SPECIAALZAKEN
Van de overige kleine werkmaatschappijen voldeden de Etos-drogisterijen voorlo
pig wel aan de criteria van de raad van bestuur, althans: de vooruitzichten waren
gunstig genoeg. Al in 1984 was Etos onder Jeroen Hunfeld aan een strategische her
overweging begonnen, omdat het bedrijf zoveel navolgers had gekregen dat het
marktleiderschap verloren was gegaan. Hunfeld en de zijnen kwamen tot de con
clusie dat Etos van een discount-drogist een familie-drogist moest worden, meer
een speciaalzaak dan een supermarkt. Veel winkels van Etos bevonden zich name
lijk op toplocaties, terwijl ze eigenlijk koopjesjagers bedienden. Daarnaast was er
onder het publiek een tendens naar meer lichaamsverzorging te bespeuren. Etos
moest daarom persoonlijk advies gaan bieden en niet alleen lipsticks van f 2,95 en
10 gulden maar ook van 25 gulden.
Deze omschakeling begon in 1985 met de introductie van eigen merken en
een nieuwe huisstijl in de kleuren wit en roze. In maart van hetzelfde jaar ging in
Zwolle de eerste Etos Beauty Case open, dat vooral gericht was op schoonheidsar
tikelen. Dit moest de basis voor alle stadswinkels worden; sommige kregen zelfs
een inpandige kapsalon erbij. Met deze formule, die later nog belangrijk verfijnd
zou worden door directeur mr. Henk Baakman, kon Etos blijven groeien. Het aan
tal filialen steeg tot 195 (waarvan een zestigtal in franchise) en de omzet van 130
miljoen gulden tot 255 miljoen gulden. Wel mislukte een poging om de Etos-for-
mule naar België te exporteren: Etos-België BV (1988-1994) haalde met 24 filialen
nauwelijks rendement.
beginnende samenwerking tussen de diverse bedrijfsonderdelen. Het resultaat was
dat er verliezen werden geleden. Het ging weliswaar niet om enorme bedragen, maar
sinds Miro was men alert op elke put waarvan de bodem niet duidelijk zichtbaar was.
Men keerde terug naar de kernopdracht: distributie van levensmiddelen
aan instituties, bedrijfsrestaurants en horeca. Dit hield in dat een zevental pas ver
worven bedrijfjes met aanvullende diensten weer konden verdwijnen (hic
Linnenkamer, Knop Co, De Koksmaat, Cetraco, Leendert Meender en delen van
Zoutewelle, De Bie Co en Looman Zn). De resterende bedrijven begonnen aan
een proces van integratie. De diverse slagerijen en groenteboeren werden onderge
bracht in regionale verscentra in Amsterdam, Born, Ede, Ommen en Rotterdam. En
bijna alle distributie-activiteiten gingen naar Kok-Ede, waarin Albert Heijn
Grootverbruik helemaal verdween. Door deze samenvoegingen vervielen 125 van de
1200 arbeidsplaatsen. Grootverbruik Ahold, sinds 1991 onder directie van drs. Tom
den Hertog, bevindt zich inmiddels aan de goede kant van de streep.
.J.-.
DE GROTE WERELD
293