in de weer was voor Westafrikaanse landen, bleef over, althans tot 1984, want een afge- kondigde importstop in die landen haalde toen ook deze afdeling onderuit.41 De Albert Heijn Brood- en Banketfabrieken in Tilburg en Zwanenburg, inmiddels veranderd in Albro Bakkerijen, vergden eveneens ingrepen. In 1980 werd een splitsing aangebracht tussen Albro Tilburg en Albro Zwanenburg. De laatste verloor daarbij zijn afdeling voor vers gebak en schakelde om van een landelijk leverancier van ver pakt brood naar een regionaal leverancier van ambachtelijk brood, in tachtig varië teiten. Albro Tilburg, hoewel pas acht jaar actief, leek echter reddeloos. Het bedrijf had het omgekeerde probleem van de chocoladefabriek. Er werden onder meer hoog waardige gevulde koeken (men sprak zelfs van ‘de Rolls Royce onder de gevulde koe ken’) vervaardigd, maar de consument begon om onverklaarbare redenen genoegen te nemen met slappe aftreksels op dit gebied. En daarvoor waren ettelijke bedrijven in de weer die voor een habbekrats werkten. In november 1981 kwam om te beginnen een akkoord met Jamin tot stand om voor 1,8 miljoen gulden de volledige koekjesfabriek over te nemen, wat in mei van het jaar daarop werd geëffectueerd.42 De rest van Albro Tilburg stelde vervolgens zijn hoop op diepvriesgebak vol gens het Amerikaans procédé ‘freeze flo’, dat een direct consumeerbaar resultaat ople vert. Er werd contact gezocht met een andere producent van diepvriesgebak, Carels BV, en vanaf januari 1984 gingen beiden verder als ‘Maitre Paul’, waarvan Ahold veer tig procent van de aandelen bezat. Maar eind 1985 ging Maitre Paul alweer in zijn geheel over naar General Biscuits...43 Toch liepen niet alle produktie-onderdelen slecht. Op 24 juni 1981 werd aan de Oostzijde een ultramoderne koffiebranderij ad 7 miljoen gulden ten doop gehouden. ‘Perla-koffie’, zoals de eigen koffie sinds 1963 heette, was nog steeds een verkoopsuc ces, dat desgewenst door koffie-expert Geb IJskes kon worden aangezwengeld met de presentatie van een nieuwe lijn. Ook de thee-afdeling rendeerde behoorlijk, vooral sinds in 1984 met smaakjesthee werd begonnen. Hetzelfde gold voor de wijnbottelarij: in 1978 was een machine in gebruik genomen die als het moest honderdzeventig fles sen per minuut kon vullen en tachtig miljoen flessen per jaar. Verder behield men een kleine pindabranderij en een afdeling voor chocola- depasta, hazelnootpasta en pindakaas, voornamelijk omwille van de kwaliteit. Bijzonder was de dropafdeling. Het zou normaal geweest zijn als ook deze afdeling was gesloten, want drop kon even goed elders worden besteld. Wat dit betreft voldeed Marvelo echter aan Zwartendijks criterium om iets met een ‘plus’ te produceren: zachte drop - niemand was daar op dat moment zo goed in als Marvelo. Vandaar dat de dropafdeling tot 1993 kon blijven bestaan.44 261 OVER DE GRENZEN

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 266