314 EEN CONCURRENT ALS PARTNER. National nog altijd niet mee. In en rond Cleveland waren nationale ketens aan een fanatieke wedkamp begonnen, en aan de oostkust verminderden de inkomsten van wege de recessie er heerste; talloze klanten moesten daar van voedselbronnen leven. Om de tering naar de nering te zetten werd kostenbestrijding een noodzaak, even als een aangepaste marketingstrategie. Los daarvan oordeelde Ahold het verstandi ger beide divisies uit elkaar te trekken. Met ingang van 1993 ging de Cleveland-divi- sie verder als Finast en de oostelijke divisie als Edwards Super Food Stores. De ingrepen bij de laatste waren het radicaalst. Niet alleen schakelde Edwards over op een kleiner assortiment, ook werd het voltallige management vervangen. Het resul taat van al deze inspanningen was dat Ahold twee renderende dochters voor de prijs van een had. Kort na de overname van First National diende zich in Nederland volkomen onver wacht een andere gegadigde voor samenwerking aan: Schuitema, een oude rot in het vak en bovendien een historische tegenstander van het grootwinkelbedrijf.62 Begonnen in 1888 in Groningen als groothandel (annex kruidenierszaakje) had Schuitema als een van de eerste gereageerd op de opkomst van de filiaalbedrij ven door zich in 1930 met elf collegagrossiers te verbinden tot de NV Inkoop Centrale. Kort nadat concurrent Van Well met De Spar de Nederlandse primeur had gehad van het vrijwillig filiaalbedrijf was deze Inkoop Centrale een zelfde koers ingeslagen, onder de naam Centra. Nadien was Schuitema zijn collega’s een voor een gaan uitkopen en werden er ook enkele stapjes op het detailhandelspad gewaagd, met de formules Famila, Massamarkt, Karwei en Kien. De recessie van 1979 haalde een lelijke streep door deze rekening. Ide Vos, die inmiddels de laatste Schuitema had opgevolgd, stootte kordaat de eigen winkels af en concentreerde zich op samenwerking met zelfstandige supermarktondernemers, voor wie hij niet alleen de inkoop ging doen maar ook de marketing, het assortimentsbeheer en de logistiek. Als formule lanceerde Vos hiervoor in 1981 de ‘ciooo Voordeelmarkt’, een schot in de roos. Het probleem van het vrijwillig filiaalbedrijf was altijd de relatie ve duurte ten opzichte van het grootwinkelbedrijf, maar met Ciooo wist Vos ‘kos- tenleider’ te worden, waarbij hij ook nog eens profiteerde van het feit dat zijn super marktondernemers zeer bedreven waren in local business - wat loopt van assorti- mentskeuze tot een mogelijk lidmaatschap van de gemeenteraad. Op deze manier was Ciooo de snelst groeiende supermarktformule van Nederland geworden: bij het eeuwfeest van Schuitema in 1988 waren er al honderdtachtig... Wat kon er eigenlijk aan de hand zijn?

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 319