vitrine-kastjes getimmerd, waarvan in Amsterdam nog enkele exemplaren te vin den zijn. De bekende gevel-etalages zouden eerst opkomen toen de verkoop van buiten naar binnen verhuisde, wat sinds de achttiende eeuw in toenemende mate gebeurde. Daarbij ging het enerzijds om kramers die zich als winkelier vestigden, anderzijds om groothandelaren die zich tot detailhandel bekeerden. Op het gebied van levensmiddelen waren de ‘crudeniers’ de eerste kra mers die op winkels overgingen. Deze ‘crudeniers’ mogen beslist niet verward wor den met de latere kruideniers. Zij waren mengers van geneeskrachtige kruiden en stonden ook wel bekend als -‘apetecaris’ of ‘apteecker’. In Amsterdam werden in 1638 de apothekers van de kruideniers afgescheiden en samen met artsen in een apart gilde gebracht. Vervolgens werd ook de verkoop van onbewerkte geneesmid delen en chemicaliën afgescheiden: al in de zeventiende eeuw bestonden er drogis ten met gapers aan de pui. De oorspronkelijke ‘crudeniers’ hadden hiermee hun functie verloren, maar zij konden profiteren van de opbloeiende handel met de Oost. Zij werden importeurs van koloniale waren, al zouden zij ook in die hoeda nigheid nog de nodige veren laten.20 Aan de ene kant verminderde het gebruik van produkten als wierook, potas en brasiliehout.21 Aan de andere kant ontstonden er 28 Reconstructie van de eerste winkel van Albert Heijn door tekenaar Anton Pieck. Geurigheid en handvaardigheden. r 'UOC 3o'o

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 33