285
I
zoek om richtlijnen op te stellen voor een verminderd gebruik van bestrijdings
middelen door boeren. Hieruit resulteerde de zogenaamde Gecontroleerde Teelt,
die als ratio heeft dat het zinvoller is om vijftig procent bestijdingsmiddelen te
besparen bij de bulk van de produktie dan honderd procent bij een miniem gedeel
te daarvan.
Enthousiast presenteerde verkoopdirecteur Krijn Dorsman vervolgens op
18 november 1989 het Albert Heijn Groen-logo (het AH-beeldmerk in groen met een
ontsproten blaadje eraan), dat met de tekst ‘Vriendelijker voor mens, dier of milieu’
op allerlei artikelen moest worden aangebracht. Dit werd niet door iedereen in dank
afgenomen. De Vereniging Milieudefensie diende bij de Reclame Code Commissie
zelfs een klacht in wegens misleiding. Deze klacht werd in juli 1990 ongegrond ver
klaard, al raadde de Commissie wel aan de begeleidende tekst te laten vallen. Het
Groen-logo, niet bedoeld als een keurmerk maar als een aanmoedigend symbool,
stierf zodoende een zachte dood. Er moesten op dit gebied klaarblijkelijk minder
opzichtige wegen worden bewandeld.24
Eén zo’n weg werd ingegeven door minister Alders van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Deze minister eiste in 1990 dat het bedrijfs
leven zelf iets aan het afvalprobleem ging doen, anders zou hij maatregelen treffen.
Nu was sinds het begin van de jaren zeventig de Stichting Verpakking en Milieu
actief, waarin een honderdtal verpakkingsleveranciers, levensmiddelenproducen
ten, detaillisten en vuilverwerkingsbedrijven gestage vorderingen maakte met de
beteugeling van het verpakkingsafval. Met de eis van de minister op tafel werd
Everaert gevraagd om president-commissaris van de Stichting te worden. Na 18
maanden intensief onderhandelen kon de Stichting op 6 juni 1991 met minister
Alders een verpakkingsconvenant tekenen, die voor het jaar 2000 twee hoofddoelen
formuleerde: de hoeveelheid verpakkingsafval moest met tien procent verminderen
ten opzichte van 1986 en van het resterende afval diende zestig procent te worden
hergebruikt en veertig procent in energie te worden omgezet.
Hiermee kon iedereen aan het werk. Bij Albert Heijn, verantwoordelijk
voor de eigen huismerken, werden de verpakkingen dunner, compacter en gecon
centreerder; overbodige ‘omdozen’ verdwenen helemaal. De materiaal-besparingen
die hiermee verwezenlijkt werden waren niet gering. Lichtere flessen voor AH-huis-
wijn betekenden bijna een half miljoen kilo minder glas per jaar; het weglaten van
een binnenzakje bij de AH-rijst veertigduizend kilo minder papier per jaar. Bij elkaar
ging het hier om kleine stapjes, waarvan er nog duizenden nodig zullen zijn.
DE GROTE WERELD