En: ‘U houdt van een apart kopje koffie?’ ‘U zoudt dan eigenlijk onze Delicata moeten proberen, juist in de aanbieding.’ Vroeg de klant op dat ogenblik naar de prijs dan raakte de koophandeling in een versnelling. De verkoper noemde de prijs, maar liet er onmiddellijk op volgen dat de koffie wel fijn gemalen moest worden - alsof de klant de koffie al gekocht had! Hierna kon de zaak doorgaans worden afge rond met het aanbod om met een blik van een half pond in plaats van een pond te beginnen... Men ziet, trucjes waren geoorloofd, maar het mocht niet zo zijn dat de klant achteraf de indruk kreeg dat hem iets in de maag was gesplitst, want daardoor liep men kans dat hij nimmer zou terugkeren. De klant moest juist het gevoel heb ben dat de verkoper hem een dienst had bewezen! In die zin was verkoopkunde een vak van kleine triomfen en zeer diepe genoegens. De cursus in verkoopkunde sloeg dermate aan dat hij werd uitgebouwd tot een volledige mental training. De circulaires van Valk kregen een opzwepend karakter. ‘Zij, die willen slagen, zullen slagen’ luidde de slogan. De verkopers moes ten een ‘Pit-geest’ over zich krijgen. ‘Pit’ stond voor ‘Prestatie Is Toekomst’, maar was bijna een levenshouding, als men Valk mocht geloven: ‘Pit, het woord klinkt als de knal van een revolver. Weg met de saaien, weg met de tragen, weg met de klagers, de ‘als’ en ‘maar’ menschen. Pang... met een klap vliegt de deur open, en in de deuropening staat Mr. Pit, de echte Albert Heijn-man! Geen branieschopper, geen lefmaker, doch een man, die weet wat hij wil...’ Nadat dit voorwerk was verricht, volgde in januari 1939 de eerste van een serie ‘Omzet Prestatie-wedstrijden’. Het doel daarvan was de omzet per filiaal te vergroten, waarbij kaas, koffie en thee apart meetelden. De middelen daartoe waren het inmiddels bekende verkoopgesprek en een campagne om het aantal klanten uit te breiden, door in de wijken aan te bellen bij mensen die naast bestaande klanten woonden en een praatje met hen te maken. Na afloop van de wedstrijd konden aan bijna vijftig filialen prijzen worden uitgereikt. De hoofdprijs voor een chef was een Rijnreis van een week met zijn vrouw, de hoofdprijs voor het personeel een premie van 75 procent over het weekloon. Het grappige was dat Albert senior dit alles maar niets vond. Hij huldigde de opvatting dat werknemers altijd hun uiterste best moesten doen; daar werden zij ten slotte voor betaald. Maar Gerrit redeneerde: Nieuwe tijden, nieuwe wetten. En het was waar, bij de mensen in de filialen vielen de wedstrijden zeer in de smaak.26 87 CRISIS EN KANSEN

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 92