heuse supermarkt in Shamokin Dam. Negen jaar later telde ‘Giant Food Stores’, zoals het bedrijf nu officieel heette, negen supermarkten. In dat jaar gaf Javitch het roer aan zijn zoon Lee over, die zich inkocht bij Topco Associates, een coöperatie van 25 ketens met als gezamenlijk huismerk Topco. Ook breidde Lee zijn werkterrein uit naar West- Virginia en Maryland, waar hij met het daar actieve Giant Foods of Landover overeen kwam onder de naam Martin’s te opereren. Ondanks deze groei bleef het bedrijf zonder distributiecentrum, omdat van oudsher een enkele grossier het leeuwedeel van de bevoorrading regelde. In 1972 haaide Lee een partner in de zaak, de New Yorker Nick Riso, die voor nieuwe impulsen moest zorgen. Riso introduceerde als marketingstrategie ‘Every day Low Prices’, waarbij in plaats van wisselende acties een flink aantal levensmiddelen consequent onder de prijs van de concurrentie wordt verkocht. Qua imago zat Giant Food Stores hiermee op hetzelfde spoor als Bi-Lo, zij het dat de service en het aanbod van het bedrijf aanmerkelijk beter waren, wat te maken had met de hogere levensstan daard in Pennsylvania. De meeste winkels bezaten een eigen bakkerij, een slagerij en een delicatessenafdeling met bediening. Op sociaal gebied was het bedrijf eveneens vooruitstrevend. Het kende een scala van secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals pen sioenen, ziektekostenverzekering, spaarprogramma’s en een eigen Holiday Club. Zelfs de maatschappelijke rol van het bedrijf in deze oude Quaker State was opmerkelijk: elk jaar publiceerde het een lijst van enkele honderden instellingen die een subsidie hadden gekregen. In 1980 werd het bedrijf als het ware gecompleteerd met een distributiecen trum voor verswaren en een modern hoofdkantoor, waarin de informatie uit de filia- OVER DE GRENZEN 257 Een Giant-supermarkt zoals die er vandaag de dag uitziet. Bij de ingang bevindt zich de opwekken de tekst: ‘We’re with you’.

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 262