AVONTURIEREN IN MINEUR 235 Dit was een buitenkansje. Albert Heijn noch Simon de Wit hadden vanwege Etos ooit een positie in Eindhoven verworven. Etos beschikte bovendien over drogiste rijen, terwijl Albert Heijn al enige tijd zocht naar een mogelijkheid om in die sector te penetreren. Er werd een overnamesom van 23 miljoen gulden bepaald, met daar bij de afspraak dat bijna tweehonderd administratieve medewerkers zouden af vloeien. Na een peiling onder de klanten - het ging per slot van rekening om een combinatie van bedrijfsvormen die elkaar ideologisch jarenlang hadden bestreden - werd Etos op 8 oktober 1973 ingelijfd.60 Dat daarbij oude sentimenten nog steeds moed begon de coöperatie dan ook in 1954 met haar eerste zelfbediening en in 1958 met haar eerste super markt. In 1965, toen de concentratiebeweging onder de coöperaties in gang was gezet, kwam er een fusie met Co-op Oost-Brabant tot stand, alhoewel dat meer op een overname leek want het geheel bleef Etos heten. Etos verzette zich vervol gens met succes tegen opname in Co-op Nederland, omdat zij geen zin had voor de verliezen van andere coöperaties op te draaien. In haar eigen rayon, Groot- Eindhoven, hoefde zij ook niemand te vrezen. Zij telde 60.000 leden en 43 super markten en zelfbedieningszaken, en bezat verder een broodfabriek genaamd Kempenland, een centrale slagerij, een groentenstation, een distributiecentrum en in totaal 41 drogisterijen, waarmee Etos tevens de grootste drogisterijketen van Nederland was. Alles bij elkaar was dit goed voor een omzet van ruim 110 miljoen gulden, waarvoor 1500 werknemers in touw waren.57 Aan het begin van de jaren zeventig kreeg Etos echter plotseling te lijden onder enkele plaatselijke discounters. Het bedrijf had hier eigenlijk geen verweer tegen. Om het prijsvoordeel voor de klanten zo groot mogelijk te houden, waren de winkels qua assortiment, inrichting en service altijd zeer sober gebleven. Zo moch ten de filiaalchefs maar twee keer per week bestellingen doen (bij Albert Heijn elke dag), waardoor veel artikelen niet vers waren of onaangevuld bleven. Ook de sfeer was, zoals in alle coöperaties, ietwat ambtelijk: een enorme administratieve staf, fili aalchefs die weinig te vertellen hadden en al een complimentje kregen als zij 0,2 pro cent nee-verkoop hadden gehaald, terwijl men zich bij Albert Heijn om nog minder zat te verbijten.58 Omdat Etos als coöperatie moeilijk aan kapitaal kon komen, leek samenwerking de enige uitweg. Het bestuur van Etos begreep dat andere coöpera ties in hetzelfde schuitje zaten en wilde eerst met de Edah in zee om samen Simon de Wit te verwerven. Toen dit niet lukte en de Edah zich vervolgens vertilde aan Co op Nederland, wendde Etos-bestuurder en Philips-topman W.A. de Jonge zich tot Ab Heijn met de woorden: ‘Wij hebben nauwelijks verstand van supermarkten.’59

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 240