I I I 337 NOTEN HOOFDSTUK 7 1 Statistiek voor het Kruideniersbedrijf in de jaren 1930 -1960. 2 Dreesmann, blz. 648. 3 Als noot 1, plus Hopman, blz. 147,157. 4 Notulen onderdirectie Albert Heijn, 15 juli 1954. 5 Notulen directie Albert Heijn, 30 oktober 1953, idem onderdirectie 19 november 1953. 6 Notulen directie Albert Heijn, 20 november 1953. 7 Deze onderdirectie was ‘voorlopig’ tot 1 januari 1953. 8 Notulen directie Albert Heijn, 6 februari 1953. 9 Idem, 17 december 1954. 10 Mondelinge mededeling C. Govers. 11 Flitsen, oktober 1961. 12 Idem, mei 1976. 13 Notulen directie Albert Heijn, november 1953. 14 Idem 20 november 1953, 4 juni 1954; idem onderdirectie, 20 oktober 1956. 15 Flitsen, september 1978. 16 In zijn proefschift Marketing en distributie uit 1966 lijkt C.M. Storm eveneens moeite te hebben met de afbakening van deze beide begrippen. Marketing is bij hem de ‘verkoopvoorbereiding’, die uiteenvalt in ‘marktonderzoek’ en ‘bewerking van de markt' met betrekking tot zaken als kwaliteit, assortiment, reclame en dergelijke. Afgezien van marktonderzoek speelden deze zaken echter van oudsher in de detailhandel! Wellicht moet het gebruik van het begrip marketing met betrekking tot de detailhandel vooral als een blijk van bewustwording worden gezien van de eigen kracht van die handel. Dr. A. Heijn merkte in dit verband ooit op: ‘Het was er allemaal al, maar we wisten niet hoe het heette.’ 17 Vermeld in notulen directie Albert Heijn, 13 juni 1952. 18 Idem onderdirectie, 7 oktober 1954. 19 Typhoon, 25 januari 1954. 4 Gegevens over Van Woerkom: AllerHande, oktober 1964, Distrifood, december 1988. 5 Geciteerd in Distrifood, december 1988. 6 Dat het publiek inderdaad zelfbediening prefereerde blijkt ook uit het feit dat er uit de periode van invoering heel weinig anekdotes bewaard zijn gebleven over protesterende klanten. Eén anekdote gaat over een oude douairière in Baarn, die tegen haar kruidenier zegt: ‘Wat hoor ik meneer Andriessen, gaat u ook zo’n zelfbedieningswinkel maken? Als u maar weet dat ik dan nooit meer in uw zaak kom’. Waarop Andriessen vraagt: ‘Hoe vaak komt u dan in mijn winkel?’ ‘Nou, toch zeker tweemaal per jaar.’ (Distrifood, december 1988) De douairière was kennelijk een bezorgklant. Maar een van de redenen van de makkelijke overgang naar zelfbediening is waarschijnlijk geweest dat de meeste kruideniers hun bezorging voorlopig gewoon handhaafden. 7 Baudet, blz. 89. 8 De Moderne Levensmiddelenwinkel, blz. 44. 9 Distrifood als noot 5, 6. 10 De Moderne Levensmiddelenwinkel, blz. 10. 11 Habraken, blz. 12. 12 Idem, blz. 6. 13 Verslag Legerstee, Bergen (N.H.). 14 Directievergadering 12 mei 1950,15 december 1950. 15 Gegevens navolgende: o.a. Van der Vet; Elsevier’s Magazine, 12 juni 1971; NRC-Handelsblad, 25 juli 1988. 16 Navolgende gegevens o.a.: Flitsen 1952, nr. 46; AllerHande, oktober 1964; mondelinge mededelingen dr. A. Heijn en J.L. Legerstee. 17 De moderne levensmiddelenwinkel, blz. 38. 18 Habraken, blz. 26 e.v. 19 New Self-service Adventures in Europa, Super Market Merchandising, reprint 1952.

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 342