J
De groei van het filialenbestand werd eveneens belemmerd doordat de locaties
duurder en schaarser werden. Iedereen lag op de uitkijk. Daar kwam bij dat Gerrit,
evenals De Gruyter, als uitgangspunt had dat winkelpanden gekocht moesten wor
den in plaats van gehuurd. Hierdoor werd hij voortdurend geconfronteerd met de
wisselvalligheden van de markt. Zo zwierf hij eens enkele dagen tevergeefs met
Hille door Limburg, waar vanwege de opening van nieuwe mijnen de toekomstver
wachtingen hoog gespannen waren. Toen hij er twee jaar later terugkeerde kon hij
voor de helft van de prijs een pand kopen dat hij eerder op het oog had gehad.
Anderzijds was het wel zo dat Gerrit zich niet langer beperkte tot bepaalde gebie
den. Albert senior had Groningen, Friesland en Rotterdam altijd links laten liggen,
omdat volgens hem de concurrentie er te fel was, maar Gerrit trok zich daar min
der van aan, ook al kon hij niet voorkomen dat het bedrijf in die oorden een histo
rische achterstand zou oplopen. Zelfs in Zaandam gaf Gerrit in 1925 acte de
prèsence met een winkel, wat tevens een daad van zelfbewustzijn was.
Een laatste factor die het aantal nieuwe filialen beïnvloedde was dat de
opening ervan steeds meer voorbereidingstijd vergde. De winkels werden hoe lan
ger hoe mooier. De ijzeren pilasters die het aanzien van de winkelpui oorspronke
lijk bepaalden, verdwenen eerst achter een kunstige teakhouten betimmering, met
gekleurde ruitjes in de friezen; later kwamen daar tegels voor in de plaats, waarbij
de firmanaam in gebakken aardewerk werd aangebracht. Vanaf 1923 prijkten
bovendien metalen puiletters, met bladgoud afgewerkt, boven de etalages. En in
1927 kwam daar vanwege het hofleverancierschap een koninklijk wapen boven de
ingang bij.
De klant die onder dat wapen door liep belandde in een aanmerkelijk gro
tere en rijkere winkel dan eertijds. Elektrificatie was de opvallendste verandering.
Men had vrij lang gaslampen gehandhaafd, omdat bij proeven in het begin van de
eeuw de elektrische verlichting regelmatig defect was geraakt. Na 1925 echter wer
den alle gaskousjes vervangen door gloeilampen in kristallen ornamenten.
Vervolgens kon men tot installatie overgaan van een elektrische vleessnijmachine,
een elektrische koffiemolen en een elektrische koelvitrine, waarvan de filialen
Baarn en Tiel in 1928 de primeur hadden. Uit dezelfde periode stammen de eerste
snelwegers en een ijskast, waarin staven ijs moesten worden gelegd. Verder waren
inmiddels de open bakken met afschuifbare glasraampjes afgedekt, wat bij intro
ductie een ‘unicum in Nederland’ heette te zijn, en hadden de wanden zachtgroene
tegels gekregen, met schilderingen erop van een boerderij of een stilleven van vlees
waren.14
Ook het assortiment was weer uitgebreid, en daarbij werd steeds duidelij
ker een tweeledige politiek zichtbaar. Aan de ene kant goedkope artikelen onder
63
BEKLEMMING EN VOORSPOED