Toen, op woensdag 9 september 1987, wilde Gerrit Jan’s ochtends met zijn auto weg rijden van zijn woonhuis in Bloemendaal. Dit werd een drama. Er was sinds enkele jaren een hausse van gijzelingen aan de gang. Maup Caransa, Freddie Heineken, mevrouw Van der Valk en het meisje Valeriè Albada Jelgersma waren na betaling van het losgeld vrijgekomen, maar de gewapende man die nu bij Gerrit Jan in de auto stapte, voordat deze kon optrekken, had andere plannen. Hij dwong Gerrit Jan een kilometer verderop te rijden, waar een wisselauto stond. De man ketende Gerrit Jan daarin vast en reed zelf naar Deelen op de Veluwe, waar ze uren op de hei verbleven. Gerrit Jan moest enkele bandjes inspreken; hij deed dat vriendelijk en beleefd. Hij had tijdens de feesten in de Irenehal aan veiligheidsman Daan Rouw, die vanaf 1982 in dienst van het concern was, gevraagd hoe hij zich zou moeten gedragen als hij ooit gegijzeld werd. Rouw had met een Engelse term geantwoord: Dignity. De meeste gij zelingen liepen immers goed af, en door tegen te werken kon het slachtoffer zijn situ atie alleen maar verergeren, ’s Avonds om even over half tien kwamen Gerrit Jan en zijn belager bij de bossen van Renkum aan. Omstreeks dezelfde tijd werd de auto van Gerrit Jan, keurig op slot, in Bloemendaal gevonden. De omgeving reageerde aanvankelijk opgelucht; hij was kennelijk niet bij een ongeluk betrokken geraakt. Het zoeken begon, en het wach ten. Veiligheidshalve kondigde Ahold op 11 september een informatiestop af, die in feite nog steeds geldt. Het hele land toonde zich niettemin opgewonden en meelevend; er waren klanten die vijf of tien gulden schonken om aan het losgeld bij te dragen. Dit had zijn uitwerking op de medewerkers van het concern. Zij waren eveneens ‘publiek’, want afgezien van een speciaal crisisteam, waarvoor Van Dun en Zwartendijk de verbindingen met de familie en de buitenwereld ver zorgden, was niemand bij Ahold van de preciese stand van zaken op de hoogte. Dat was met opzet. Als algemene leidraad gold dat men geen gemakkelijk doelwit mocht worden. De aanvankelijke verslagenheid onder het personeel maakte dan ook spoedig plaats voor vastberadenheid: niemand kon het concern een blijvende slag toebrengen. Op 28 december gaven politie, justitie en Ahold tijdens een persconferen tie opening van zaken. Twaalfduizend tips stroomden toe, waarmee zestig recher cheurs wekenlang bezig waren zonder iets concreets te vinden. Toch leidde het spoor ten slotte naar een supermarktketen in Amsterdam-Noord, waar iemand uit Landsmeer regelmatig inkopen deed. Op 6 april 1988, zeven maanden na Gerrit Jans verdwijning, volgde de fatale ontknoping.554 Het nieuws kwam hard aan bij de nabestaanden en medewerkers van Ahold, maar eens te meer gold dat de normale werkzaamheden hun doorgang moesten vinden. De ingrijpendste consequentie was dat Ab Heijn bij zijn aftreden 308

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 313