3 HET WINKELTJE VAN ALBERT HEIJN In een terugblik op zijn huwelijksdag merkte Albert ooit op: ‘Men zou kunnen zeg gen dat op dien datum het tegenwoordige bedrijf is gesticht. Want het zou aan mij voorbehouden wezen, om, nu de tijden zoetjes-aan waren veranderd, de opzet van de zaak overeenkomstig de nieuwe ideeën te wijzigen.’8 Waaruit bestonden die nieuwe ideeën? Albert specialiseerde zich. Om de boeren uit de omtrek een plezier te doen, hield hij nog een tijd gierscheppen, klompen, koe touw, melkjukken en melkkrukjes aan, maar hij schrapte vrijwel onmiddellijk de directe verkoop van meubels, kleding en brandstof. Voortaan trad hij voor zulke zaken alleen nog als groothandelaar op. Zo leverde hij tot 1920 aan de gemeente Aan de vooravond van de eeuwwisseling een portret van Albert en Neeltje Heijn voor hun Oostzaanse winkel, met hun drie oudste kinderen én de hond, die bij het rondbrengen van de boodschappen behulpzaam was. huwelijk kon geven. Aan de gemeente werd bekend gemaakt dat de ‘winkelaffaire en de daaraan verbonden verkoop van sterken drank in het klein’ op 1 mei 1887 van vader op zoon overging, maar de feestelijke overdracht volgde op de 27ste van die maand, de trouwdag van Albert en Neeltje. Albert kreeg de winkel niet helemaal cadeau. Om te voorkomen dat hij ten opzichte van zijn broers en zussen bevoor deeld zou worden, diende hij voor de inventaris een bedrag van precies 4.643,23 gulden te betalen, plus enkele jaren een huursom van 260 gulden. ijr 22 jbMe

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 27