^1
feaai
maar met Albert senior, die ook nog eens over zijn preferente aandelen beschikte.
Er bestond zelfs geen directe lijn met de NV, want uit angst voor lekkage had
Jurgens zijn aandelen gestald bij de Centrale Trust Compagnie en had hij ook geen
commissaris bij Albert Heijn willen benoemen, hoewel Gerrit daartoe in mei 1920
een schriftelijke uitnodiging had gedaan. Op afstand moest Willem Randag, die
deze zaak voor Jurgens behandelde, toekijken hoe Gerrit en de zijnen opereerden.
Zelf gewend aan de strakke discipline en planning van een produktiebedrijf veront
rustte hem de experimenteerlust en het improvisatievermogen van de Heijnen.
Randag werd vooral argwanend over de vele vennootschappen die ontstonden.
Naast Formosa, de Chocolateries en de Maatschappij tot Bevordering van de
Belangen van het Personeel werden nog eens Nv’s gevormd voor de cacao choco
ladefabriek, de koekfabriek en voor de hele transportsectie.26 Het leek alsof Gerrit
en de zijnen Albert Heijn aan het overhevelen waren in allerlei kleine maatschap
pijtjes, zodat er voor lurgens een lege huls overbleef.
Los hiervan deugde volgens Randag het voorraadbeheer en de boekhoud
kundige controle van de Heijnen niet. Zij schenen aan alles wat naar administratie
zweemde een hekel te hebben. Randag begon stukken op te vragen en instructies te
geven. De Heijnen waren hem aanvankelijk ter wille, maar naarmate hij dieper in
het bedrijf doordrong werden zij steeds banger dat hij informatie aan De Gruyter
zou doorspelen. Zij wisten weliswaar niet dat Jurgens zijn belang in Albert Heijn
aan het Bossche bedrijf had willen doorverkopen, maar dat er een relatie tussen
beide bedrijven bestond was boven elke twijfel verheven. Bovendien: wat hadden
zij eigenlijk met Jurgens te maken? De margarinefabrikant was formeel niet eens
aandeelhouder; dat was de Centrale Trust Compagnie. En wat bood Jurgens de
Heijnen meer dan bedrijfskundige betweterij op hun eigen vakgebied? Het enige
aanwijsbare voordeel dat zij hadden was dat Jurgens zijn margarine tegen kostprijs
leverde, alhoewel die vaak nog hoger uitviel dan de winkelprijs van onbekende
fabrikanten.
Gerrit en de zijnen werden minder scheutig met hun inlichtingen, wat
Randag dermate irriteerde dat hij alsnog een commissarisplaats voor Jurgens opeis
te. Dit zette weer kwaad bloed bij Gerrit en de zijnen. Er werd een ontmoeting in
Nijmegen belegd, maar de sfeer werd er niet beter op: de Heijnen verlieten het ver
trek ‘zonder groeten en in zeer booze stemming’. Om een commissarisplaats voor
Jurgens te krijgen kon Randag zich nu alleen nog tot Albert senior wenden.
Albert senior, tussen twee vuren, moest de knoop doorhakken. Zijn con
tract met Jurgens bevatte inderdaad de verplichting om mee te werken aan de
benoeming van zo’n commissaris. Anderzijds had hij te maken met Gerrit en de
zijnen, die hem te verstaan hadden gegeven dat als Jurgens een commissaris zou
69
BEKLEMMING EN VOORSPOED