De splitsing tussen ams en era beloofde ook een oplossing te bieden voor het aan de kant gezette Asko. Afgesproken werd dat Asko in september 1989 eerst tot het ams zou toetreden en met ingang van het jaar daarop volwaardig ERA-partner zou wor den. Op 10 juli 1989 werd hierop alvast door vertegenwoordigers van Ahold, Casino en Argyll een glas champagne gedronken op Asko’s hoofdkantoor in Saarbrücken. Maar er smeulde iets. De voorgenomen Europese alliantie was een grote teleurstelling geweest voor een geheel ander bedrijf, de Steenkolen Handels Vereeniging. Deze had sinds het voorjaar van 1988 in stilte een belang van twaalf procent in Ahold opgebouwd, in de hoop ooit tot een samenwerking met Ahold te kunnen komen. Die hoop was niet helemaal ongegrond geweest, want Ab Heijn had enkele jaren daarvoor met Paul Fentener van Vlissingen gepraat over een gezamenlijke overname van nota bene Safeway, dat nu bij Argyll zat. Fentener van Vlissingen had inmiddels begre pen dat samenwerking met het Zaanse concern niet meer tot de mogelijkheden behoorde en was in juni met het nieuws over zijn belang van twaalf procent naar buiten gekomen. Er werd eind juli door Evereart met Fentener van Vlissingen besproken wat er met dat belang zou gebeuren, maar naar later bleek was het al op 6 juli, vier dagen voor de toast in Saarbrücken, aan Asko doorverkocht. Asko zou het belang via beursaankopen nog eens vergroten tot 14 procent. het bericht van de op handen zijnde alliantie hadden andere bedrijven, eveneens bevangen door Europa-koorts, zich voor aansluiting aangemeld. Voor een intieme aangelegenheid als era zou het gezelschap te groot worden, maar Ahlqvist stelde voor om een aparte marketing-instantie in het leven te roepen voor rechtstreeks overleg met fabrikanten over mogelijke besparingen in de produktie en de distribu tie (die dan onder elkaar konden worden gedeeld). Ahold had het jaar daarvoor zelf in het Zwitserse Zug Ahold Marketing Services gevestigd dat zich bezighield met een dergelijke ‘synergie-marketing’. Dit kantoor kon als uitvalsbasis dienen. Omdat de alliantie op deze manier het initiatief behield stemden Argyll en Casino ermee in. Ahold Marketing Services werd omgedoopt tot Associated Marketing Services (ams), waarvan de drie ERA-partners ieder twintig procent kregen en de rest door de aan gesloten leden zou worden gedeeld. En dat werden er nogal wat: La Rinascente uit Italië, ica uit Zweden, Kesko uit Finland, Mercadona uit Spanje en (beiden tijdelijk) Dansk Supermarked uit Denemarken en Migros uit Zwitserland. Later zouden zich nog toevoegen de Hakon-Gruppen uit Noorwegen, Superquinn uit Ierland en Jeronimo Martins uit Portugal. Het is niet overdreven te stellen dat de Europese ketens die buiten AMS vielen eigen organisaties oprichtten. 322

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 327