Albert Heijn mede aanlei- plus btw werden verkocht. Ook hiertoe had de actie van ding gegeven. De krachtpatserij van Albert Heijn had echter wel consequenties voor een ander onderdeel van het concern: Simon. Zoals gezegd was Simon juist omgebouwd van een discount-achtige formule tot een warme buurtwinkel. Op het moment dat die ombouw was voltooid, deed zich de volgende recessie voor. Men had toen eigenlijk direct moeten terugkeren naar Simon-de-discounter, maar inmiddels bleek Albert Heijn door zijn splitsing in artikelen mét en zonder toegevoegde waarde een ant woord op discount te hebben gevonden. Wat kon Simon nog doen? In een studie naar de positie van Simon werd erkend dat het bedrijf in finan ciële en organisatorische zin steeds aan Albert Heijn de voorrang had moeten geven, omdat de winkels van de laatste nu eenmaal een grotere jaaromzet per vierkante meter haalden (15.000 tegen 13.000 gulden). Hierbij speelde ongetwijfeld een rol dat Ahold zich nimmer de agressiviteit en de nonchalance die bij discount horen had eigen gemaakt - ‘wij zijn geen goede discounters’, stelde Gerrit Jan Heijn ooit vast.59 Maar ook als buurtwinkel had Simon nauwelijks overlevingskansen, toen niet en nu niet, want Albert Heijn verminderde zelf zijn eigen zelfbedieningszaken van tweehon derd in 1974 naar honderdzestig in 1980, die zich op een vergelijkbaar publiek richtten. Achteraf had men dus beter Simon de Wit meteen in Albert Heijn kunnen laten opgaan, hoezeer de publieke opinie toen ook tegen zo’n monopolistische zet gekant leek. Op 27 oktober 1981 kwam De Volkskrant met het bericht dat Ahold Simon wilde afstoten aan de Centra. Dit was een slag in de lucht, gevolg van een ongelukki ge lekkage bij het FNV, maar het gaf wei aan wat voor emoties er speelden. Op 18 november werd bekend wat de plannen met Simon waren: van de 101 winkels zou den er het jaar daarop 23 dichtgaan, 71 zouden in een Albert Heijn worden omgezet en 7 in een Etos of Alberto. Simon was voorbij. Dank zij een voorbeeldig sociaal plan kon het personeel in zijn geheel over naar Albert Heijn, zij het dat menigeen tegen heug en meug afscheid nam van een nog steeds zeer gemoedelijk bedrijf. D.L. de Bruyn, indertijd directeur van Simon de Wit, liet desgevraagd weten dat hij in het geheel niet verbaasd was over deze ontwikkeling: ‘Waar ik me wel over verbaas, is dat er nog kruideniers zijn in Nederland’. ‘Waarom?’ ‘Omdat ze elkaar de nek omdraaien, allemaal.’60 270

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 275