van de dames A. L. T. Bunskoek (l.)