,71akenm^eteleshoppers
3oo
i
Catalogus van James Telesuper. De
fietsende wijkjongen van vroeger is een
butler in de vrachtauto geworden.
tot dusver huiverig voor teleshopping
was geweest. De omzet van James ver
viervoudigde binnen het jaar en lange
tijd moest een klantenstop worden inge
steld. Dit tekende evenwel James’ positie.
Teleshoppen heeft volgens alle deskundi
gen een toekomst, maar om winstgevend te
worden is omzetgroei onontbeerlijk, terwijl
de investeringen daartoe nog niet verant
woord zijn op grond van de bereikte resulta
ten. James Telesuper is met veertig medewer
kers en twintig bestelwagens naarstig op zoek
naar rendement.
Df T££ÖH»peh
De bezorging van James kon uitkomst bieden
voor de dagelijkse boodschappen; voor culi
naire hoogstandjes moest de klant nog steeds
naar de speciaalzaak in de stad. En zou het mogelijk zijn dat Albert Heijn op dit vlak
een keten kon opzetten, los van de bestaande supermarkten?
De markt in Nederland voor speciaalzaken in levensmiddelen was door de
komst van die supermarkten weliswaar steeds kleiner geworden maar besloeg nog
altijd een kwart van de levensmiddelenomzet, ofte wel twaalf miljard gulden.
Bovendien was die verkleining vooral veroorzaakt door de uitval van ‘mama-en-
papa-zaakjes’, waar op het laatst alleen de ‘vergeten’ boodschappen werden gehaald.
Op het gebied van verswaren was de positie van de speciaalzaak juist tamelijk sterk:
negen miljard gulden op een totaal van twintig miljard gulden, en het had er alle
schijn van dat dit voorlopig zo zou blijven.46 De moderne uitgave van de delicates
senzaak, de verswinkel, leek perfect aan te sluiten bij de levensstijl van de eerder
genoemde yuppies. Het was die levensstijl die Albert Heijn alarmeerde. Yuppies
bezaten designmeubelen en droegen merkkleding, zij frequenteerden goede restau
rants, zij bestelden catering aan huis of haalden een versmaaltijd om in de magne
tron op te warmen. Zouden die mensen straks alleen nog voor huishoudelijke arti
kelen in de supermarkt verschijnen?
Ahlqvist huurde Anton Innemee in, die in 1986 voor Vroom Dreesmann
op dezelfde ontwikkeling had ingespeeld met het Smulplein in Utrecht, een delica-
tessen-supermarkt die voor driekwart uit versgroepen en bedieningsafdelingen
bestond. Een dergelijke grootscheepse aanpak had Ahlqvist echter niet op het oog.
Het moest een concept worden dat tussen de supermarkt en de speciaalzaak in zat