ge ‘kloosterafdeling’ van De Gruyter over, Instel BV, die met vijftig medewerkers en
een beperkt assortiment als prijsvechter te boek stond. Kok-Ede had hiermee ook
de onderkant van de markt afgedekt en verhoogde bij zichzelf de servicegraad. Een
geautomatiseerde menuplanning, waarmee individuele patiënten en bewoners van
instellingen hun voorkeur kenbaar konden maken, was hiervan het klapstuk. Zo
zoetjes aan was het vroegere eenmanszaakje uitgegroeid tot een bedrijf van bijna
vierhonderd medewerkers en een omzet van 350 miljoen gulden. Er rezen echter
problemen in de leiding, waardoor Cebeco en de Melkunie het bedrijf in de aan
bieding deden.
Ahold zat, samen met Vendex, Unigro en Heineken, onmiddellijk op het
vinkentouw. Ahold had al twee keer eerder besprekingen gevoerd over een overna
me, maar Kok-Ede was steeds huiverachtig geweest vanwege de omvang van het
concern. Die angst was nu verdwenen, want het bedrijf accepteerde een bod van 33,5
miljoen gulden, terwijl een andere kandidaat hoger had willen gaan.38 Op 1 juli 1985
werd Kok-Ede onderdeel van Ahold.
Dit was slechts de eerste stap. Op 26 november van het jaar daarop werden alle aan
delen overgenomen van de NV Horeca Inkoop Centrale, kortweg HIC. Dit was van
oorsprong een coöperatie van Horecaf-leden, die in vakkringen faam had verwor
ven om zijn standaardisatie van linnenverhuur (‘als het maar wit is’) en van vleesle-
veranties (‘als het maar 150 gram is’). Ahold had al enige tijd een oogje op HIC,
omdat zij een sterke positie had bij de horeca én met een kwetsbaar artikel als vlees
voor grootverbruik was gekomen. Los daarvan behoorde HIC met zijn honderd-
twintig medewerkers en een omzet van 75 miljoen gulden tot de weinige bedrijven
op dit terrein die al enige omvang bezaten. Een brand die het hoofdkantoor in Lisse
verwoestte, maakte de aandeelhouders van hic rijp voor een transactie met Ahold.39
In sneltreinvaart volgde de overname van maar liefst vijftien bedrijfjes, die
in verswaren of in keukenbenodigdheden deden: Heisen’s Vleeshouwerij, De
Koksmaat, Cetraco, Evers Horeca Totaal, Knop Co, Looman Zn, Gebr.
Hoefsmit Vleescentrale, Vendrig Consultants, Zoutewelle, de Bie Co, Leendert
Meeder, Holla Zonen, Louis van der Ham, Le Primeur, Incares en het vers-dis-
tributiecentrum van Bakker Barendrecht.
Hiermee moest Grootverbruik Ahold op korte termijn de beoogde omzet
van één miljard gulden kunnen halen. Maar dat bleek tegen te vallen. In 1990 zat
men pas op 650 miljoen gulden, wat deels te maken had met bezuinigingen in de
gezondsheidszorg, die ook een andere onderhandelingspartner in het leven riep: in
plaats van een chef-kok een logistiek geschoolde econoom, die samenwerking zocht
met collega’s in aanverwante instellingen. Verder deden er zich fricties voor bij de
292