317
genoot Thomas Buscaglia de inrichting van de zaak overnam om er een bouwbedrijf
voor levensmiddelenwinkels mee te beginnen. Met een handdruk werden vervol
gens Armand Castellan! en Thomas Buscaglia partners in eikaars bedrijven.
Armand Castellani had zijn Big Bear al diverse keren aangepast, maar hij
wilde de kant op van een echte supermarkt. Bij gebrek aan geld ging hij samen met
Buscaglia een combinatie aan met een zestal filiaalhouders van Bell’s Markets om
een eigen Bell’s Market te bezitten. In 1954 had hij zijn eerste winkel onder dat vig
net, in 1958 zijn derde. Tegen die tijd wilde hij wel met zijn ambitie naar buiten
komen: de top; vandaar dat de winkels werden omgedoopt in Tops Markets, die
inderdaad binnen de kortste keren vijftig procent van de levensmiddelendistributie
in Niagara Falls beheersten.
Castellani en Buscaglia, rijp voor nieuwe uitdagingen, verplaatsten in 1962
hun zetel naar het naburige Buffalo, een stad die zich net als Cleveland in een pro
ces van omschakeling bevond van zware industrie (Bethlehem Steel) naar dienst
verlening en automatisering. Samen met enkele employees richtten Castellani en
Buscaglia de Niagara Frontier Services op. Dit bedrijf werd een waar festival van
activiteiten: filmprodukties, drugstores, bakkerijen, restaurants, een groothandel in
levensmiddelen en rackjobbing van drogisterij-artikelen. Daarnaast was er de Brian
Art Galleries in Niagara Falls, waar de ongevormde Castellani zichzelf gevoel voor
kwaliteit en smaak bijbracht. Van hieruit liep een directe lijn naar het Castellani Art
Museum van Niagara University, dat in 1990 zou worden geopend.
De verhuizing naar Buffalo was vooral bedoeld om voor de supermarkten
een uitvalmogelijkheid naar westelijk New York te krijgen. Net als indertijd in
Niagara Falls had Castellani er een combinatie gevormd met enkele plaatselijke
winkeliers, die de kern gingen vormen van Tops Friendly Markets. Hiervoor werd
ook een distributiecentrum in gebruik genomen. De basis voor verdere expansie
werd gelegd in 1963, toen Castellani twee formules in franchise begon te geven: Tops
Markets voor grootschalige supermarkten én B-Kwiks voor zogenaamde superettes,
die een zelfde omvang hadden als de meeste Nederlandse supermarkten. Later zou
er een derde franchiseformule ontstaan, de Wilson Farms, bescheiden buurtwinkels
van zo’n driehonderd vierkante meter. De franchising nam echter zo’n vlucht dat er
op een gegeven moment meer franchisenemers dan filiaalhouders waren, waardoor
de controle verslapte. Castellani besloot de contracten met zijn franchisenemers te
laten aflopen, een kwestie van jaren; en om het aantal eigen winkels te kunnen
opvoeren, ging hij in 1968 samen met zijn aandeelhouders naar de American Stock
Exchange. Aansluitend bracht hij Niagara Frontier Services terug tot een levens
middelenketen annex dienstverleningsbedrijf voor de detailhandel.
In 1969 en 1974 werd Tops verkozen tot ‘Retailer of the Year’ door
DE GROTE WERELD