Ook de merkwaardige ‘witte merken! konden het tij voor Miro niet keren. Beverwijk over te nemen, waarvan de eerste twee tot Miro’s werden omgebouwd.27 En hierbij bleef het verder. De grote moeilijkheid bij Miro waren de gebruiksartikelen. Het principe van de hypermarkt was dat de levensmiddelen de gebruiksartikelen zouden ‘subsidiëren’. Het was om de laag geprijsde levensmiddelen dat de klant naar de hypermarkt moest komen, waarbij hij zulke hoeveelheden non-food zou aantreffen dat hij dacht: ‘Als ik hier niet kan vinden wat ik nodig heb, dan vind ik het nergens’. Maar de Miro’s waren eigenlijk te klein om zo’n overweldigende uitstalling mogelijk te maken; het waren geen weidewinkels zoals Frankrijk die had, om de eenvoudige reden dat de overheid dergelijke winkels niet toestond. De beperkte schaal van de Miro’s leverde meteen de volgende handicap op: men kon hiermee de leveranciers onvoldoende onder druk zetten om aantrekkelijke winkelprijzen te bedingen. Ahold bezat zelf trouwens ook weinig deskundigheid op het gebied van non-food. Het bedrijf excelleerde als het ging om de distributie van levensmiddelen, het betere stampwerk, waarbij men onmiddellijk resultaten te zien kreeg. Daarop was ook het hele informatiesysteem gebaseerd: men kon bij wijze van spreken van minuut tot minuut volgen wat er door de winkels werd gepompt, maar niet wat er in achterbleef. En juist dat laatste was voor non-food van belang: de han- delswaar stond daarbij voorop, niet het aankoopgedrag van de consument. Dit subtie le onderscheid vergde een volledig andere opstelling - in de literatuur spreekt men van een pull versus een push-strategy.1* Zelfs de inkopers waren al anders: een beetje eigengereide types met een voorspellende modegevoeligheid, geen nuchtere kruide niers. En in de winkels moest men het kunnen opbrengen een verkooppraatje te houden zonder dat dat tot een transactie leidde; met andere woorden: het artikel diende op een klant te wachten in plaats van de klant op een artikel. Nu had men als ware pushers genoeg zelfkennis om te weten dat men voor pulling niet geschikt was. Daarom werd al in 1975 bij twintig artikelgroepen overgegaan op zogenaamde rack jobbing, waarbij de leverancier zijn eigen hoekje in de winkel verzorgt; een dergelijke aanpak zou op bescheidener schaal eveneens bij de supermarkten worden toegepast. In GEZINS- 254 arajTOEX lions fe-

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 259