233
H
Maar welke rol moest het bedrijf daarin spelen? De Nettomarkten, de kampeerwin-
kels en de recreatiecentra konden het best als zelfstandige werkmaatschappijen
doorwerken. De NV tot Exploitatie van Recreatiecentra werd daarbij tot ‘Ostara’
omgedoopt, die in 1974 een vierde vestiging zou openen: Wilsumer Berge in
Duitsland. Men achtte deze sector dermate kansrijk dat Ostara in hetzelfde jaar een
eigen dochter kreeg: Caravan Import Dick Wissink BV, een kortstondige affaire.55
Ook de Toko’s en de Nettomarkten zouden nog diverse nieuwe vestigingen krijgen.
Lastiger was het om de supermarkten en zelfbedieningszaken van Simon
de Wit in te passen. Met hun recente upgrading zaten zij min of meer op hetzelfde
spoor als Albert Heijn. Beide winkelketens konden elkaar echter beter aanvullen,
zoals dat vroeger het geval was geweest. Voor Simon de Wit impliceerde dit een
terugkeer naar de buurtwinkel, maar dan in de moderne versie van de convenience
store, die sinds kort in Amerika met veel succes de ruimten tussen de grote super
markten opvulde. Om als zodanig te fungeren moest het assortiment van Simon de
Wit terug van tweeduizend naar maximaal elfhonderd artikelen en diende verder
alle franje te worden verwijderd: de weekaanbiedingen, de bedieningsafdelingen en
het bestaande spaarsysteem. Hierdoor zou het mogelijk zijn de klant een marge van
gemiddeld vier procent terug te geven. Tegelijk moest de zojuist aangebrachte brui
ne, gezellige huisstijl worden vervangen door een strakke blauw-rode met spikkel
tjes. Zelfs de naam Simon de Wit voldeed in de huidige filosofie niet langer: deze
werd afgekort tot ‘Simon’, efficiënt en toch huiselijk.
Tijdens de presentatie van de eerste Simon in de Jan van Galenstraat in
Amsterdam, op 12 maart 1973, werd bekendgemaakt dat binnen twee maanden alle
filialen van Simon de Wit zouden zijn omgebouwd, en dat de supermarkten in de
Miro’s een zelfde opzet zouden krijgen. Organisatorisch werd Simon zelfs aan Miro
gekoppeld, waarmee directeur Cor Govers weer in beeld kwam. Hem werd
gevraagd of er bij Simon geen sprake was van discount. ‘Dat woord wil ik helemaal
hoger en beschikte over voldoende distributieruimte om Simon de Wit voor uitga
ven op dit vlak te behoeden.
Even zag het ernaar uit dat de transactie niet zou doorgaan. Men was een
aandelenruil overeengekomen, waarbij voor het aandelenkapitaal ad 7,1 miljoen
gulden van Simon de Wit 27,5 miljoen gulden aan aandelen Albert Heijn zou wor
den betaald. Maar voordat dit bod kon worden uitgebracht, bleek dat de Edah,
samen met de Eindhovense coöperatie Etos, 3,7 miljoen gulden méér op tafel wilde
leggen. Ab en president-commissaris Van der Velden besloten onmiddellijk het
bod met een zelfde bedrag te verhogen, en op 10 april 1972 werd Simon de Wit
onderdeel van Albert Heijn.54
AVONTURIEREN IN MINEUR