299 mogelijkheden om de verwerkingssnelheid van de bestellingen te verhogen. Ook de demografische achtergrond leek gunstig, gelet op het groeiend aantal tweeverdie ners en alleenstaanden. Enkele ondernemers durfden de stap naar ‘teleshopping’ aan, onder wie Jurriaan Jurg, die begin 1983 voor Unigro met James Telesuper start te.45 James Telesuper refereerde in naam en logo aan mensen die nog wisten wat een butler was: yuppies. Onder deze klantengroep, die boodschappen doen als een aan slag op de vrije tijd beschouwde, deed James het zo goed dat hij in korte tijd de grootste butler van het land werd, hoewel hij zich geografisch beperkte tot Heemstede en omstreken. Toch kwam James niet uit zijn aanloopverliezen. James rekende dezelfde prijzen als in een gewone supermarkt maar kon zijn personeel en wagenpark nauwelijks betalen van de bezorgvergoeding (momenteel maximaal f 16,50) die hij van zijn klanten kreeg. Unigro had hier geen zin in en deed James op 3 december 1985 voor 1 miljoen gulden over aan Ahold, waar met name de technisch ingestelde Everaert stond te popelen om met iets dergelijks te beginnen. Op het terrein van teleshopping lagen namelijk ingrijpende veranderingen in het verschiet. De grootste post voor James was het kostbare team van telefonis tes dat hij paraat moest houden. Gelukkig kwam de fax opzetten, wat al aanmerke lijk goedkoper was. In Frankrijk functioneerde echter Minitel al, een volledig auto matisch bestelsysteem waarop duizenden leveranciers hun diensten aanboden; geen Fransman hoefde bij wijze van spreken nog zijn huis uit. In september 1989 lan ceerden Philips, de Postbank, ptt én Ahold een Nederlandse variant daarvan, A’tel. Hiertoe werd bij vijfhonderd huishoudens in Amstelveen een speciale terminal uit gezet, die alle telefoonboeken bevatte en daarnaast bestellingen en giro-overschrij- vingen kon doorgeven. Voor Ahold was James Telesuper bij dit project betrokken. De terminals werkten bevredigend, maar het leek verstandiger om aan te sluiten bij de personal computers die steeds meer mensen thuis hadden staan. In april 1991 bracht James hiervoor samen met IBM een programma uit dat alweer honderdvijftig diensten (van de ANWB-teleservice tot de huisdokter) telde, inclusief een verbin dingslijn met James. Desgewenst kon de catalogus van James ook op een losse dis kette worden verstrekt, een wereldprimeur. Hier kwam nog een laatste bestellings- wijze bij: de James Direct Lijn, een soort robottelefoon. Het gevolg was dat uitein delijk meer dan vijftig procent van de bestellingen buiten de telefonistes van James kon omgaan. In aansluiting op deze vernieuwingen had James zijn actieradius uitge breid tot de driehoek IJmuiden, Amstelveen, Den Haag, met uitzondering van de drukste stadscentra. In maart 1990 was James ook aan Albert Heijn gekoppeld, wat praktisch inhield dat hij hetzelfde assortiment als Albert Heijn kreeg, inclusief vers waren en huismerken. Deze koppeling stelde ook dat deel van het publiek gerust dat DE GROTE WERELD

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 304