BALANSEN Door al deze activiteiten legde Albert Heijn steeds meer zelfbewustzijn aan de dag. Bij het vijftigjarig jubileum in 1937 werd voor het eerst de hele landelijke pers in Zaandam uitgenodigd voor een excursie. Voor het personeel was er in dat jaar een indrukwekkende gift van Albert senior - een compleet ontspanningsgebouw. Op zichzelf was dit een uiting van ouderwets patriarchisme, maar er zat toch ook de erkenning van het belang van het personeel in. Dat belang zou via de verkoopcur- sussen en de ‘Omzet Prestatie-wedstrijden’ in de toekomst steeds groter worden. Zelfs hiërarchisch kwam dit tot uitdrukking, doordat ter gelegenheid van het jubi leum aan vijf medewerkers procuratie werd verleend. Deze vijf zouden met Johan Hille en Gerrit en Jan Heijn de ‘gouden ploeg’ vormen. Alleen Johan Hille haakte in april 1938 om gezondsheidsredenen af: hij verwisselde zijn directeurspost voor een commissarisplaats. De balans van de jaren dertig kon worden opgemaakt... In 1930 had de omzet 9,7 miljoen gulden bedragen. Veelzeggend was dat de omzet daarna, ondanks de crisis, elk jaar steeg, tot 15,5 miljoen gulden in 1939. Dit beeld kwam overeen met dat van andere grootwinkelbedrijven. Een schatting uit 1938 meldde dat het omzetaandeel van de grootwinkelbedrijven in de kruide- niersbranche 17 procent bedroeg, tegen 9 procent in 1928.27 Hoezeer de concurrentie was toegenomen blijkt echter wanneer de omzetcijfers van het bedrijf worden omgeslagen over het aantal filialen. Voor 1930 leverde dat een gemiddelde op van 74.000 gulden, voor 1939 van 66.000 gulden. De winstontwikkeling bood een nog somberder aanblik. In 1930 was de winst 600.000 gulden. In 1932 werd helemaal geen winst gemaakt en na enkele kwakkelende jaren zat men in 1939 met 590.000 gulden weer op het niveau van het begin van het decennium - zij het met een dubbel zo groot winkelapparaat! Dit was in de ware zin van het woord: concurrentie om den brode. 88

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 93