Afbraak en wederopbouw
OP RANTSOEN
In 1934 had ir. S.L. Louwes bij de Nederlandse regering aangedrongen op een onder
zoek naar het distributiestelsel tijdens de Eerste Wereldoorlog, om bij een nieuwe
oorlog niet dezelfde fouten te hoeven maken.' Louwes kreeg zijn zin, hoewel velen
ervan overtuigd waren dat een distributie nooit meer nodig zou zijn. De voornaam
ste conclusies van het onderzoek waren dat een nieuw stelsel centraal in plaats van
decentraal diende te worden opgezet en dat de hele bedrijfskolom, van voedselpro
ducenten tot detailhandelaren, erin moest worden betrokken. Voor de zekerheid
werd Louwes in 1937 belast met de directie van het ‘Rijksbureau voor de Voor
bereiding van de Voedselvoorziening in Oorlogstijd’, en even voordat Duitsland in
maart 1938 Oostenrijk inlijfde, besloot de regering toch wat voorraden aan te leggen.
In juni 1939 was het distributieapparaat klaar. De voedselproducenten
waren verenigd in elf Centrales, die zich om produktie en voorraden zouden bekom
meren. Voor de technische uitvoering van de distributie was het land verdeeld in vijf
honderd kringen, die via provinciale voedselcommissarissen ressorteerden onder het
Centraal Distributiekantoor. Ook een
Centrale Controledienst was paraat, ter
wijl de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet
de regering de middelen verschafte om
in te grijpen zodra de prijzen te hoog
werden of de aankopen van het publiek
te groot.
Nadat Engeland en Frankrijk in sep
tember 1939 Duitsland wegens de inval
in Polen de oorlog hadden verklaard,
werd aan alle Nederlanders een stam
kaart uitgereikt. Op vertoon hiervan kon
men bij de gemeenten bonkaarten ver-
Het eigen Smalsko-koffiesurrogaat uit de
Tweede Wereldoorlog, waarvan het recept
voor 750 gulden werd verworven.
Verkoopsucces in tijden van schaarste.