Een pionier doet afstand DE PROVISIEKAST VAN NEDERLAND De oevers van de Zaan bezitten de reputatie het oudste industriegebied ter wereld te herbergen. Toch was wind, aangewaaid over een boomloze vlakte, eigenlijk de enige grondstof die de streek te bieden had. In 1592 had een zekere Cornelis Cornelisz. uit Uitgeest op basis van die wind een molentje geconstrueerd dat een zaag in beweging kon brengen: de geboorte van de bekende ‘paltrokmolen’. Gaandeweg bleek een ander voordeel van de streek. Terwijl in Amsterdam de nij verheid - niet de koophandel - verstard werd door de gilden, konden ondernemen de lieden in de dunbevolkte en gildenloze Zaanstreek vrijelijk hun gang gaan en profiteren van de bloei die Amsterdam als handelsstad beleefde. De houtzaagmo lens stimuleerden de ontwikkeling van scheepswerven, waaromheen weer zeilma kerijen, touwslagerijen en verfmalerijen verrezen. Ook de proviandering van schepen werd ter hand genomen: pelmolens vervaardigden gort en bakkers legden zich toe op scheepsbeschuit ofte wel ‘tweeback’ (biscuit). Daarnaast floreerden papiermakerijen en olieslagerijen. Aan het begin van de negentiende eeuw zag het ernaar uit dat dit alles zou verdwijnen. Wind als energiebron bleek het af te leggen tegen moderne stoom kracht, die, hoewel aanmerkelijk duurder, het voordeel bood van een constante snelheid. Inderdaad kwamen honderden molens in de loop van de eeuw stil te lig gen. Maar nadat de aanleg van het Noordzeekanaal nieuwe kansen had geschapen, werd de houtzagerij omgezet in een houtveredelingsindustrie, de zeildoekmakerij in een linoleumindustrie en de olieslagerij in een raffmage-industrie. Vervolgens werden er meelfabrieken geopend, die weer het ontstaan van koek-, beschuit- en biscuitfabrieken in de hand werkten. Rond de eeuwwisseling diende zich nog een smaak- en geurstoffenindustrie aan plus een cacaoverwerkende industrie, die voor de typische geur in de Zaanstreek zouden zorgdragen. Wat vroeger de ‘scheepswerf van de Republiek’ werd genoemd, was de ‘provisiekast van Nederland’ geworden. De schaalvergroting en concentratie die met de overstap naar het M MÜ

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 44