werden steeds beter, zodat meer dan tweederde van de wijnafzet in Nederland langs
dit kanaal ging lopen. Tegelijk roomden allerlei verzendhuizen de markt voor
exclusieve wijnen af. Los hiervan wilde de overheid het alcoholgebruik ontmoedi
gen door de reclamemogelijkheden van de producenten in te perken en zelf een
steeds fellere anti-propaganda te voeren. De gevolgen voor de slijterijbranche ble
ven niet uit: een dalende vraag, vooral in gedistilleerd, en een moordende prijscon
currentie ter behoud van eigen afzet.
Alberto had zelf het startsein voor die prijsconcurrentie gegeven, maar
moest nu concluderen dat de keten zich in niets meer van de collega’s onderscheid
de. Met hun bruine toets en rommelige opstelling leken de winkels vooral gericht op
de stille drinker, terwijl drankverkoop inmiddels diende te geschieden volgens de
spreuk die fabrikanten als tegemoetkoming aan de overheid in hun advertenties han
teerden: ‘Geniet, maar drink met mate’. In 1985 begon Alberto zijn winkels een fris
ser aanzien te geven, waarbij een uitstraling van de voordelige en professionele vak-
slijter werd nagestreefd. Niettemin zakte het jaar daarop Alberto’s omzet van 140
miljoen gulden naar 130 miljoen gulden. Dit kon zo niet doorgaan.
Ahold had al in 1985 binnen de slijtersbranche contact gezocht om een
combinatie te vormen, waarbij ook een eventuele verkoop van Alberto bespreek
baar was. Drie jaar later kwam Gall Gall binnen handbereik, historisch gesproken
een verbazingwekkend fenomeen.42 Gall Gall bezat namelijk behalve een fraaie
naam geen eigen substantie. Het was meer een merk dan een bedrijf met een verle
den. Een zekere mevrouw H.J.T. Gall-Bentinck had om precies te zijn op 5 augus
tus 1884 een slijterij geopend in de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat, waaraan nog
twee winkels werden toegevoegd. In 1905 hadden haar zonen Herman en Jan met
gevoel voor stijl Gall Gall boven die winkels gezet, zoals het Engelse Haig Haig.
Daarna bleef alles bijna een halve eeuw zoals het was, totdat A.J. Vlasman in 1959 de
laatste Gall Gall verwierf. Deze Vlasman had inmiddels meer dan zestig slijterij
en aangekocht, die allemaal nog hun oorspronkelijke namen droegen. ‘Gall Gall’,
chic én aansprekend, kon voor de gewenste eenheid zorgen. Op deze manier stapte
Gall Gall voor het eerst andermans geschiedenis binnen.
In 1969 werd Vlasmans bedrijf overgenomen door jeneverfabrikant Bols,
die al twee andere ketens bezat (Tivoli en Ferwerda Tieman). Er herhaalde zich wat
bij Vlasman was gebeurd: alle Bols-slijterijen gingen voortaan superieur door het
leven als Gall Galls. In 1986 verwierf Bols collega-fabrikant Henkes, die eveneens
enkele winkelketens had (F.T., Aguilar en Party Shops). Alleen de Party Shops, die
een iets ruimer assortiment kenden, overleefden deze transactie; de rest werd wéér
Gall Gall.
Bols zag in dat zijn relatie met de overige detailhandel door dit bezit
DE GROTE WERELD
295