Er was zelfs nog ruimte voor een nieuwe activiteit, in de vorm van een deel neming. Met ingang van 1988 nam Ahold een belang van 68,75 procent in Nistria Dieetvleeswaren BV in Moergestel, een bedrijf met tachtig medewerkers dat in 1966 was voortgekomen uit een ambachtelijke slagerij van de broers Jan en Jos van Nistelrooy. Nistria bediende met een honderdtal zoutarme, vetarme, gluten-vrije en gehomogeniseerde produkten een groeimarkt en bood daarom een uitstekende aan vulling op Meester. Hiermee waren de produktiebedrijven opnieuw in slagorde gezet. Alleen Albro Zwanenburg detoneerde nog. Via Albro bezat men kennis om effectief met de brood- leveranciers buiten de regio Amsterdam te onderhandelen, maar volgens de huidige opvatting was dat niet genoeg om het bedrijf binnen het concern te handhaven. Albro moest een toegevoegde waarde zien te verwerven en die opdracht werd door Zwartendijk ook letterlijk aan directeur Teun Winkel verstrekt. Winkel en zijn medewerkers zetten hun kaarten aanvankelijk op Bake off, een combinatie van een rijskast en een oven waarmee diepgevroren deeg in de super markt kon worden afgebakken. Met een dergelijke minibakkerij, in het buitenland al langer bekend, was in 1974 een proef genomen in de supermarkt in Buikslotermeer, maar de echte verspreiding ervan begon pas in 1982.45 Bake off kon echter even goed door andere bedrijven worden geëxploiteerd en had praktische nadelen. Het diepge vroren deeg moest na ontdooiing enkele uren rijzen, en omdat het bedienend perso neel wisselende opvattingen had over de ideale duur daarvan waren de bakresultaten even wisselend. Vanuit de supermarkten kwam dan ook de vraag of Albro geen gere zen deeg in diepvriesvorm kon aanleveren, dat direct de oven inkon. Zat hier een kans om iets nieuws te lanceren? Winkel en de zijnen probeerden gerezen deeg in te vriezen, maar eenmaal in de oven klapte het direct in elkaar, omdat het vocht in het deeg steeds als eerste bevroor en alle lucht eruit drukte. De moeilijkheid zat dus in het invriezen. Nu speel de in die tijd een schandaal rond Oostenrijkse wijn waarin ter conservering anti-vries was gestopt. Na enkele vergeefse pogingen riep Loek Steenland, hoofd van de brood- afdeling, spottend uit: ‘Laten we er Oostenrijkse wijn ingooien’. Men had onmiddel lijk de oplossing. Om het invriezen zonder luchtverdrijving te laten plaatsvinden, moest het vriespunt van het deeg worden verlaagd. De anti-vries uit de Oostenrijkse wijn kon daarvoor uiteraard niet worden gebruikt, maar wei alcohol. Samen met TNO werd vervolgens bepaald hoeveel alcohol er nodig was. Dat bleek precies twee procent te zijn: een dergelijke hoeveelheid verdampte in de oven zonder smaaksporen achter te laten en maakte het zelfs mogelijk keiharde deegrolletjes om te zetten in knisperen de croissants. 262

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 267