334 HOOFDSTUK 4 11 12 van de 1 De meeste gegevens uit dit gedeelte stammen uit: Onderzoek naar de prijsvorming in het kruideniersbe- drijf, Sub-Commissie uit de Commissie voor de Economische Politiek, Verslagen en mededelingen van de afdeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, ’s-Gravenhage 1929. 2 S.C. Bakkenist, blz. 189. 3 Volledige vermelding in noot 1. 4 Nederlandsch Weekblad voor Kruidenierswaren, Conserven en Comestibles, 11 juni 1929. 5 Th. A.W. Hopman, blz. 142. 6 Als noot 5. 7 Flitsen, augustus 1967. 8 Limperg en Delfgaauw geven een (begin van) een samenvatting van deze discussie. 9 Algemeen Handelsblad, 12 januari 1939. Overigens werd door de kruideniersbonden gepleit voor regule ring van het bestaande winkelbestand middels het zogenoemde ‘behoefte-element’. Voor een discussie daarvan: Delfgaauw. 10 Nederlandsch Weekblad voor Kruidenierswaren, Conserven en Comestibles, 29 juni 1939. Zie bijvoorbeeld: mr. J.A.G.M van Hellenberg Hubar. E.J. Tobi schreef in de jaren dertig onder meer enkele series in het Nederlandsch Weekblad voor Kruidenierswaren, Conserven en Comestibles. 11 Idem, blz. 117. 12 Instructie 1920. Archief Albert Heijn. 13 Dit trouwbevel dateert van september 1918; Flitsen, oktober 1957. 14 Feestrede als boven, blz. 12; Albert Heijn 1887 -1947, blz. 172 e.v. 15 Op te maken uit diverse prijscouranten in archief Albert Heijn. 16 Zie Albert Heijn 1887 -1947, blz. 129 e.v. 17 Miellet 1986 noemt als een van de eerste winkels die op dit terrein actief waren de Grand Bazar Francais uit 1871 in Rotterdam. Daarnaast bestonden er zogenaamde guldens- en kwartjesbazaar, maar dat waren in feite partijenwinkels. 18 Interview Morks Magazijn; Albert Heijn 1887 -1947, blz. 5 19 Jaarverslag 1929; Albert Heijn 1887 -1947, blz. 4. 20 Flitsen, mei 1962. 21 Vergelijk: Dreesmann, blz. 191; Hasler, blz. 41. 22 Albert Heijn 1887 -1987, blz. 118; mondelinge mededeling J.L. Legerstee. 23 Flitsen oktober 1961. 24 Te distilleren uit het Unilever-archief. In het Centraal Archief van Ahold zijn ongerubriceerde omzet- gegevens te vinden vanaf 1928. Uit de Unilever-gegevens blijkt wel dat de omzet tussen 1920 en 1925 hardnekkig bleef schommelen rond 7 miljoen gulden, wat de bovengenoemde experimenten kan verkla ren. 25 Bron voor het navolgende als in noot 41, hoofdstuk 2. Voor de beoogde verkoop door Jurgens Albert Heijn-aandelen aan De Gruyter en de onenigheid daarover tussen beiden: inv. nr. 437 D. 26 De NV Cacao- Chocoladefabriek en de NV Koekfabriek van Albert Heijn werden opgericht op 12 november 1924. De transportsectie kende om verzekeringstechnische redenen zelfs drie NV’s: Mij. tot Exploitatie van de Motorboot ‘Albert Heijn I’ (20 juli 1920) en idem Motorboot ‘Albert Heijn II’ (7 januari 1922) en de Mij. tot Exploitatie van den Autodienst 'Albert Heijn’ (8 december 1922). 27 Het is mogelijk dat Jurgens de breuk heeft laten plaatsvinden, vanwege de fusie in hetzelfde jaar met Van den Bergh (tot de Margarine-Unie), die al belangen had in De Gruyter en de Uniewinkels en Albinowinkels. Albert Heijn zelf beschermde zich tegen toekomstige benoemingsperikelen door bij een statutenwijziging in 1928 140 oprichterbewijzen ad 1000 gulden uit te geven, die recht gaven op binden de voordrachten plus een deel van de overwinst. Tachtig bewijzen gingen naar Albert senior en de rest naar Gerrit en Jan Heijn en Johan Hille.

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 339