het - gestreepte piccolojasjes en schorten werden gestoken en een pochetje droegen. De eigenlijke hoofdrol was weggelegd voor de verschillende versgroepen. De broodjes- shop kende geen ‘broodje ham’, maar vele soorten broodjes en vele soorten ham. De bakkerij stapelde de petitfours en gebakjes op tot een immense profiteroltaart, die er trouwens ook los te krijgen was. De slagerij bood Argentijns, Limousin en Iers braadvlees, de groentenafdeling ramboetans en lychee (in een begeleidend huisblad zou het verschil tussen die twee worden uitgelegd). En het hart van de zaak was bestemd voor een uitgebreide saladebar en een toonbank met kant-en-klaar maal tijden uit de hele wereld. De naam voor deze formule werd ‘The Fresh Company’, met in kleine let ters daaronder: ‘van Albert Heijn’. De eerste winkel ging open op 27 oktober 1988 aan het Koningsplein in Amsterdam, wat geheel in stijl werd gevierd met een cham- pagne-ontbijt. In hetzelfde jaar volgde nog een vestiging in Eindhoven en de kran ten spraken al over een keten van honderd. De belangstelling van de buitenwereld leek in elk geval groot genoeg. Veel voorbijgangers kwamen zich vergapen aan interieur, en onder collegabedrijven was Albert Heijn het gesprek van de dag. Het pakte niet goed uit. Er werden nog allerlei dingen gewijzigd. Men had bedacht dat het makkelijker was om de klant per versgroep te laten afrekenen maar dat veroorzaakte congestie, zodat er een centrale kassa in gebruik werd genomen, een hele verbetering. Er werd een buitenbuffet gemaakt om na de officiële sluitings tijd nog versmaaltijden te kunnen verkopen, ook een hele verbetering. En in 1991 durfde men het aan filialen te openen in de Amsterdamse Beethovenstraat en in Leidschendam. In april van het jaar daarop maakte men echter bekend dat de drie jongste vestigingen op korte termijn zouden worden gesloten; alleen de vestiging aan het Koningsplein mocht nog doorgaan tot mei 1994 om ten slotte te worden omgezet in een Albert Heijn. Naar de reden van deze teleurstellende gang van zaken kon men slechts gissen. The Fresh Company had een eigen, dure inkoop gehad en kende vanwege zijn bedieningsafdelingen hoge personeelslasten; maar deze bezwaren golden voor elke speciaalzaak. Men kwam tot de conclusie dat de formule te weinig weerklank had gevonden. De groep Nederlanders die ‘bourgondisch’ én gemakkelijk wilde eten was nog te klein of gedroeg zich onder invloed van de economische tegenwind wat ingetogener. Typerend genoeg ging namelijk in dezelfde periode de absolute top op dit gebied, Dikker Thijs, dicht en legden ook diverse sterrenrestaurants het loodje. Wat bleef was de winst van The Fresh Company: men had beter geleerd hoe men verswaren moest presenteren. 302

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 307