RECLAME IN STILTE Deze groei moest natuurlijk wel waargemaakt worden, en daarom kreeg reclame man Henk Valk ruim baan. Valk begreep dat er juist tijdens deze depressie volop kansen lagen. Hij begon in 1930 agressief met een annonce waarop een jonge vrouw met een bestelboekje in de hand tot de conclusie kwam: ‘De cijfers wijzen het uit, Albert Heijn maakt U het leven goedkooper.’ Feitelijk was dat ook zo, want in 1932 waren de prijzen zo laag dat zelfs de traditionele kwartjesreclame geen zin meer had; daarvan werd een 19-cents reclame gemaakt. Het kwartje bracht Valk terug in een andere reclame. Bij aankoop van f 2,50 aan boodschappen werd een porselei nen spaarvarken cadeau gedaan met de tekst: ‘Hierin kan uw kleine bewaren, wat Albert Heijn U helpt besparen.’ Vervolgens konden kinderen bij aankoop van een pot pindakaas - een nieuw artikel! - een zilveren kwartje in hun spaarvarken gestopt krijgen. Dit was een voorbeeld uit een reeks van cadeaus en aanbiedingen die Valk bedacht: Japanse kop en schotels, kleurenkalenders met reprodukties, ver zilverde theelepels met de wapens van de elf provincies - nota bene: voor sommige klanten waren dit de enige luxes die zij in huis hadden! Twee nieuwe reclamemiddelen werden door Valk geprobeerd. Een ‘gecombineerde teeken- en fototechnische film van tachtig meter lengte’ vertelde in bioscopen hoe de Batavieren voor hun voedsel zorgden en hoe de moderne huis vrouw dat deed. En Albert Heijn’s Nieuwsblad, gestart in 1931, bood een feuilleton van Conan Doyle, een prijsvraag voor volwassenen, kleurplaatjes voor kinderen, recepten en zelfs een rubriek Correspondentie.'7 Een dergelijk blad had Van Amerongen al in het begin van de eeuw gehad, maar nadat Albert Heijn ermee was gestart volgden Simon de Wit en andere bedrijven. Toen de crisis aanhield werd er weer mee gestopt, net als met de bioscoopreclame trouwens. Beter bij de crisis paste een andere reclame, en wel een van de beroemdste die het bedrijf ooit heeft gehad: ‘Stop, daar is Boffie met Albert Heijn’s koffie.’ (paaseitjes, toverballen). Ook werd een groeiend aantal artikelen door de verpak- kingsafdeling van het bedrijf behandeld. Hoewel er regelmatig panden aan de Oostzijde werden verworven, werd ruimtenood een constante kwelling. Men besloot op een gegeven moment alle losstaande panden af te breken en te vervan gen door het fabrieksgebouw ‘1938’, genoemd naar het jaar waarin het klaarkwam. De chocoladefabriek kon hierdoor twee keer zo groot worden; bovendien kreeg men nu gelegenheid macaroni, spaghetti en vermicelli te gaan vervaardigen. In het zelfde jaar van fabrieksgebouw ‘1938’ werd nog het Centraal Magazijn aan de Westzijde verdubbeld.16 CRISIS EN KANSEN 79

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 84