A jQl} um.- 10 jaar dienstbetoon 16-8- 46 Kernfonds 16-8- 56 0/Het _Z z i fiia mmm Engelse vakantieherinneringen D. Onrust brandde 58 jaar terug de koffie met de hand peper en 3ow\ 2 AH-FLITSEN Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. Zaandam 13e jaargang - No. 7 September 1956 Verantwoordelijk eindredacteur J. Ph. IJPMA, personeelschef fabrieken Redactie: G. J. van Hulzen, in- en externe betrekkingen Aan dit nummer werkten mede: Arbeidsstudie Diversen J. Ph. Bartelson Personeelfonds J. C. Berghege 10 jaar dienstbetoon J. Boon Oost en West H. K. Engel Mevr. de Wolff-Scherphuis C. Govers 50 Z.B.'s J. C. Hali Foto's A. v. d. Hazel Terug van vakantie Mej. C. Moederzoon Attentie, dames W. Haeser Ideeënbus J. Janse Diversen Mevr. de Wolff-Scherphuis D. Onrust J. Visser Engelse vakantieherinneringen T. Zeissink Oost en West Druk: Ramshorst, Wormerveer De bovenstaande data zijn de oor- memoreerd worden dat ook de De bovenstaande data zijn de oor zaak dat uw secretaris eens de tijd nam om in de oude notulen te gaan snuffelen naar de wieg en het ontstaan van ons Kernfonds De gang van zaken was alzo: Uittreksel notulen 19-7-'46: Allen betuigen hun instemming inzake het vormen van een fonds voor zieken, jubilarissen, etc. Notulen 24-8-'46: Een vraag naar het Fonds wordt nu meteen afgedaan door het be noemen van de heren Bartelson en Engel, terwijl ook aan Annie van Weely gevraagd zal worden om haar medewerking. 17-9-'46. Mededeling aan het Per soneel Gaarne doet de Kern een beroep op het personeel om te komen tot vorming van een Fonds, dat ten doel heeft aan jubilerende of zieke collega's een blijk van medeleven te betuigen. Om de bezwaren van het collecte ren met lijsten ter inzameling van gelden te voorkomen, doen wij he^ voorstel om een wekelijkse bij drage af te staan. De ingekomen gelden staan onder beheer en controle van een nader te benoemen commissie, gekozen uit de Kernleden. En ten slotte uit de notulen 19-!0-'46: Ook het Fonds werd besproken, om een norm vast te stellen bij huwelijk of jubilea, enz. Uit deze stukken kan men zien hoe het Fonds gegroeid is, en dat ook dit zijn tijd moest hebben. Dat het zo voorspoedig is opge groeid, is ook mede te danken aan het begrip en de medewerking welke er van de zijde der Directie aan gegeven werd en nog wordt gegeven. Want het mag toch ook wel ge memoreerd worden dat ook de Directie haar deel bijdraagt ter versteviging van de kas. Het be drag dat het personeel per week spaart, wordt door de Directie verdubbeld. De financiën gingen dus wel goed lopen, alleen de uitwerking van de andere plannen was een zoeken en tasten. Bij deze op- en uitbouw moet toch wel één naam genoemd worden, n.l. van de mens die aan dit alles gestalte heeft gegeven. De heer Bartelson. ons allen we1- bekend, heeft van het begin af zijn beste krachten aan deze taak gegeven. Wanneer van de bezoeken welke hij brengt een overzicht moest komen, dan zou dat een onbegon nen werk zijn. Want, nietwaar, zc is het toch, niet de tijd, maar de wijze waarop hij dit doet, is al een medicijn op zichzelf, en ook daar door al. is het fonds geworden wat het nu is. Daarom dan ook van deze plaats onze hartelijke dank aan de heer Bartelson en zijn vrouw. Wij ho pen dat zij met evenveel energie en blijheid dit werk zullen kunnen blijven doen, ten nutte van geheel ons personeel, en ter bevordering van de onderlinge samenwerking. Graag hadden wij hieronder u eens de cijfers laten zien wat nu zo al het fonds doet en hoe de verschil lende uitgaven zijn, maar wegens vakantie is dit niet mogelijk. Toch komt in één der komende Flitsen hierover nog een verslag. Wij hopen dan ook dat het werk van het fonds in de komende ja ren zo mag voortgaan en dat daardoor de goede verhoudingen worden bevorderd, welke nodig zijn voor een zo groeiend bedrijf als waarin wij werken. J. C. BERGHEGE. Secretaris Contactcomm. Het is zondag 29 juli, de beruchte stormzondag, en we zitten in En geland, om precies te zijn, in Ox ford. Het is nog in de ochtend en we kijken naar de lucht. De wol kenmassa's vliegen met grote gang naar N.W. richting, de rich ting, die wij ook uit willen, naai de Cotwolds. Maar vooruit, wat kan ons overkomen, we hebben wind mee, en als het gaat regenen gaan we schuilen. We stappen op onze fietsen en gaan met de wind in de rug het Engelse landschap in. Een wondermooi landschap, dat nooit verveelt; golvend en glooiend met alle kleurschakeringen die denkbaar zijn, veel bomen en bos sen, om de huizen en kleine dorp jes, oude, haast antieke herber gen, met die typische uithangbor den en daar tussenin kronkel' onze weg, heuvel op, heuvel af. met op iedere heuvel een ander panorama. Je voelt je hier vrij en echt met vakantie, totdatja, het was te verwachten, het begint te rege nen! Gelukkig nog maar zachtjes, en we zijn vlak bij een dorpje. Je trapt even vlugger een heuvel op dan gewoonlijk, boven geef je nog een paar flinke trappen, en met een behoorlijk gangetje rijd je om laag, het dorp in! Slechte koffie We treffen het. Er is een flink restaurant, dat, zelfs op zondag, morning coffee" serveert. We hadden nog geen Engelse koffie geproefd, dus gingen vol goede moed naar binnen, en zaten even later achter een bijzonder klein kopje, waarin grauwbruin vocht zat. En toen we het geproefd had den, wisten we het al, dat was lang geen Hollands bakkie". Toen we het kopje haast leeg hadden, kwam een juffrouw duizend en één excuses aanbieden; de koffie was geserveerd in het verkeerde kopje. We zouden nog een kopje krijgen, en na enkele malen sorry" en „excuse" kwam dat tweede kopje ook. Het was warm maar meer ook niet. Later, bij een discussie over koffie in een Jeugd herberg met verschillende natio naliteiten, was men ook wel van oordeel dat de Engelse koffie niet was wat men algemeen onder kof fie verstaat; voor goede koffie moest je in Holland wezen, werd gezegd, en het werd beaamd door alle nationaliteiten. Regen Maar goed, onze koffie was op en we gingen verder. Nog steeds wind mee, maar ook steeds meer regen. In 't begin probeer je zoveel mo gelijk droog te blijven, knoop je je van onder tot boven dicht in je regenjas. Maar droog blijven doe je niet. Je wordt eerst een beetje nat, later nog meer, en als je helemaal nat bent, kan je het niet meer schelen. Je fietst gewoon door. Het is nog maar een klein stukje en van die laatste paar kilometers zullen we ook niet smelten. Als we nog 5 kilometer moeten fietsen, zien we een huis staan en besluiten even met de wind in de rug te gaan staan. Je schudt je als een hond die uit het water komt, kijkt nog maar eens naar de lucht, en zuch' dan maar eens. Het is en blijft regen. Je voelt je onprettig, zou nu het liefst maar thuis zitten, je moppert op het land, op het weer, op de mensentotdat de deur van het huis opengaat en er iemand vraagt: „willen jullie een kop thee?" Nee zeggen kunnen we niet, dus zeggen we ja. „Kom dan binnen". Goede thee Met die natte kleren? Het water druipt er uit! Ja, je moet met die natte kleren binnenkomen! En je bent nog niet binnen, of je krijgt droge kleren. En of je nu pro testeert of niet, die droge kleren trek je maar even aan, en je natte kleren worden voor het open vuur gehangen, waar de damp dan ook al gauw afvloog! En voordat je iets kunt zeggen, staat er een kop thee voor je neus met de stapel sandwiches! Alle mensen, die daar in huis waren, (en dat waren er nog al wat) waren bezig om het je zo prettig mogelijk te maken. Je gaat je mening over de Engelsen, die je een paar minuten geleden in de regen nog stond te becritiseren, toch weer vlug wijzigen, en neemt een slok thee! Zo slecht als de Engelse koffie is, zo goed is hun thee. Pittig en gitzwart! Waar in Holland krijg je zo'n kop thee? Je besluit vlug, om, als je weer thuis bent, toch eens een paar scheppen thee méér in de pot te doen. De thee dampt, onze kleren dam pen, en de stapel sandwiches slinkt. Want die moet op! En of je nu zegt, dat je niet meer lust (je wil je fatsoen toch ook be waren), het helpt geen zier, die sandwiches hebben ze voor je klaar gemaakt, en die moet je dan ook maar opeten. De kleren zijn weer zo goed als droog, je trekt ze weer aan en je bedankt de mensen voor hun moei te. Verwondering op de Engelse gezichten. Bedanken? Welnee, zo iets doe je niet! Als iemand nat en koud is help je hem en daar mee uit! We vertrekken voor de laatste kilometers en hebben een paar gedachten: Wat een land, wat een volk, wat een thee! Wie leert ze nu koffie zetten, want dan is Engeland volmaakt! In 1898 kwam de heer D. Onrust (thans 76 j.), Rustenburg 20 te Zaandam, in dienst van Albert Heijn. De heer Onrust geniet nu in alle rust van zijn pensioen, maar hij weet zich nog goed te herinneren hoe dat vroeger bij A.H. toeging. Als 18-jarige jongen solliciteerde hij met succes naar de baan van assistent-koffiebrander bij de heer Heijn. Dat koffiebranden ge schiedde in die tijd in een kogel brander, die met de hand werd gedraaid! De pinda's en de koffie werden in hetzelfde apparaat ge brand. Dat alles gebeurde in een pakhuis, dat aan de Zaan in Zaan dam stond, daar waar nu het hoofdkantoor en de expeditie lig gen. Van een fabriek was toen nog geen sprake. Met een pakhuis in Zaandam, een winkel in Oost- zaan, een winkel in Purmerend en een in Alkmaar was „de boel" toentertijd bekeken. Er werd in die tijd niet zoveel koffie gebrand dat de assistent- koffiebrander daar een hele week mee bezig was. 's Maandags, weet de heer Onrust zich te herinneren, werkte hij in Oostzaan, hij trok met de schuit naar Den lip en Landsmeer om te venten. Dinsdag ging hij naar Purmerend om daar in het filiaal te helpen, waar het op marktdag erg druk was. Terug uit Purmerend ventte hij met de hondenwagen in Oostzaan. Des woensdags moest er de gehele dag koffie worden gebrand in het pak huis te Zaandam. Twee mannen in pakhuis In dit pakhuis werkten twee man nen, de koffiebrander, de heer L. Hoeve en zijn assistent Douwe Onrust. De expeditie behoorde ook tot de taak van de koffiebranders. Vaak genoeg stapten zij in de schuit en voeren naar Wormer veer om daar rijst of suiker te halen, die toentertijd nog verpakt was in balen van 100 kg! Van het pakhuis te Zaandam uit bevoor raadden de twee koffiebranders- expediteurs-magazijnknechten de winkels in Oostzaan, Purmerend, Alkmaar en later Amsterdam, Arnhem en Nijmegen. „In die tijd was er nog geen ma chine te bekennen", vertelt de heer Onrust. „De koffie brandden wij met de hand en de schuit boomden we". Donderdags was de heer Onrust weer in Oostzaan om de bood schappen rond te brengen. Daarbij gebeurde het wel eens dat de be diende van Albert Heijn, wanneer er een harde wind stond, met boodschappen en al van een van de smalle bruggetjes voor de Oost- zaanse huizen in het water woei. Tijdens de laatste dagen van de week verdeelde Douwe Onrust zijn tijd tussen de winkel in Oostzaan en het pakhuis te Zaandam. Het personeel van Albert Heijn was in die dagen veel mobiele- dan tegenwoordig. Op marktdag in Purmerend werkte daar in het A.H.-filiaal personeel uit de win kels in Oostzaan en Alkmaar en uit het pakhuis in Zaandam. Na drie jaar had de heer Onrust de kunst van het koffiebranden onder de knie en solliciteerde hij als koffiebrander bij C. Keg N.V., waar hij werd aangenomen en tot pensioen bleef werken.

Personeelsbladen | 1956 | | pagina 2