een rol speelden, werd duidelijk uit de gebeurtenissen rond de broodfabriek
Kempenland. De fabriek leverde traditioneel ook aan derden, maar die waren onte
vreden over het nieuwe verbond en keerden zich massaal af. Er zat niets anders op
dan Kempenland voor zeven miljoen gulden aan het neutrale Meneba-concern te
verkopen. Van Meer regelde dit in één nacht, wat de indruk van ‘een makkelijke
handel in mensen en bedrijven’ wekte. Kempenland werd zelfs door de eigen werk
nemers een poosje bezet en menigeen reageerde: ‘Zie je wel dat er van een kapitalis
tisch bedrijf niets goeds valt te verwachten’.61
Maar de klanten bleven tevreden. In december waren 34 Etos-filialen
ingepast in de Albert Heijn-keten en acht in de Simon-keten. Vooral de laatste
baarden opzien. Tijdens een tocht door de dorpen rondom Eindhoven waren
medewerkers van het concern gestoten op een drietal discount-winkels die Etos
heimelijk onder de naam ‘Codis’ voerde.62 Men had elkaar eens aangekeken. Albert
Heijn had altijd geweigerd zich met discount in te laten, maar men kreeg het sys
teem nu in de schoot geworpen. En ging Simon toch al niet die kant op? De drie
zaken werden omgedoopt tot S-Discount’, volgens deze opzet: zeshonderd artike
len, die ongeprijsd en in opengemaakte dozen op simpele stellingen stonden; geen
groenten, geen vlees en een minimum aan personeel dat zowel de kassa’s bediende
als de voorraden aanvulde. De S-Discounts bleken te lopen als een trein; er kwa
men in twee jaar tijd bijna twintig van dergelijke winkels.63
Eenmaal op deze weg had men ook een oplossing gevonden voor de dro
gisterijen van Etos. Men ging ervanuit dat ze het beste onder hun eigen vignet
konden doorgaan, waarbij men aanvankelijk dacht aan een Amerikaanse drugstore-
formule: grammofoonplaten, posters, dierenvoeding en kunstnijverheid rondom
een kern van cosmetica en schoonmaakartikelen. Een proefwinkel in Helmond
demonstreerde dat dit type in Nederland niet als drogisterij werd herkend.
S-Discount bood de uitweg. Op 8 mei 1974 ging in Geldrop een Etos-Discount van
start, in de trant van het Engelse Boots. Ongekend daarin voor een drogisterij was
de zelfbediening, plus een uitgekleed assortiment van drieduizend artikelen in
plaats van de gebruikelijke zes- tot achtduizend. De prijsstelling, die tien tot 25
procent lager was dan normaal, moest het echter doen. Deze werd vooral bereikt
door parallel-import, dus import buiten de officiële kanalen om. Etos kon aan zijn
omvorming beginnen. Binnen twee jaar werden alle oude drogisterijen op een tien
tal na gesloten; tegelijk verrezen er dertig Etos-Discounts in het hele land.64
Hiermee werkte Etos mee aan de verschijning van een totaal ander type drogisterij:
in plaats van een exclusief para-medisch geheel, met een drogist die zich als een
soort apotheker gedroeg, een open zelfbedieningszaak voor schoonheids- en ver-
zorgingsartikelen.
236
tl.