305 Vrijwel niets werd bij het oude gelaten. Het pand, een oude fabriekshal, werd met een staketsel van stalen pijpen omgetoverd tot een futuristisch geheel, waarbij voor het eerst ook het naastgelegen parkeerterrein esthetisch werd betrokken. Binnen begon men naar Amerikaans voorbeeld met de afdeling groenten in plaats van de traditionele droogwaren, om meteen de nadruk op vers te leggen en meer emotie teweeg te brengen. Een pontificale saladebar diende hetzelfde doel, evenals een grote afdeling met bereide voeding. Ook de slagerij en de bakkerij waren levendiger dan ooit, al was het maar doordat de medewerkers met de klanten overleg voerden; de dagen van de stille schappenvuller waren voorbij. De verlichting zorgde voor nog meer ambiance. De produkten werden beschenen als in een lederwarenzaak, waarbij van verschillende kleuren en intensi teiten gebruik werd gemaakt: helder wit voor wasmiddelen, zachte tinten voor de koffie, daglicht voor groenten. Via relatief donkere plekken (en over geluiddem pende tegels) werd de klant vervolgens van afdeling naar afdeling geleid. De artike len sprongen daarbij bijna in zijn aangezicht, want de stellingen bestonden slechts uit draadwerk. Dit effect werd versterkt door de extra brede paden die tussen de stellingen waren aangelegd en door Holle Bolle Gijs-achtige beelden bij de bedie ningsafdelingen. Daarnaast werd het reukorgaan geprikkeld door een koffiebrande rij en -proeverij, plus een demonstratie-eiland in het hart van de winkel. Een apar te sensatie bood de overkapte ‘huiverstraat’ met diepvriesartikelen. Er werd niets nagelaten om het winkelgemak te vergroten. De Nieuwe Supermarkt kende als eerste een informatiebalie, een garderobe, toiletten en een speelhoek met videofilmpjes, waar de klanten hun kinderen tijdelijk konden achter laten. Aan de buitenkant van de winkel zat een automatiek met basisprodukten als brood, melk en suiker voor de avondwerker. En wie zijn boodschappen niet direct wilde meenemen, kon ze opbergen in een kluis met cijferslot, die vanaf het par keerterrein was te openen. In de winkel zelf stonden beeldschermen die informatie gaven over produkten en gerechten; desgewenst drukten ze zelfs recepten af. Verder waren er maar liefst eenentwintig extra lange kassa’s, met aan het eind een draai plateau naar eigen ontwerp, dat de klant meer tijd gaf om zijn boodschappen in te pakken. En totaal nieuw waren winkelwagentjes met zelf-scanning, ontworpen door TNO, waarmee bij wijze van experiment tweehonderd klanten hun eigen bood schappen met een handscanner konden aanslaan. De scanner werd daarna gekop peld aan een speciale kassa die het overladen van de boodschappen overbodig maakte en steekproefsgewijs kon controleren of alles eerlijk gebeurde.48 En dan het aantal artikelen in de Nieuwe Supermarkt: tienduizend, later oplopend tot vijftienduizend. Het sprookje van Luilekkerland was in een klap om zeep gebracht, want werkelijkheid geworden.49 DE GROTE WERELD

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 310